www.boswachtersblog.nl/ Oostvaardersplassen

Prachtige snippen in de Oostvaardersplassen

28 februari 2025 Boswachter Douwe Brouwer in Oostvaardersplassen

Je wandelt door het bos wanneer plotseling, met een scherpe krijs, een vogel een paar meter voor je voeten wegvliegt. Het beestje heeft je al lang gehoord of zien aankomen, maar als je te dichtbij komt, slaat het toch op de vlucht. In een soort paniekvlucht vliegt het vaak met klapperende vleugels weg, terwijl jij nog bijkomt van de schrik en tegelijkertijd zo snel mogelijk je verrekijker of fototoestel pakt om te proberen het prachtige beestje vast te leggen. (Beeld: Houtsnip, Birdphoto.nl)

De afgelopen tijd liep ik meerdere keren met een collega door het Hollandse Hout, het Kotterbos, het Oostvaardersveld en het Bufferbos. We waren bezig met een inventarisatie van een aantal poelen en genoten van het prachtige decor. De Flevolandse bossen zijn vrij uniek in soortensamenstelling en bodem in vergelijking met de rest van Nederland. Nergens vind je bossen op zulke rijke gronden met zoveel loofbomen, waar de vegetatie zo weelderig groeit. Ook hebben deze jonge bossen, in verhouding tot andere bossen in Nederland, een hoge diversiteit aan vogels. Op voedselrijke grond groeien veel planten die voedsel bieden in de vorm van nectar, zaden, bessen en noten, wat weer insecten aantrekt. Deze insecten trekken vervolgens veel vogels aan. Twee soorten die goed vertegenwoordigd zijn in Flevoland zijn de hout- en watersnip. Ook deze kwamen we geregeld tegen, al zie je ze vaak pas als ze vlak voor je voeten wegvliegen.

De Houtsnip

Zoals gezegd, is de houtsnip een typische soort die je bijna nooit ziet. Je loopt door het bos en ineens vliegt hij met een aparte krijs een paar meter voor je voeten weg.
De houtsnip is een bijzondere vogel omdat hij de enige steltloper is in Europa die in het bos leeft. Het is een vrij gedrongen beestje met een mooie lange, rechte snavel van 6 tot 8 cm, die vooraan zwart is en naar de kop toe overgaat in roze/oranje. Hij is voornamelijk bruin met een tekening van dorre blaadjes en dus goed gecamoufleerd. Hij is 33 tot 35 cm groot en heeft een spanwijdte van 56-60 cm. Als je hem goed kunt bekijken, zie je dat het verschil met de watersnip voornamelijk is dat de houtsnip brede dwarsbanden boven op zijn kop heeft.
De houtsnip is een solitair levende bosvogel met een voorkeur voor vochtige loof- of gemengde bossen met een rijke ondergroei. Ze zijn dus minder te vinden in de bossen op de hogere zandgronden en meer in de polderbossen. Regenwormen staan op het hoofdmenu, maar ook insecten zoals kevers of slakken gaan er goed in. In Nederland is de houtsnip zowel stand- als trekvogel, wat betekent dat ze hier broeden en jaarrond blijven (standvogel), maar dat er ook vogels vanuit het noorden hierheen komen en vogels hiervandaan in de winter naar de Britse eilanden of Zuidwest-Europa vertrekken.

Balts en broeden
De grootste kans om een houtsnip te zien is tijdens de bijzondere balts. In de avond- of ochtendschemer van het voorjaar vliegen de mannetjes met schokkende vleugelslag net boven de bomen. Tegelijkertijd maken ze een knorrend geluid dat wordt afgewisseld met een soort nies. Een bijzonder en prachtig gezicht om mee te maken. Houtsnippen broeden op de grond, de legtijd is tussen eind maart en eind juli en ze kunnen één tot twee broedsels per jaar hebben. Het vrouwtje legt meestal vier eieren en de broedtijd is 21 tot 24 dagen.

Waar kan je ze vinden
Overal waar meer bos en of struweel is en waar de bodem vochtig is. Dus dat kan zijn in het Hollandse Hout, het Kotterbos of het Oostvaardersbos, maar ook in het Oostvaardersveld of in het Bufferbos.

Vroege Vogels heeft een mooi item over de balts van de houtsnip, op de website van de Vogelbescherming is een leuk item met Erwin Kompanje te vinden.

Houtsnip. (beeld: Jonathan Leeuwis, Staatsbosbeheer)

 

Watersnip

Aangezien we met poelen bezig waren in het bos, vloog er soms ook een snip bij zo’n poel weg. Hierbij viel het op dat de snip zigzaggend wegvloog en er duidelijk wit te zien was aan de achterkant van de vleugels.
De watersnip is een rode lijst soort en dus bedreigd in Nederland. Hij leeft vooral in kruidenrijk grasland, veengebieden, natte heide en rietland. Hij houdt zich vooral op bij water en poelen. Qua uiterlijk lijkt hij erg veel op de houtsnip. Hij is 25 tot 27 cm groot en heeft een spanwijdte van 44-47 cm. De snavel is geel/oranje bij de kop en loopt, net als bij de houtsnip, over in zwart. Wat opvalt (als je hem goed kunt bekijken) is dat de kop en rug in de lengte gestreept zijn, zie afbeelding. Dit is een duidelijk verschil met de houtsnip. De watersnip broedt nog maar weinig in Nederland, maar als trekvogel en wintergast wordt hij hier veel gezien. Het voedsel bestaat uit wormen, insecten en larven, maar ook plantaardig materiaal.

Balts en broeden
De balts van de watersnip is net als die van de houtsnip bijzonder. In het voorjaar duikt hij in zijn vlucht omlaag waarbij hij zijn buitenste staartpennen spreidt, die hierbij een blatend geluid maken. Ook de watersnip broedt op de grond. De legtijd is tussen april en juni, meestal één broedsel met over het algemeen vier eieren. De broedduur is 17 tot 21 dagen.

Waar kan je ze vinden
Er zitten geregeld watersnippen op de slikkige oevers van de eilandjes voor het Natuurbelevingcentrum De Oostvaarders. Ze zijn goed gecamoufleerd, maar als je goed kijkt heb je vrij grote kans ze daar te zien.

Op de website van Bij12 wordt toegelicht hoe de stand van deze Rode lijst soort is.


Watersnip. (beeld: Marjan Adema van Beek)

Verstoring

Beide soorten broeden op de grond. Daarmee zijn de jongen gevoelig voor verstoring. Wandelaars die van de paden afgaan of loslopende honden zijn een gevaar voor de jonge snippen. Ook om deze reden starten we straks weer de “Kraamkamer van de Moeder Natuur” campagne. Helpt u mee met het beschermen van deze prachtige vogels?

 

Het Bokje!

En dan zit er ook nog een bokje in het Oostvaardersveld! Al veel gedeeld op facebook ondertussen, maar hij moet hier ook even vermeld worden natuurlijk.
Het bokje (Rode lijst soort) is de kleinste snip, hij lijkt sprekend op de watersnip, maar is met zijn 17 tot 19 cm een stuk kleiner. De spanwijdte van zijn vleugels is zo’n 34-42 cm en hij heeft een beduidend kortere snavel dan de watersnip. Ook heeft het bokje, naast de strepen op kop en rug, duidelijke strepen op de flanken, waar de watersnip dit niet heeft. De watersnip foerageert regelmatig in groepjes, het bokje zie je meestal alleen.
Het bokje houdt van lage moerasvegetatie zoals natte weilanden, venen, rietlanden en slootkanten. Het eten van het bokje bestaat uit larven, wormen, slakjes en zaden.

Broeden
Er zijn geen broedparen van het bokje bekend in Nederland. Hij komt hier als doortrekker en als wintergast. Hij broedt in Scandinavië, de Baltische staten tot Siberië.

Waar kan je ze vinden
Ook dit jaar wordt het bokje weer waargenomen in de Oostvaardersplassen, het Oostvaardersveld is “the place to be”!

Bokje. (beeld: Marjan Adema van Beek)

 

Op de website van vogelskijken.nl is een mooie plaat te vinden met de drie snippen en hun kenmerken.

reageren

geef een reactie

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog