6e blog van vogelwachters Rottumeroog: strandvondsten
‘De zee geeft en de zee neemt’. Dat geldt ook op Rottumeroog. De Noordzee neemt daar al eeuwen grote happen van het eiland, maar met regelmatig laat ze er ook iets van haar inhoud op de stranden achter. Tijdens de meeste strandinspecties treffen we wel iets bijzonders aan. Deze vondsten en hun herkomst zijn soms erg gevarieerd.
Het Noordzeestrand van Rottumeroog grenst aan de monding van de Eems, waar scheepvaartverkeer een nagenoeg dagelijks fenomeen is. Ook in voorgaande eeuwen lag er een vaarroute van belang. Het gebied staat bekend als een verraderlijk zeegat met diverse ondiepten en sterke stromingen. Dit heeft bij ruig weer, door de eeuwen heen, dikwijls geleid tot het vergaan van schepen. Voor de strandjutters leverden dit veel op; de scheepsladingen lagen immers voor het oprapen. Door de eeuwen heen was strandjutten voor kustbewoners dan ook een lucratieve bezigheid. Gelukkig zijn de schepen tegenwoordig veiliger, maar de vogelwachters van Rottum hebben nog steeds hun handen vol aan de vloedlijn.
Afval
Toch spoelt er tegenwoordig nog veel materiaal aan afkomstig van de moderne scheepvaart, visserij en offshore industrie. Deze materialen bestaan voornamelijk uit kunststoffen, zoals nylon visnetten en scheepstouwen, viskratten, vismanden, boeien, al dan niet met chemicaliën gevulde vaten en emmers, werkhandschoenen, werkschoenen en veiligheidshelmen. Deze bronnen zijn qua gewicht en volume verantwoordelijk voor het overgrote deel van het totaal aan afval dat hier van het strand wordt verzameld. Ook spoelen er veel verpakkingsmaterialen aan, voornamelijk in de vorm van plastic zakken en petflesjes. Iets minder vaak zijn het lege blikjes en glazen flesjes en potten. Statiegeldflessen vinden we hier nauwelijks. De hoeveelheid feestballonnen die we op de vloedlijn aantreffen is opvallend. Nog vervelender zijn overigens de nog vliegende ballonnen; deze belanden nogal eens in vogelbroedgebied en zorgen daar dan voor grote en langdurige verstoring. Berichten aan ballonnen die om een antwoord vragen worden daarom door ons vrijwel nooit beantwoord. Hout en andere natuurlijke en gemakkelijk afbreekbare producten vinden we tegenwoordig maar weinig. Dit natuurproduct laten we meestal ook liggen, tenzij het een nog bruikbare pallet betreft, met chemicaliën is behandeld of anderszins een probleem kan opleveren. ‘s Zomers spoelen er hier strandartikelen aan, zoals frisbees, voetballen, vliegers, duikbrillen en ander speelgoed. Deze materialen krijgen dikwijls een tweede leven ergens aan de vaste wal. Incidenteel kun je als vogelwachter nog met chemische vervuiling worden geconfronteerd in de vorm van olie- of paraffinelozingen. In totaal wordt er van de stranden van Rottumeroog jaarlijks ongeveer 10 kubieke meter afval opgeruimd. Slechts een fractie van wat er hier verder aanspoelt stemt ons vrolijk en wordt ‘de moeite van het oppikken waard’ bevonden, geregistreerd en beschreven.
