3e blog vogelwachters op Rottumerplaat: eiders, lepelaars en ganzen
Steeds meer eidereenden hebben nu een plekje gevonden om te nestelen op Plaat. De grote groepen eiders bestonden op 11 mei nog maar voor 15% uit vrouwtjes. Verder voornamelijk mannen, wiens vrouwtjes nu aan het broeden zijn. Een enkel nog niet broedend vrouwtje wordt soms door vijftien mannetjes omringd, die zich allemaal geweldig uitsloven. Daarnaast zie je ook gewoon vrouwtjes die rustig naast hun mannetje liggen te slapen aan de waterkant. De stabiele paartjes. Hoewel we zo voorzichtig mogelijk opereren, stuiten we toch af en toe op een broedende eider.
Vaak vliegen ze op en dekken we het nest met eiderdons toe. Hier en daar vinden we ook een aangevreten eiderei. De kraaien houden alle mogelijkheden goed in de gaten, en er zijn hier ook heel wat meeuwen. De grootste legsels bestaan uit 5 eieren. Er zijn ook eiders die gewoon op hun eieren blijven zitten, waar we dan met een boogje omheen lopen. Eén is zelfs vlak naast het bankje waar we van de zonsondergang genieten, gaan broeden en lijkt zich niet aan onze aanwezigheid te storen.
Lepelaars
Vanuit de toren kunnen we het hele eiland overzien en verstoren we helemaal niets. Bij opkomend water, als een smal geultje zich met water, vis en garnalen begint te vullen, komen hier lepelaars langs. Ongelooflijk hoe handig ze met die lepelsnavel kunnen vissen.
Eentje had laatst een iets te grote platvis te pakken en gooide die enkele malen in de lucht om hem steeds op een andere manier naar binnen te werken. Maar hij bleef toch te groot. Als je lepelaars met hun wat stijve vleugels en die grote lepelsnavel ziet vliegen, vraag je je af hoe ze daarmee in hemelsnaam West-Afrika kunnen bereiken. Sommige hebben kleurringen. En die bewijzen dat ze dat echt kunnen. Dezelfde lepelaars die nu hier op Rottumerplaat vissen, zijn in Frankrijk, Spanje, Portugal en zelfs op de Banc d’Arguin in Mauritanië gezien, liet Otto Overdijk (lepelaardeskundige) ons weten.
Van hem kregen we ook waardevolle tips hoe de lepelaars in de kolonie het beste benaderd kunnen worden, om te kijken of er geringde vogels tussen zitten. Als vogelwachter moet je enerzijds de rust in dit Natuurbeschermingswetgebied bewaren, maar Staatsbosbeheer wil ook weten of het goed gaat. Hoeveel vogels er broeden, en wat hun broedsucces is? Tussen rust en weten wat er hier gebeurt, moeten wij een zorgvuldige balans zien te vinden. Zijn de lepelaars eenmaal goed broeds, dan kan je ze tot op 30-40 meter benaderen. Alleen tijdens de periode van vestigen moet je ze echt met rust laten. Begin mei waren ze op het buureiland Schiermonnikoog al goed aan het broeden, en was het eerste kuiken al uit het ei gekropen.
Op 5 mei hadden wij Roeland en Maaike op bezoek, die allebei ervaring hebben met het benaderen van lepelaars in een kolonie. Het was prachtig rustig weer. Dus gingen we met zijn vieren tijdens laag water naar de kolonie. Toen we de lepelaars tot zo’n 40 meter genaderd waren, gingen de meesten staan op hun nesten en vlogen er een aantal op. Wij bleven ook staan, en direct streken de opgevlogen vogels weer neer. Precies zoals Otto ons had beschreven. Omdat hier ook de nodige kleine mantelmeeuwen waren, vonden we het best spannend. Maar het ging goed, en we konden met geduldig wachten bij 12 verschillende lepelaars de ringen aflezen.
Tenslotte snel even
alle nesten gecontroleerd, terwijl de lepelaars boven ons rond cirkelden. Er blijken 33 nesten te zijn op Plaat, allemaal met twee, drie of vier eieren. De meeste nesten lagen dichtbij elkaar. Toen we ons snel weer terugtrokken, streken ze weer neer zonder dat er een ei verloren was gegaan. Eén van deze twaalf hadden we ook al eens vissend bij de toren gezien, maar de andere elf waren nieuw. Elf waren er tussen 1999 en 2007 geboren op Schiermonnikoog en daar als kuiken geringd, en eentje had het daglicht in 2006 aanschouwd op de Boschplaat op Terschelling. Bij de toren en in de geul ten noorden van de stuifdijk hebben we nog 5 andere geringde lepelaars gezien, ook allemaal Schiermonnikogers, die nu waarschijnlijk hier op Rottumerplaat broeden.
Kraaien
Op de terugweg zagen we dat in het grondnest van de zwarte kraai inmiddels 4 kleine kuikens zaten. Daar was dus één ei of kuiken verloren gegaan. In een eerder nog leeg boomnest had een andere kraai nu ook 4 eieren gelegd, zodat op Rottumerplaat nu minimaal acht paar zwarte kraaien broeden. De buizerd had nog steeds drie eieren. Kraaien eten natuurlijk de nodige eieren, maar ze maken het met hun felle aanvallen ook de buizerd en de bruine kiekendieven erg lastig, en kunnen op die manier de predatie van deze roofvogels weer inperken.
