www.boswachtersblog.nl/ Overijssel

Het zand mag weer stuiven!

21 februari 2024 Boswachter Kees Jan Westra in Overijssel

Het Lutterzand, voor velen een bekende plek in Twente. Daar waar het riviertje de Dinkel door het zandlandschap kronkelt, waar het hoge kliffen uitslijt en het her en der een mooi natuurstrandje gemaakt heeft. Het Lutterzand: Voor velen een pracht plek om te recreëren. Voor de natuur een uniek habitat!

Stuifzand

Het Lutterzand is, zoals de naam al doet vermoeden, van oorsprong een zandverstuiving. Maar op een punt in het verleden breidde het stuifzand zich te rigoureus uit, het werd niet langer vastgehouden door individuele heidestruiken, graspollen of door bomen en het had vrij spel. Het zand werd beteugeld door de aanplant van voornamelijk grove dennen. Grove dennenhout kon men aan het begin van de 20e eeuw goed gebruiken voor het stutten van gangen in de kolenmijnen in Zuid-Limburg. Omdat het hout eerst luid kraakte voordat het brak. Voor mijnwerkers was dat geluid het signaal om zo snel mogelijk de veiligheid op te zoeken. In heel Nederland werden zo de stuifzanden ingeperkt, tot er nog maar weinig van dit type natuur over bleef.

In de 19e eeuw was er zo’n 79.000 hectare stuifzandgebied in Nederland, nu is daar nog slechts circa 1400 hectare van over. De restanten van de grote zandverstuivingen zijn verspreid over verschillende locaties in Nederland te vinden. De grootste stuifzandcomplexen vind je in Gelderland, op de Veluwe: Het Kootwijkerzand, het Wekeromse Zand en het Beekhuizerzand. Zandverstuivingen in het noordoosten van ons land zijn bijvoorbeeld de Sahara bij Ommen en het Aeckingerzand bij Appelscha.

Stuifzand belangrijk voor flora en fauna

Stuifzand heeft een unieke samenstelling van soorten planten, dieren, korstmossen en andere organismen. Een paar tot de verbeelding sprekende soorten zijn planten als dwergviltkruid, zandblauwtje en jeneverbes. Vogels als boomleeuwerik en tapuit vinden er geschikt leefgebied. Verschillende soorten insecten als de blauwvleugelsprinkhaan en de heivlinder zijn typische bewoners van schrale, drogere gebieden met een lage begroeiing en veel open plekken. Korstmossen, veelal soorten uit het geslacht cladonia, met mossensoorten als rendiermossen, bekermossen en heidestaartjes, zijn soorten die je op een zandverstuiving zou moeten kunnen vinden. Bij het verdwijnen van stuifzanden, verdwijnen ook deze soorten of het wordt ze door het kleine oppervlak aan stuifzand zo moeilijk gemaakt dat het maar moeilijk overleven is.

Gevorkt heidestaartje
Gevorkt heidestaartje | Foto: Kees Jan Westra

Instandhoudingdoelstelling

Tijden veranderen en voor zandverstuiving geldt nu de zogenaamde instandhoudingsdoelstelling. Dit houdt in dat de natuurbeheerder het habitat, de leefomgeving van daar specifiek voorkomende soorten, in stand dient te houden en -waar mogelijk- verbeterd. Op het Lutterzand is er momenteel nog een klein plukje van minder dan een kwart hectare  aan stuifzand met kenmerkende soorten aanwezig. Om de zandverstuiving vitaal te houden en aanwezige soorten is stand te houden, is het een te klein oppervlak. Een vitale zandverstuiving bestaat uit verschillende stadia van ontwikkeling, van kaal zand met algen en pioniersoorten, naar meer mos- en korstmosrijke stadia tot aan stadia met struikhei, specifieke grassoorten en kleine boomgroepen.

Soorten die het goed doen op een droge, zure, voedselarme zandgrond en blootgesteld worden aan de dynamiek van elementen als wind en zon. Vooral de korstmosstadia met daarin de verschillende cladonia is hierin belangrijk. Korstmossen lijken op het eerste oog niet zo spectaculair, maar… Als je je er wat meer in verdiept leer je dat het eigenlijk geen opzichzelfstaand organisme is, maar een schimmel die in symbiose leeft met blauwalg of groenwier, of in zeldzame gevallen met beide. Korstmossen, zoals cladonia, zijn cruciaal en dienen als graadmeter voor de luchtkwaliteit.

Uitbreiding van de zandverstuiving

Het oppervlak van de zandverstuiving wordt de komende weken uitgebreid door bomen als ruwe berk en grove den te verwijderen. Een aantal grove dennen, typische vliegdennen, blijven behouden, evenals de zomereiken. Ook de strooisellaag wordt afgeschraapt tot aan de oorspronkelijk zandgrond. Voorafgaande aan de werkzaamheden  worden bomen met holten en spleten, eventuele holen in de grond en groeiplaatsen van korstmossen die behouden moeten worden aangemerkt door de boswachter ecologie. Eén van die korstmossen is het Kronkelheidestaartje.

De uitbreiding beoogt meer dynamiek in het gebied te brengen, met verschillende ontwikkelingsstadia en korstmossoorten. Naast de werkzaamheden in het Lutterzand worden er ook op twee andere locaties aan de Dinkel struwelen met jeneverbes open gemaakt en de grond deels afgeschraapt om verjonging van de jeneverbes te stimuleren.

(Tekst: Irene van der Linde & Kees Jan Westra)

Kronkelheidestaartje | Foto: Staatsbosbeheer, Janneke de Groot
Kronkelheidestaartje | Foto: Staatsbosbeheer, Janneke de Groot
reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog