5e blog van de vogelwachters Rottumerplaat: ‘Over-vloed’
Vanwege veldwerkzaamheden liet deze update iets langer op zich wachten dan u wellicht van ons gewend bent geraakt. De afgelopen dagen hebben we veel gebiedsdelen weer veilig kunnen bezoeken. En daar valt veel te zien en te onderzoeken! We vinden het steeds moeilijker worden om uit de hoeveelheid waarnemingen en gebeurtenissen hier de meest interessante voor u te selecteren.
Er gebeurt nog steeds veel. De meeste jonge vogels zijn al uitgevlogen. Lukte dat niet in de eerste ronde, dan weet een aantal soorten nog een tweede legsel te produceren, soms zelfs een derde. Er lijkt geen einde aan te komen. Ondertussen hebben we toch voor een aantal soorten de broedvogelinventarisatie af kunnen ronden. Dat was een stevige klus.
Springtij
Op 16 en 17 juni deden zich opvallend hoge waterstanden voor. Het water kwam op 16 juni hoog de kwelders op. De schade voor de broedvogels viel mee, maar er vielen slachtoffers. In de laagste kwelderdelen verloren enkele scholeksterparen hun legsel. Het nest van het paar zilvermeeuwen op het vlakke zand van de oostpunt (die uit ons vorige bericht) spoelde weg. Op het moment dat het water rond het nest verscheen begonnen de ouders met de aanvoer van nestmateriaal, om daarmee het nest te verhogen. Na ongeveer een kwartier zagen de meeuwen in dat de zaak niet meer te houden was en sloeg een golf het hele nest volledig weg. Tijdens deze vloed bleef het nest van een paartje Noordse sterns maar net droog. De volgende dag spoelde het alsnog weg, tijdens een nog hogere waterstand.
De toestand van de sterns
Om de ontwikkelingen van de sterns goed te kunnen volgen, plaatsten we aan het begin van het seizoen een klein observatiehutje op het duin, pal boven het oostelijke deel van de puindammen. Hier broedt jaarlijks meestal een deel van de sterns. Veel plezier hadden we nog niet aan de hut beleefd omdat een paartje witte kwikstaarten pal eronder een nest bouwde en daarom elke vogelwachter de hut uitjoeg. Daarvoor werd ook de hulp van de scholeksters ingeroepen. Toen de jonge kwikstaarten uitvlogen kon de hut eindelijk in gebruik worden genomen.
Vanuit de hut hebben we prima zicht op een enkel paartje Noordse sterns; het stel waarvan we eerder het legsel zagen wegspoelen. Inmiddels heeft het paar een nieuw legsel geproduceerd, mogelijk het derde! Het nieuwe nest bevindt zich dicht bij de hut, op zand. De kans dat het overstoven raakt lijkt groot. Van het eerste broedsel van dit paar werden de kleine jongen waarschijnlijk gepredeerd. De sterns zijn hier altijd druk met het verjagen van mogelijke ei- of kuikenrovers. Vooral grote meeuwen en een enkele zwarte kraai worden verdreven. Af en toe zien we boven de puindammen ook een foeragerende stormmeeuw met grote interesse in de sternbroedsels. Eenmaal zagen we pal naast de hut een bruine kiekendief op de stuifdijk posten met vol zicht op de nestplaats van de sterns.
Twee andere paartjes Noordse sterns aan de westzijde van de puindammen lijken het hoge water te hebben doorstaan. Hier hebben we beperkt zicht op, maar tenminste één hiervan heeft jongen en die worden regelmatig van kleine visjes voorzien. Naast de drie paar Noordse sterns heeft op de Zuidkwelder een paartje visdieven één of meerdere broedpogingen gedaan. De dwergsterns hebben verder geen interesse meer getoond om hier te broeden. Met drie paar Noordse sterns en een enkel paartje visdieven kan 2014 vooralsnog helaas de boeken in als zeer mager sternenjaar.
Ter compensatie van de weinige broedvogels verschijnen de laatste dagen tijdens hoogwater bij de puindammen steeds meer grote sterns met hun pas uitgevlogen (en zeer luidruchtige) jongen. Die jongen zijn waarschijnlijk in nabijgelegen kolonies geboren, wellicht Schiermonnikoog of een Duits Waddeneiland. Tussen de grote sterns staan ook opvallende aantallen volwassen visdieven, vermoedelijk gefaalde broedvogels van elders. Voedsel lijkt hier voor de sterns op dit moment niet de beperkende factor.
Jan-van-gent
Het springtij van 17 juni bracht ons een verzwakte Jan-van-gent. De vogel zat op de vloedlijn langs het trekkerpad op de Noordkwelder. Om de snavel zat een bos nylontouw, waardoor het niet meer in staat was te eten. Het touw zat bijzonder strak om de ondersnavel en was hard ingedroogd. Ervan afschuiven lukte niet, dus moest het worden losgesneden. Dat was een tijdrovende klus. Eenmaal van het touw bevrijd bleek het dier te zwak om op eigen poten te staan. Met de gent onder de arm zijn we terug naar de woning gelopen. Daar aangekomen bleek het dier zó zwak dat het ons noodzakelijk leek snel voeding toe te dienen. Vervoer naar de wal zou immers lang op zich laten wachten. Van een half blikje sardines met water werd het meeste weer uitgebraakt. Kort daarna ging hij toch dood, in een viskrat in de keuken. Je wordt als vogelwachter op allerlei manieren geconfronteerd met de hoeveelheid zwerfvuil in zee.
Droogteverschijnselen
Ondanks de nattigheid die met het springtij kwam kijken, treedt er door het verdampingsoverschot ook verdroging op. De plassen en prielen op de Noordkwelder zijn hierdoor bijna helemaal drooggevallen. De diverse eendensoorten die we hier regelmatig zagen zijn daarom vertrokken. Ook de jonge kluten en jonge wilde eenden lijken om deze reden naar de binnenzee verhuisd. Het enige min of meer permanente zoetwaterplasje op het eiland, de waterbak onder de uitkijktoren, staat bijna droog. Omdat de bak een belangrijke drinkgelegenheid vormt voor de (zang)vogels op het eiland hebben we het daarom enkele malen bijgevuld. Ondanks de droogte zijn de waterrallen rondom onze woning druk met de opvoeding van een tweede ronde kuikens!
Bloeiende planten
Nu de belangrijkste broedvogelinventarisaties achter de rug zijn, hebben we eindelijk meer tijd om naar de planten op het eiland te kijken en de lijst aan te vullen. De vegetatie begint al aardig in bloei te komen, de kwelders kleuren paars van het lamsoor en binnenkort ook met zulte. Op de hogere delen van de kwelder bloeien rolklaver en diverse soorten distels uitbundig. Tussen deze overweldigende kleurenpracht zoeken we naar de schaarse en zeldzamere soorten. Blauwe zeedistel, gele hoornpapaver, kleine ruit, sierlijke vetmuur, brede wespenorchis, klein en groot zeegras en strandbiet hebben we zo al aan de seizoenslijst weten toe te voegen. Naast inheemse soorten zijn ook enkele exotische tuinplanten zoals prikneus en duizendschoon aangetroffen. Bovenop de stuifdijk staat zelfs een kleine kruisbes waarvan de massa vruchten ons uitstekend smaakt.
Vlinders en libellen
Al die bloeiende planten trekken in toenemende mate vlinders aan. Op 5 juli hebben we daarom voor de eerste keer dit seizoen de vlinderroute gelopen. De Heivlinder is dit jaar erg vroeg. Al op 28 juni werden op de stuifdijk de eerste exemplaren gezien, waarna de aantallen in rap tempo zijn opgelopen. Op en rondom de stuifdijk is dit de laatste dagen de algemeenste dagvlinder; er vliegen er vermoedelijk enkele honderden van rond. Naast deze soort zijn soorten als bruin zandoogje, kleine vuurvlinder, hooibeestje, gehakkelde aurelia, drie soorten koolwitjes en het eerste zwartsprietdikkopje en Icarusblauwtje gezien. Naar verwachting zal de kwelder de komende weken nog verder tot bloei komen, waardoor de aantallen dagvlinders verder zullen toenemen.
Niet alleen voor vogels heeft de waterbak onder de toren een functie. Ook voor libellen is deze interessant, want tussen 1 en 11 juli slopen hier bijna dagelijks bloedrode heidelibellen uit. Op basis van het aantal dagelijks getelde en verzamelde larvenhuidjes zijn er minstens 48 exemplaren uit de ondiepte naar boven gekomen. Toch bijzonder dat dit allemaal uit zo’n klein plasje naar boven komt! Voortplanting van libellen is op Rottumerplaat maar van een paar soorten bekend. Op 5 en 6 juli bracht een stevige zuidenwind grote aantallen libellen naar het eiland. Het betrof voornamelijk diverse soorten heidelibellen, waaronder de landelijk zeldzame geelvlekheidelibel, waarvan een vrouwtje werd waargenomen. Ook is enkele malen een grote keizerlibel gezien.
Uw vogelwachters Jasper Zoeter, Martijn Bunskoek en Tim van Nus
geef een reactie
Jorien Bakker
Dag Dick, Rottumerplaat ligt er goed bij. Uiteraard is het eiland altijd in beweging zoals alles in de Waddenzee. Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer monitoren de kustontwikkeling regelmatig.
Overigens, bedoel je wel Rottumerplaat en niet Rottumeroog?
dick arentsen
Hoe ligt het eiland er verder bij…… nog meer afslag of bijna verdwenen……
Butterflies and dragonflies of Rottumerplaat island | Dear Kitty. Some blog
[…] Martijn Bunskoek and Tim van Nus, wardens of desert island Rottumerplaat in the Netherlands, report about butterflies and […]
billwyman2013
Hallo samen,
Jammer van het lage aantal sterns. Hoogstwaarschijnlijk is de predatiedruk voor deze enkelen te groot. Vroeger in kolonie naast kolonie Kokmeeuwen (of groep plaatboeren, arbeiders) ging het een stuk beter met het verjagen van predatoren, vooral Zilvermeeuwen en roofvogels. Tegenwoordig (laatste tien jaren) zijn er ook relatief veel Eksters en Zwarte kraaien op het eiland.
Hopelijk keert het tij nog een keer 🙂
Ook bedankt voor de verdere berichtgeving. Succes met de verslaglegging van alle gegevens.
Vr.gr.
Wim Weijman