Tijdens een struintocht door het Ooibos viel mijn oog op deze fotogenieke slak. Op ongeveer één meter hoog zat hij vastgeplakt op een oude, deels met mos begroeide, vlierstruik. Voor mij was dit de eerste ontmoeting met de grote clausilia ook wel de grote regenslak genoemd. Een van de kleinere bewoners van de Gelderse Poort.

Grote regenslak

Met een slechts 16mm groot gedraaid huisje behoort deze slak tot de kleinere landslakken van ons land. Een beetje vreemd is zijn naam wel tenzij je weet dat het hier gaat over één van de grote slakken uit de clausulia familie. De grote regenslak leeft graag op oudere stukken hout en onder boomschors. Zo kom je deze slak eigenlijk niet tegen op de grond maar alleen in oude bomen en struiken, het liefst met ruwe schors. Op de boomstammen van onder andere wilg en zwarte populier voedt hij zich met de aanwezige korstmossen. Tijdens droge perioden verschuilt de slak zich tussen de schorsplaten om te voorkomen dat hij uitdroogt. De slak kan zichzelf door middel van een klein klepje opsluiten in zijn huisje. Hierdoor kan hij ook overleven als de Uiterwaarden langs de rivier vol stromen met water en de bomen voor langere periode onderwater staan.