Met schooljeugd naar de weidevogels in het Staphorsterveld
Als afsluiting van hun weidevogelweek, waarin ze zich in de problematiek van de vogels hebben verdiept, wilden ze graag eens met mij mee voor een wandeling door het veenweidegebied Het Staphorsterveld. Want daar kun je weidevogels zien.
Veel bloemen dus veel insecten
Het gebied ligt ten westen van de dorpen Staphorst en Rouveen. Vanuit een landinrichtingsproject zijn diverse weilanden aan Staatsbosbeheer toegedeeld. Ze worden beheerd als weidevogelreservaat. Dat betekent dat er laat in het seizoen wordt gemaaid, zodat jonge weidevogels alle kans krijgen om groot te worden.
De kinderen wisten mij te vertellen dat vanaf 1960 het aantal weidevogels met 60% is afgenomen in ons land. Ze vertelden ook dat bloemrijke weiden belangrijk zijn, want bloemen trekken insecten aan. Insecten zijn op hun beurt weer voedsel voor jonge weidevogels.
In speciale weidevogelreservaten, zoals in het Staphorsterveld, is er veel aandacht voor deze manier van beheren.
Weidevogels spotten
Na de theorie op school wilden de kinderen het wel eens “in het echie zien”. Samen met Ynske Ypma, weidevogelbeschermer van de Weidevogelwacht Staphorsterveld, ontving ik de kinderen op het zandpad de Matenweg bij Rouveen.
Ynske had een leskist meegenomen met daarin een opgezette kievit, afbeeldingen van een aantal weidevogels en kunsteieren van een aantal soorten. Alle kinderen hadden een verrekijker meegenomen. Ik had weidevogelzoekkaarten meegenomen en aantekenlijsten met potloden om de gespotte soorten te noteren. Ook had ik een telescoopkijker bij me.
We waren nog maar net onderweg toen de eerste vogels zich al lieten zien; tureluurs, wulpen en graspiepers. Ik richtte de telescoop op tureluurs en graspiepers die op paaltjes zaten. Natuurlijk wilde iedereen kijken en er vormde zich snel een rij van enthousiaste kinderen. De rode poten van de tureluur en de zwart gespikkelde borst van de graspieper waren duidelijk door de kijker te zien.
Bedreigingen
De kinderen wisten te vertellen dat de achteruitgang van de weidevogels diverse oorzaken heeft. De vogels hebben veel vijanden. Roofdiertjes zoals marters, wezels, hermelijnen en bunzings zijn gek op de eieren. Maar ook egels, ooievaars, reigers, vossen en meeuwen lusten graag een eitje. Door intensivering van de landbouw is geschikt weidevogelland steeds verder afgenomen.
Andere soorten die de kinderen zagen waren grutto’s, kieviten, ooievaars, spreeuwen, boerenzwaluwen, huiszwaluwen en witte kwikstaarten.
Bescherming ook door boeren
Natuurbeschermingsorganisaties zoals Staatsbosbeheer en vrijwillige weidevogelbeschermers doen er alles aan om de weidevogels voor Nederland te behouden. Ook agrariërs, die de vogels een warm hart toe dragen, doen mee door er met hun bedrijfsvoering rekening mee te houden.
Tot slot
Als afsluiting van de weidevogelochtendwandeling werd er een spel gepeeld. De kinderen moesten de juiste eieren bij de afbeeldingen van een aantal weidevogels leggen.
Ynske en ik vonden de ochtend zeer geslaagd. De kinderen hadden veel soorten op hun waarnemingslijstje staan en we konden daarom met een voldaan gevoel afscheid van hen nemen.
Wat ons betreft smaakt het naar meer.
geef een reactie