Nieuw plantseizoen komt er aan
De herfst is volop gestart en het bos maakt zich op voor de winterrust. Dat betekent bijvoorbeeld voor ons als boswachters dat er weer een nieuw seizoen aan komt om bomen en struiken te planten, dit jaar zo’n 10 hectare. We blijven het bos verjongen om allerlei redenen. Veel activiteit dus in het bos waar we regelmatig vragen over krijgen.
Waarom is verjonging van het bos nodig?
Er zijn verschillende redenen. Door de dodelijke ziekte essentaksterfte zijn er veel essen dood gegaan en zijn kansloze, zieke essen weggehaald. Die vervangen we liefst zo snel mogelijk door nieuwe bomen, anders overwoekert de vrijgekomen ruimte met hinderlijke planten zoals de reuzenberenklauw of braam.
Een andere reden is, dat er bij de aanleg van het jonge polderbos veel populieren en wilgen zijn geplant. Sommige soorten kunnen heel oud worden maar in Flevoland zijn veel nieuwe ‘klonen’ gebruikt, waarvan men destijds nog niet precies wist hoe ze zich zouden ontwikkelen. Soms zit het mee, soms zit het tegen en zijn de bomen nu, na een jaar of vijftig aan het eind van hun Latijn. Ze vallen om, er waaien stukken uit of ze worden ziek. Ook in dat geval worden er nieuwe boompjes geplant. Deze twee situaties krijgen bij ons voorrang in de verjonging. In alle gevallen planten we combinaties van boomsoorten aan die goed bij elkaar passen. Dit doen we om risico’s van ziektes, klimaatverandering en verdroging of vernatting zo goed mogelijk te kunnen opvangen. Daarnaast zorgen mengingen voor afwisseling, goed voor variatie in planten, dieren, paddenstoelen en ander leven, de ‘biodiversiteit’.
Hoe bepaal je welke plekken je dit seizoen gaat verjongen en wanneer maak je daar een plan voor?
Om de rust in het bos te bewaren werken we in ‘werkblokken’. Het bos is verdeeld in 3 blokken. Iedere 2 jaar doen we al de kap- en verjongingswerkzaamheden in één blok. We kiezen per werkblok de plekken waar verjonging het meest dingend nodig is. We kappen daar de bomen, zo kleinschalig mogelijk om niet te grote gaten in het bos te maken. Daarnaast bereiden we de plantplekken voor, zodat grote takken en stukken van boomkronen niet in de weg liggen bij het planten. We denken dus voor kappen en verjongen een eind vooruit met onze plannen. Voorbeeld: als we de te kappen bomen in 2024 ‘markeren, het ‘blessen’ doen we in 2025 de houtoogst, de voorbereiding van de plantplaats in 2026 en planten we in het plantseizoen 2026/2027.
Welke boomsoorten en combinaties daarvan kies je en waarom?
Boomsoorten moeten goed bij hun ‘groeiplaats’ passen, in ons geval klei, en ook de waterstand moet in orde zijn. Ook heel belangrijk is, dat de boomsoorten gecombineerd kunnen worden. De ene groeit bijvoorbeeld harder dan de ander. Ook heeft de ene veel licht nodig terwijl de andere juist goed tegen schaduw kan. Daarnaast is afwisseling in het hele bos belangrijk, dus gebruiken we ook niet op iedere plek dezelfde, op zich goede boomsoort of combinatie van soorten. Populieren planten we niet gemengd vanwege hun snelle groei en lichtbehoefte. Goede combinaties zijn bijvoorbeeld die van esdoorn, beuk en zoete kers voor donkere plekken en van eik, haagbeuk en linde op lichte plekken. Er zijn nog veel meer goede combinaties maar het voert te ver om die hier allemaal te noemen.
Wanneer moet je bomen gaan bestellen?
De jonge boompjes die we planten zijn vaak twee of drie jaar oud als ze de kwekerij verlaten. Niet ieder jaar kunnen van alle boomsoorten voldoende boompjes van de juiste kwaliteit worden gekweekt dus moeten we ze op tijd bestellen, nu nog één jaar voor het plantseizoen, maar twee jaar is wenselijk vanwege alle onzekerheden.
Waar moet je bij de bosverjonging allemaal op letten?
Kort gezegd: heel veel verschillende dingen. Dat is het vakmanschap van de boswachter. Zo moeten de boompjes zorgvuldig worden vervoerd naar de plantplaats. De tere wortels mogen niet in het directe zonlicht en in de wind liggen, anders drogen ze uit. Vervolgens moeten ze netjes rechtop en niet te diep of juist te ondiep worden geplant. Ze moeten ook stevig staan. Er moet voldoende ruimte zijn om te kunnen werken met een plantmachine of een machine die plantgaten maakt. Er moeten dus niet overal takken, boomwortels en stukken van boomkronen liggen, die moeten van tevoren dus worden versnipperd en worden weg geharkt. Om te voorkomen dat de verse boompjes meteen door het wild worden opgegeten moeten ze worden beschermd. Elke boom met een speciale beschermingskoker of een hele beplanting met een raster, dat ruim van tevoren moet zijn geplaatst.
Houd je al rekening met klimaatverandering?
Ja, het bos moet heel lang meegaan dus hoe eerder, hoe beter. We spelen op klimaatverandering in door vooral te mengen uit oogpunt van risicospreiding. Valt één soort uit, dan heb je altijd nog de andere soorten van de menging over. Daarnaast kiezen we natuurlijk soorten die goed tegen droogte kunnen en zorgen we dat de waterhuishouding op orde is. Ook kijken we naar de herkomst van de zaden waaruit de boompjes zijn gekweekt, door bijvoorbeeld herkomsten te kiezen uit delen van Europa waar nu al het klimaat is dat we hier nog gaan krijgen. Tenslotte passen we op hele kleine schaal boomsoorten toe die niet in Nederland voorkomen maar wel in andere delen van Europa, of zelfs daarbuiten. Een streng geselecteerd groepje soorten die naar verwachting beter met het veranderende klimaat om kunnen gaan en zich niet ‘invasief’ gedragen. We gebruiken dus de tijd die we nog hebben om ervaring met zulke boomsoorten op te doen, bijvoorbeeld met de boomhazelaar, de elsbes , de amberboom en de zwarte noot.
Het bos van de beheereenheid Oostvaardersplassen bestaat uit het Oostvaardersbos en het Kotterbos waar het recreatieve gebruik een belangrijke rol speelt en het Hollandse Hout. Ook daar zijn recreanten van harte welkom, maar de natuur en de productie van hout wordt er niet vergeten. De keuze voor verschillende boomsoorten in het geval van verjonging kan in deze bosgebieden verschillen.
Hoe ga je om met lastige soorten als dijkviltbraam en reuzenberenklauw?
Steeds vaker kan de bosbezoeker deze soorten tegenkomen. Beide soorten houden van licht en ruimte. Die ontstaan logischerwijs bij de bosverjonging, dus proberen we zo kleinschalig mogelijk te werken. Daarnaast bestrijden we reuzenberenklauw lokaal met de hand en met een trekker met frees. Bij de dijkviltbraam zijn we zelf aan het onderzoeken hoe we deze het beste kunnen bestrijden.
geef een reactie