Veiligheidsbeheer in de Gelderse Poort
De komende weken wordt er her en der gezaagd in de Bemmelse Waard, Gendtse Waard en in de uiterwaard bij Pannerden. Het verwijderen van struiken en bomen zorgt voor voldoende doorstroming tijdens hoogwater en daarmee voor veiligheid achter de dijken. Dit veiligheidsbeheer komt voort uit een overeenkomst die Staatsbosbeheer met Rijkswaterstaat heeft.
In onze natuurgebieden in de uiterwaarden van Waal en Rijn in de Gelderse Poort verzorgt Staatsbosbeheer in opdracht van Rijkswaterstaat het veiligheidsbeheer. Dit betekent dat als er ergens meer vegetatie groeit dan is toegestaan in de zogenaamde vegetatielegger we bomen of struiken moeten weghalen. De vegetatielegger laat zien welk type begroeiing waar is toegestaan; of in termen van Rijkswaterstaat: wat per 25 vierkante meter uiterwaard ‘de maximale ruwheid’ mag zijn. Voor de natuur is het weghalen van de vegetatie niet nodig, dit doen we echt voor de veiligheid.
De komende weken doen we dit bij Bemmel, Gendt en Pannerden. In de Gendtse Waard is in ons terrein op een aantal plekken teveel struweel ontstaan. Op deze plekken worden meidoorns weggehaald.
In Bemmel gaat het om een klein stuk met jonge wilgen. Daarnaast worden er in de Bemmelse Waard ook randjes van de ooibossen weggezaagd om ruimte te maken voor machines die binnenkort rasters gaan plaatsen, én langs de dijk wordt een oude strang weer zichtbaar gemaakt. Dit maakt deel uit van de herinrichting van de Bemmelse Waard.
Bij Pannerden wordt gewerkt aan de veiligheid bij de aalscholverkolonie. Uiteraard blijft het bos waar de aalscholvers en reigers broeden onaangetast, net als de oude wilgen rondom de plas. Rondom de plas worden wel de jonge wilgen verwijderd zodat er weer voldoende doorstroming is.
Meer over de vegetatielegger vind je hier.
Meer over de samenwerking met Rijkswaterstaat voor het veiligheidsbeheer lees je hier.
geef een reactie