Ganzen
Wat er met al die rovers terechtkomt van de nesten van de grauwe ganzen is niet helemaal duidelijk. In 2012 telde deze ganzensoort op Rottumerplaat 29 broedparen. Wij hebben met tot nu toe elf gevonden nesten lang niet alle nesten gezien. Op 20 april vonden we in het duinzand een spoor van grote ganzenvoeten met kleine ganzenvoetjes erachteraan. Op Rottumeroog waar ook zeker vier paren grauwe ganzen broeden, zagen onze buren op 23 april een familie met 6 kleine kuikens op het Noordzeestrand. Op 24 april zagen wij vanaf de toren uit het oosten een paartje grauwe ganzen met eveneens 6 kuikens van hooguit enkele dagen oud aan komen lopen, geëscorteerd door een ander paar zonder jongen. Het was hoogwater en ze zwommen de Waddenzee in, om met een grote boog na een half uur zwemmen de kwelder te bereiken, waar ze in de vegetatie verdwenen. Was dit hetzelfde paartje dat eerder op Rottumeroog zat?
De kuikens leken weinig moeite met het zwemmen te hebben. Later bij een hoogwatertelling op 27 april hebben we nog een ander paartje met 5 kleine kuikens gezien in de noordelijke stuifduinen, en op 13 mei opnieuw een spoor in het zand van een ganzenmoeder met jong. Even later zagen we een paartje lopen op de typische behoedzame manier waarop alleen ganzen die jongen hebben dat doen. Maar er liepen geen kuikens meer bij. De eerste kuikens zouden nu al behoorlijk groot moeten zijn, maar we zien geen enkel paartje grauwe gans met kuikens rondlopen. Of opgegeten, of weggezwommen van dit eiland. Maar waarheen? Op 14 mei zagen onze buurvogelwachters op Rottumeroog ineens een paartje met 5 al vrij grote jongen, dus niet alle ganzenkuikens verdwijnen.
Na een gortdroge en koude aprilmaand brachten de eerste twee weken van mei eindelijk regen, zodat de kwelder nu echt begint op te groenen wat gunstig is voor de rotganzen die hier nog aan het opvetten zijn voor hun grote reis. Zij zoeken met laag water vooral voedsel op het wad, waar met al die uren zonneschijn groenwieren zich uitbundig ontwikkeld hebben. Hele stukken wad zien er groen uit. Daar was geen te kort aan water.
Andere vogels
Naast rotganzen zijn er van de arctische broedvogels nu ook veel rosse grutto’s, zilverplevieren en bonte strandlopers bijgekomen. Prachtig hoe die nu hun winterkleed omruien voor hun zomerse prachtkleed. Nu begrijp je weer waarom een zilverplevier naar de kleur zilver is genoemd. De meeuwen zijn dit jaar erg laat, maar op 6 mei vonden we het allereerste meeuwenei, en op 13 mei verscheidene nesten waarvan eentje al drie eieren had.
Bart en Doortje Ebbinge-Dallmeijer
geef een reactie
André G. Duiven
Hé buurtjes! Van de hierboven staande mede-eilandbewoner hoorde ik dat jullie op Rottumerplaat zitten te wachten op vogels! Nou dat duurde vast niet lang zeker! 😉
In 2010 heb ik ook gesolliciteerd, maar dan voor Rottumeroog, maar helaas werd mijn partner te licht bevonden wegens gebrek aan ervaring met vogels tellen. Het zal ooit nog wel een keer lukken, maar tot die tijd vermaak ik me maar op het mooiste plekje van Nederland…. jullie buureiland Schiermonnikoog! Grappig, als ik hier op het oostelijk puntje van het eiland ga staan dan kan ik jullie bijna de hand schudden!
Ik begrijp precies hoe het daar moet zijn, ongeveer zoals op Mys Wostochnie, maar dan in Nederland! Begrijp ik het goed dat jullie voor de hele rit gaan en niet naar de wal komen ( maar de wal naar jullie laten komen). Zou grappig zijn om even langs te wippen voor een bakkie!
Nog even inhoudelijk. Afgelopen winter vond ik op meerdere plaatsen geplukte Houtsnippen op het strand van Schier, vrijwel zeker geslagen en geplukt door een Slechtvalk. Jullie vermelden de kiekendieven als dader, maar er zullen toch ook zeker één of twee Slechtvalken op plaat zitten die het gedaan kunnen hebben?
Oebele Dijk
Hallo Bart en Doortje, fantastisch dat jullie daar zijn! Ik geniet van jullie mooie verslagen. Hartelijke groeten vanaf het buur-eiland Schiermonnikoog.
Jacob de Vries / Terschelling
Keep on writing folks
Wil Snel
Geweldig! Zo blijven we goed op de hoogte.
rienk dijkstra
Schitterend verslag ga zo door.
Spoonbills, other birds of Dutch desert island | Dear Kitty. Some blog
[…] In the blog about the Dutch desert island Rottum archipelago, the wardens of Rottumerplaat island report on birds. […]
frits tonkes
geweldig !
Anketrien
Ontzettend leuk om jullie passie en genieten tussen de regels door te lezen!
Schattig die beschrijving over grote voeten en kleine voetjes…