Akkertjes op de heide toen en nu

Op de heide tref ik een bekende. Zij wandelt met een groepje vrienden en laat hen ‘haar’ Sallandse Heuvelrug zien. Ik zie haar voorop lopen druk gebarend en vertellend over het gebied. De vrienden in hoog tempo achter haar aan om het verhaal niet te missen. Als ik haar passeer lijkt ze haast opgelucht te zijn. Ah Ine, ik heb net verteld over de heide en het beheer ervan, maar waarom die vierkante kale velden in de heide? Als ik haar antwoord dat het akkertjes zijn kijkt ze me verbaast aan. Waarom zijn ze dan niet ingezaaid? Er staat niets op!
Er liggen verspreid over de heide meerdere akkers. Komende tijd worden deze kleine akkertjes weer ingezaaid. We noemen het heide-akkertjes. Het zijn kleine percelen van maximaal 0,5 hectare groot waar we verschillende bloemsoorten inzaaien, zoals klavers, kamille, boekweit en wikke. Deze bloemen zijn met hun nectar en stuifmeel een gedekte tafel voor veel verschillende insecten. De insecten zijn op hun beurt weer een voedselbron voor vele vogels, andere insecten en dieren zoals reptielen en amfibieën. Door het inzaaien van de akkertjes ‘nodigen we insecten uit’ om naar de heide te komen.
Eén keer in de 4 jaar wordt er wat mest uit de schaapskooi opgebracht, eventueel aangevuld met biologische stalmest. Slechts 1/3 deel van de akker wordt ingezaaid. Het jaar erop wordt er weer 1/3 deel ingezaaid, en weer een jaar later komt de rest van de akker aan de beurt. De oude bloemplanten blijven staan. Zo ontstaan er ruige stukjes waarin veel zaden te vinden zijn, die in het najaar en winter gegeten worden door vogels als de geelgors, putter, kneu en leeuweriken.
Dit alles is niet nieuw. Als je historische kaarten bekijkt zie je vanaf de middeleeuwen tot de 18e eeuw in Overijssel meerdere kleine heide-akkers. De heide was lang een plek waar je niet graag woonde. Alleen de armste mensen waren genoodzaakt dit te doen. Deze ‘keuterboeren’ woonden vaak op de grens van gecultiveerd gebied en woeste heidevelden. Zij probeerden op de heide boekweit en rogge te verbouwen. Dit lukte slechts 1 à 2 jaar en dan was de grond uitgeput en nam de heide de akker weer over.
Deze spontane ‘lezing’ op de heide had weer lang genoeg geduurd. Het raadsel was opgelost. Ze groette mij en zette er weer flink de pas in. Zag ik nu een paar mensen van haar gezelschap mij dankbaar aankijken voor de korte pauze?
geef een reactie
Thil Nijhof
Leuk stukje.
Ik hoop van de zomer de akkertjes met wikke en kamille zelf te aanschouwen