Een Aal!
Het monster van Loch Ness is een Aal! Dat komt binnen zeg! Wat een deceptie, hoe nu verder? Het stond zonder enige waarschuwing op de voorpagina van Tubantia afgelopen vrijdag. In regen en wind, uren liggen loeren naar een teken van het bescheiden dinosaurus-achtige beest in de hoop een glimp op te vangen, hoeft niet meer. Het is gewoon een aal. Het leven zal nooit meer hetzelfde zijn ?
Alsof je wordt verteld dat de Sallandse Heuvelrug niet is gevormd door een reus -die uit Pruisen kwam en zand verloor uit de zak op zijn rug-, maar ‘gewoon’ een stuwwal is, gevormd in de ijstijd. Wel als we dan toch mythes opzij zetten en kiezen voor de wetenschap, zal ik vertellen wat de bedoeling is van al die zandplekken op de heide.
Zandplekken
Misschien is het u opgevallen dat we op de heide veel zandplekken hebben gemaakt. Het is één van de maatregelen die we nemen om de biodiversiteit te versterken. Het zijn ondiepe kuilen met op de zonzijde steile wandjes. Deze plekken zijn gemaakt voor een aantal diersoorten zoals zandbijen en graafwespen. Dat deze insecten de zandplekken in de zomer gevonden hadden was duidelijk. Overal zag je gaatjes waaruit zand omhoog was gewerkt voor het maken van een ondergronds nest. Zowel bij de zandbij als bij de graafwesp maakt het vrouwtje, vaak groter dan het mannetje, het nest alleen. Je ziet veel nestgaatjes bij elkaar, maar ieder heeft haar eigen nest.
Zandbijen kunnen er heel verschillend uitzien, vaak bruin, zwart van kleur, maar soms ook roodachtig. De vrouwtjes hebben lange haren aan de achterpoten, waartussen ze goed stuifmeel kunnen verzamelen.
De graafwespen lijken veel op gewone wespen, maar steken niet. Zij gebruiken de angel om prooien te vangen die naar het nest worden gebracht. De prooi wordt verdoofd, maar leeft nog wel. Op de prooi worden eitjes gelegd. Als de larven uit de eitjes komen dan is de prooi dus nog vers voedsel. Een andere profiteur van de zandplekken is de zandhagedis, een kenmerkende soort voor droge heide terreinen zoals onze heuvelrug. De vrouwtjes leggen eieren op open zonnige zandplekken. De eitjes worden op 5 tot 10 cm diepte ingegraven. Door de warmte van de zon ontwikkelen de eieren zich. Als de jonge zandhagedissen uit de eieren komen kunnen ze op de zandplekken opwarmen en beschutting in de heide vinden.
Behalve zandbijen, graafwespen en zandhagedissen zijn er verschillende kevers die profiteren van de openplekken. Ook vogels vinden het heerlijk om hier een zandbad te nemen om zich te ontdoen van parasieten.
Wetenschap of niet
Bovenstaande informatie is wetenschappelijk bewezen, eindeloos bestudeerd en vastgelegd in diverse rapporten. Meten is weten en met deze informatie kunnen we het beheer van de heide zo goed mogelijk uitvoeren. Hulde aan de wetenschap dus…..en toch is er veel dat wij mensen nog niet weten. Als ik terug loop langs één van de zandplekken weet ik niet wat ik zie. Een vreemde afdruk langwerpig en een paar centimeter diep. Het lijkt wel…een voetafdruk, maar dan veel groter… zou het dan toch…? Het monster van Loch Ness blijkt gewoon een aal, maar op de Sallandse Heuvelrug weet ik het niet hoor… Een big foot, yeti of toch die reus?
(Deze column verscheen vorige week in het huis-aan-huis blad De Week van Hellendoorn en Nijverdal. Collega Kees Jan en ik schrijven maandelijks voor deze krant een column over actuele onderwerpen uit de natuur en ons dagelijks werk).
geef een reactie
Ine Nijveld
Wil, Jaap, Roelof, hartelijk dank voor jullie enthousiaste reactie!
Wil Van Lieshout
Opnieuw eindigt het lezen van jouw verhaal in een brede grijns.. Ga vooral zo door want ik geniet met volle teugen van die manier van een lesje leren.
Groeten,
Wil .
Jaap Gehem
Wat je stijl van schrijven betreft -humor & relativeringsvermogen- weer een hartstikke leuk en leesbaar stukje.
Groet,
Jaap Gehem, natuurgids SBB-DFW en HDL,
Boarnburgum
Roelof Heringa
Weer een heel leuk stukje om te lezen! En een goede actie om het beheer voor insecten in heide door te zetten.
Roelof