Slotblog van de vogelwachters Rottumerplaat: ’thuiswerk’
In de vroege ochtend van 8 augustus verscheen het surveillanceschip “ms. Harder” aan de horizon en maakten wij haast met inpakken en het schoonmaken van het onderkomen wat 4 maanden ons thuis was. Ons verblijf op Rottumerplaat zat er op. De meeste jonge vogels waren uitgevlogen en de jonge gewone zeehonden waren oud genoeg om bij verstoring zelf een veilig heenkomen te vinden. De tijd is aangebroken om alle verzamelde gegevens op een rijtje te zetten en te rapporteren. Hieronder een beknopt overzicht van de bevindingen van het vogelwachtersseizoen van 2014, alles onder voorbehoud want er moeten nog heel wat gegevens nader worden bekeken.
Broedvogels
In 2014 bevatte Rottumerplaat 31 zekere broedvogelsoorten, 2 waarschijnlijke en 6 mogelijke. Voor de waarschijnlijk en mogelijk broedende soorten kon niet voldoende bewijs voor broeden worden gevonden, maar langdurige aanwezigheid, zang, of alarm van deze soorten gaven een indicatie dat broeden waarschijnlijk of mogelijk het geval was.
Zilver-en kleine mantelmeeuw:
Voor zover niet in eerdere berichten van dit seizoen aan bod kwam: de zilver- en kleine mantelmeeuwen zijn nog veruit de talrijkste broedvogels van het eiland, samen goed voor meer dan 2600 broedparen. Beide soorten beleefden deze zomer een redelijk goed broedseizoen.
Eiders:
Vanwege onze relatief late start konden we geen vroege eidertellingen verrichten, waardoor het moeilijk wordt het aantal broedgevallen van deze soort te bepalen. Juist de eerste tellingen begin april van volwassen vrouwtjes zijn hiervoor van belang. Dit jaar begon de soort ook nog eens opvallend vroeg met de eileg, waardoor tijdens onze start al een aantal vrouwtjes zat te broeden (en die kun je niet tellen). Zeker is dat enkele honderden eiders hebben gebroed. Vanwege het vroege legbegin viel bij ons ook de door SOVON georganiseerde integrale eiderpullentelling in het water. Begin juli waren de meeste jongen al zo groot dat deze op afstand niet meer van de volwassen vogels waren te onderscheiden. Gelukkig verrichtten we op 21 juni nog wel een scherpe telling van 144 pullen, waarvan de meerderheid als uitgevlogen kan worden beschouwd.
Net als eerder op Rottumeroog constateerden we bij de scholeksters een verdere afname. 149 territoria telden we. Ook dit jaar werden slechts enkele jongen grootgebracht. De meeste eieren en jongen vielen ten prooi aan de grote meeuwen en zwarte kraaien.
Rode lijst:
Onder de broedvogels bevonden zich maar liefst 11 soorten van de “rode lijst”. Het enkele paartje strandplevier en vijf paartjes bontbekplevieren leverden geen uitgevlogen jongen op. Ook het enige paartje visdieven produceerde geen jongen (van onze drie paren noordse sterns, geen “rode lijstsoort”, vloog uiteindelijk toch nog een jong uit). Waarschijnlijk speelt predatie door grotere meeuwensoorten en zwarte kraaien ook deze soorten parten. Wat dat betreft zou het sommige soorten goed uitkomen wanneer de zee Rottumerplaat verder in haar greep krijgt en korte metten maakt met de ooit door Rijkswaterstaat aangeplante bosschages op het oudere, kunstmatige en hogere duin, waarin dit jaar zes paar kraaien nestelden. Hierdoor zal niet alleen de broedmogelijkheid voor de kraaien verdwijnen (al wordt op Rottumerplaat incidenteel een grondnest aangetroffen), maar ook de door de kraaien veel gebruikte uitkijkposten. De invloed van hoge waterstanden op deze “rode lijstsoorten” was dit seizoen gering.
Beter verging het de overige “rode lijstsoorten”: graspieper (31 paren), kneu (1 paar), veldleeuwerik (42 paren) en boerenzwaluw (3 paren), waarvan redelijke aantallen jongen uitvlogen. Van de 11 paartjes tureluur bleef onbekend of deze jongen hebben grootgebracht. Terug van weggeweest was een paartje slechtvalken dat waarschijnlijk een broedpoging deed. Slobeend en wintertaling verschenen nieuw op de lijst, zij het als mogelijke broedvogel.
Vogeltrek
Naast de broedvogels registreerden we weer zoveel mogelijk vogeltrek. Dat leverde nogal wat op: Zwarte ooievaars (4), Roodmussen (5), Kraanvogels (2), Zwartkopmeeuw (5) Koekoek (verscheidene), Zomertortel (tenminste 4),Wespendief (3), Visarend (8), Zomertaling (maximaal 6), Strandleeuwerik (maximaal 48) en een enkele Morinelplevier, Kleine vliegenvanger, Zeearend, Lachstern, Steppenkiekendief, Kleine jager, Krombekstrandloper, Boomvalk, Rode wouw, Zwarte wouw, Sneeuwgors, om maar wat te noemen. Twee nieuwe soorten registreerden we voor Rottumerplaat: op 14 juni werd er bij de woning kortstondig door een zeer zeldzame bruinkopgors gepleisterd. Helaas kon daarvan geen bewijsfoto worden gemaakt (echter, op 23 juli werd in Zeeland ook een exemplaar aangetroffen, wellicht hetzelfde). Verder werd op 5 juli in een overtrekkende groep zwarte sterns een witvleugelstern opgemerkt. In totaal registreerden we 160 soorten.
