Bijzondere vondst in het Springendal: Zeldzame offerplaats uit de 7e eeuw
Het was de afgelopen dagen volop in het nieuws: In het Springendal in Hezingen werden enkele tientallen gouden munten en sieraden gevonden uit het begin van de middeleeuwen. De Saksen offerden hier kostbaarheden aan Wodan, Donar en Saxnot. De vondst van de offerplaats is uniek en werpt een nieuw licht op de geschiedenis van de streek.
Wandelen over de heide of uitrusten bij schilderachtige bronnen, watervalletjes en beekjes. Dat is het Springendal nabij Vasse. Niet voor niets één van de Natura 2000 gebieden in Europa. Samen met het Dal van de Mosbeek is dit natuurgebied ruim 1300 hectare groot en heeft het een grote verscheidenheid aan natuur. Er liggen uitgestrekte heidevelden, jeneverbesstruwelen, statige beukenbossen en natte broekbossen. Dat is het eeuwenoude Twentse coulisselandschap, ontstaan door een samenspel van mens en natuur.
Ook vandaag de dag werken we aan de kwaliteit van het beekdal- en heidelandschap. We voeren werkzaamheden uit om de natuur te versterken en het Twentse landschap te behouden. Denk aan de typische Twentse kleinschalige akkers, heide, houtwallen, bossen, en bloemrijke hooilanden langs de beek.
Gouden schat
Tijdens grootschalige natuurwerkzaamheden in 2019 zijn er in het Springendal zeldzame munten en sieraden gevonden. De munten zijn zogenoemde gouden tremisses en zilveren sceatta’s die gedateerd kunnen worden in de 7e eeuw na Christus. Sceatta komt van een oud woord voor ‘rijkdom’ waar het Nederlandse ‘schat‘ mee verwant is. Ook zijn er gouden hangers, oorbellen, zilveren fragmenten van de versiering van een drinkhoorn of een helm en een stukje versiering van een gouden zwaardgreep aangetroffen.
Offerplaats
Daarnaast hebben archeologen tijdens vervolgonderzoeken de verkleuringen van palen in de grond ontdekt: de offers werden bij houten palen gelegd. Archeologen vermoeden dat de bewoners van de omliggende dorpen hier om de zegen van de goden vroegen voor een succesvolle oorlog of een goede oogst.
Cultuur & natuur
Welke goden er aanbeden werden weten we uit een oud-Saksische doopgelofte uit de achtste eeuw: ‘end ec forsacho allum dioboles uuercum and uuordum, thunaer ende uuoden ende saxnote ende allum them unholdum the hira genotas, sint’. Dat betekent: ’en ik verzaak alle werken en woorden van de duivel, Donar en Wodan en Saxnot en al de afgoden die hun gezellen zijn’. Deze doopgelofte is ongeveer 100 jaar ouder dan deze offerplaats.
De munten en sieraden zijn tot en met 30 oktober dit jaar te bewonderen in het Rijksmuseum Twenthe. Uit respect voor het verleden en om deze bijzondere geschiedenis te markeren wordt op de vondstplek een houtsnijwerk geplaatst met een afbeelding van de oppergod Wodan waarbij de helft van de boom onbewerkt is gelaten. Passend bij het landschap, waar cultuur en natuur samenkomen…
Met dank aan: Jan-Willem de Kort, veldarcheoloog Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
geef een reactie
Gerrit
Mooi verhaal Kees Jan, meer goud dan het stofgoud in Nijverdal(Sallandse Heuvelrug). Op die plek komt een mooie totem paal in het Springendal voor terug.
Geweldig toch.