Oude vondsten
Soms spoelen er houtresten aan, afkomstig van oude scheepswrakken. De aanwezigheid van zwaluwstaarten, houten penverbindingen, lange draadnagels en koperbeslag duiden dan op de oude afkomst. Zelden is dit materiaal nog in goede staat. Ook belanden er soms nog delen van de historische scheepsladingen. Zo vonden we dit seizoen twee aardewerken kruikjes. Het eerste kruikje (links op de foto) betreft een zogenaamd Jacobakannetje, vermoedelijk laat middeleeuws (ongeveer de 15 eeuw). Het kruikje werd geproduceerd in Duitsland nabij Siegburg. Het waren in de middeleeuwen de gangbare kruikjes voor dranken. Het kruikje mist de tuit en het handvat, maar staat verder nog stevig op haar voetstuk. Het tweede kruikje is later vervaardigd. Het heeft een meer ‘moderne’ vorm. Waarschijnlijk is het in de 18e eeuw geproduceerd, in Duingen nabij Hannover. De twee objecten zijn toegezegd aan het archief van het Groninger museum. Met regelmaat spoelen er ook botten aan. Meestal betreft het dan botten van gedomesticeerde dieren zoals varkens, paarden of koeien, met vaak nog duidelijk sporen van de slacht die aan de vondst voorafging. Soms vinden we ook botresten van minder recente tijden, zoals we bijvoorbeeld eerder deze zomer een sub fossiel heupbot van een oeros of oerrund oppikten. Deze vondsten worden, net als een sub fossiele lendenwervel van een Potvis die we hier twee jaar geleden vonden, door experts van Naturalis gedetermineerd en daarna door ons geregistreerd. Een enkele maal wordt er een menselijk bot aangetroffen. In het verre verleden zijn er op Rottum op diverse locaties mensen begraven, locaties die later weer door de zee werden teruggewonnen. Daarnaast heeft ook de Tweede Wereldoorlog op en rond Rottum slachtoffers gemaakt. In 2011 werden er bij Plaat nog resten van een neergeschoten Britse Hallifax bommenwerper geborgen.
Flessenpost
Een deel van de flessen die hier aanspoelen is nog gesloten en bevat een inhoud. Meestal is deze op het oog al te ranzig om te openen en daarom laten we ze maar dicht. Enkele kunnen de moeite van het openen waard zijn en dat is soms het geval bij flessenpost. Per seizoen krijgen we zo’n 4 – 6 berichten. Je springt als vogelwachter dus niet meer gelijk een gat in de lucht als je er eentje vindt. Zeker ook niet gezien de vaak wat inhoudelijk magere berichten die we lezen. Er was ooit een tijd waarin het flessenpostbericht van enige persoonlijke stijl en inhoud werd voorzien. Tegenwoordig volstaan blijkbaar ook flyers van een festival, met daarop een stippellijn om je naam en e-mailadres te zetten.
Toch worden er ook nog wel interessante boodschappen te water gelaten, op z’n best verpakt in glas met een goede natuurlijke kurk. Zo vonden we in 2011 een fles met daarin een pentekening van de Texelse kunstenaar Hendrik Noorlander. Het bleek dat hij diverse tekeningen aan de zee had toevertrouwd. Medio december 2010 had hij er een 15-tal te water gelaten bij Texel. De tekening die wij in mei 2011 aantroffen in een goed afgesloten fles aan de westpunt van Rottumeroog, betrof een centaur met een vishengel. Deze tekening hangt nog steeds bij ons aan de wand.
Vogel- en zoogdierstrandingen
Tenslotte spoelen er ook regelmatig dode dieren aan. Naast de verdronken reeën uit ons 2e weblogbericht van dit seizoen, treffen wij af en toe ook dode zeehonden en bruinvissen aan. Deze laten we op Rottum gewoonlijk liggen, zodat de resten hiervan nog door natuur kan worden benut. Het gros van de dode en gestrande dieren die we vinden bestaat echter uit vogels. Wij houden er een nauwkeurige administratie op na, waarin we de status van de dode vogels bepalen (soort, leeftijd, geslacht) en eventueel melding maken van een mogelijke doodsoorzaak, zoals verstrikking of vergiftiging. Deze informatie geeft ons een indicatie voor de toestand van onze vogels, zoogdieren, het eiland en de ons omringende zee.
Enkele van de vogelkarkassen zijn van waarde voor de wetenschap en de moeite van het oppikken waard. Voor dit seizoen waren drie aangespoelde Noordse Stormvogels het meest interessant. Deze gingen hier goed verpakt de vriezer in om uiteindelijk op de onderzoekstafel van IMARES op Texel te belanden, alwaar de maaginhoud wordt geïnspecteerd. Al lange tijd wordt daar de maaginhoud van Noordse Stormvogels onderzocht. Deze zeevogels eten per ongeluk plastic afval van het zeeoppervlak.
De hoeveelheid plastic in de magen vormt een in Nederland en Europa gebruikte graadmeter voor de hoeveelheid zwerfvuil op zee, ook wel de “plastic soep” genoemd. Niet al het afval dat in de zee drijft vindt namelijk zijn weg naar het strand waar het uiteindelijk kan worden opgeruimd. De hoeveelheid kunstmatige, niet of nauwelijks afbreekbare materialen in zee lijkt nog steeds erg groot te zijn. Wie ruimt dat op?
Henk en Tim
geef een reactie