Vlinders en libellen
In totaal werden het afgelopen vogelwachtersseizoen 11 soorten libellen en 15 soorten dagvlinders waargenomen. Opvallend waren de enorme aantallen van de landelijk sterk achteruitgaande heivlinder.
In juli en augustus vlogen er vele honderden exemplaren. Een bloeiende blauwe zeedistel werd soms gelijktijdig door 30 tot 40 exemplaren bezocht, een prachtig schouwspel!
Eén nieuwe libellensoort kon voor Rottumerplaat worden opgetekend: de tengere grasjuffer. Leuk is ook dat begin juli in totaal zeker 50 bloedrode heidelibellen uit zijn geslopen uit de waterbak onder de uitkijktoren. Voortplanting van deze soort was niet eerder op Rottumerplaat waargenomen.
Ook de zeer verse zwervende pantserjuffer, begin juni, bij de plas op de Noordkwelder, doet succesvolle voortplanting vermoeden, ondanks het vrij hoge zoutgehalte van dat water. De zeldzaamste libellensoort die we zagen betrof een geelvlekheidelibel, begin juli, halverwege de stuifdijk. Met name bij stevige zuidelijke en oostelijke wind wordt Rottumerplaat soms massaal ingenomen door libellen. Draait de wind naar andere richtingen, dan zijn ze vaak weer snel verdwenen.
Flora
Dit seizoen troffen we 143 verschillende soorten vaatplanten aan. 18 daarvan hebben een plek op de “rode lijst”. Door de combinatie van het vroege voorjaar en de relatief late start van het vogelwachtersseizoen (waardoor we de broedgebieden al snel niet meer konden betreden) zullen enkele voorjaarsbloeiers zijn gemist, zoals het zeldzame engels lepelblad, dat eerder nog jaarlijks werd aangetroffen.
Leuke bijkomstigheid van de integrale konijnenholentelling was dat vooral de hogere eilanddelen extra grondig op planten werden onderzocht. Hierdoor konden enkele verloren gewaande plantensoorten worden teruggevonden. Vreemde planten kwamen we er tegen, zoals Prikneus, Duizendschoon, Kruisbes en Aalbes; allemaal ooit door Rijkswaterstaat aangeplant of uitgezaaid. Deze soorten verhogen wellicht de diversiteit, maar ze zijn van weinig betekenis voor een dynamisch en natuurlijk Waddeneiland. Soorten als Kleine ruit, Blauwe zeedistel, Groot en Klein zeegras, Gele hoornpapaver passen beter in dit plaatje.
Die konijnen maken het vinden van plantensoorten soms wel lastig. Enkele soorten waren tot de grond afgeknaagd, waardoor het moeilijk werd ze te vinden en te determineren. Vaak zal konijnenvraat er de oorzaak van zijn dat bepaalde zeldzamere soorten niet worden opgemerkt. Twee nieuwe soorten troffen we aan: gewone veldsla en gespleten hennepnetel. Deze gevallen zullen we voor de zekerheid nog aan een expert voorleggen.
Toezicht
Gedurende het seizoen constateerden we weer een flink aantal overtredingen door de luchtvaart. Negenenzestig vliegtuigen en 3 helikopters vlogen lager dan de boven Rottum toegestane 450 meter. Te laag vliegende toestellen kunnen grote verstoring onder de vogels veroorzaken.
Aangifte:
Tegen twee toestellen die het echt te bont maakten deden we aangifte. Hiernaast werden overtredingen geconstateerd door een peilbootje, een schelpenzuiger en een garnalenvisser. Allen waren zij gedurende langere tijd actief werkzaam binnen voor hen verboden gebied. Ook hiertegen werd aangifte gedaan. Alleen al gezien het aantal (waargenomen) overtredingen mag het duidelijk zijn dat toezicht op de eilanden en omstreken, tijdens vestiging van broedvogels, het broedseizoen, en najaarstrek noodzakelijk blijft.
Milieu:
Naast deze overtredingen spoelde er weer allerlei zaken op de stranden aan waarvoor we in actie moesten komen. Naast de grote hoeveelheid plastic afval waar we eerder over schreven, troffen we weer verscheidene met chemicaliën gevulde tanks aan. Deze werden opgepikt en opgeslagen, om later te worden afgevoerd. Het ‘voordeel’ van Rottumerplaat ten opzichte van Rottumeroog is dat ’s zomers veel van het afval op de vloedlijn met latere hoogwaters weer wegspoelt. Nadeel is weer dat tijdens winterstormen veel vuil ver op het eiland belandt en daar blijft liggen. In de zomer hebben wij vanwege de rust in het broedgebied niet de mogelijkheid dit te verzamelen. Hopelijk kunnen de vrijwilligers van de Stichting ‘Vrienden van Rottumeroog en Rottumerplaat’ hiervoor binnenkort nog in actie komen. Ook het schoonhouden van het eiland blijft een taak die serieus genomen dient te worden.
Wellicht tot weer een volgend vogelwachtersseizoen!
Uw vogelwachters Tim van Nus, Jasper Zoeter en Martijn Bunskoek
PS: en niet vergeten, vanaf 17 september de reeks over Rottumerplaat in het EO TV-programma Melk & Honing!
geef een reactie
Anne Elverdink
Met veel genoegen jullie bevindingen gelezen. Prachtig en belangrijk werk.
22 aug. mocht ik mee naar Rottummeroog. Geweldig!
Tot volgend jaar.
Reinhard Tabak Harkstede
Vogelwachters, vriendelijk dank voor melden van jullie bevindingen, ik heb het met heel veel plezier gelezen. Hopende tot volgend jaar. Reinhard Tabak Harkstede.
Birds of Rottumerplaat desert island | Dear Kitty. Some blog
[…] Tim van Nus, Jasper Zoeter and Martijn Bunskoek report about birds this year on Rottumerplaat desert island in the […]