Koereigers veroveren Nederland
Afgelopen week verschenen er meerdere artikelen in de media over de ‘oprukkende’ koereiger. Het valt ons als beheerders ook op dat er naast grote en kleine zilverreiger de laatste jaren ook steeds meer koereigers te zien zijn in de Oostvaardersplassen.
Tijdens hun maandelijkse monitoringsrondes, waarbij de vogels in het ‘droge’ deel van de Oostvaardersplassen worden geteld, maken Henk Hupkes en Jos Scholten altijd prachtige foto’s om hun verslagen meer kleur te geven. Op 7 oktober lieten ze weer mooie plaatjes zien van burlende herten, zeearenden en dodaarsjes. Maar net als de voorgaande maanden maakten ze ook weer foto’s van koereigers die als onverschrokken witte ruiters op de ruggen van konikpaarden meedeinen met de trage pas van de grazende dieren.
Persoonlijk gaat mijn hart altijd iets sneller kloppen als ik deze vogels zie. Een stuk kleiner dan de algemene grote zilverreiger (die overigens ook nog niet zo lang geleden naar de Oostvaardersplassen is gekomen om hier te gaan broeden) maar mooier, zeker in het voorjaar wanneer de mannetjes worden gesierd met geeloranje veren op de kruin, rug en de borst. Een staalharde blik vanuit gele ogen met een contrasterende zwarte pupil. Je weet dat je als insect niets meer in te brengen hebt als die ogen vanaf de rug van een paard of rund je hebben gespot.
Maar hoe zit dat nou met die koereigers?
Is het toeval de we ze steeds meer zien? Volgens de specialisten van SOVON is het een trend. Op hun nieuwsite staat: De Koereiger blijkt een blijvertje in Nederland en het lijkt erop dat de grote aantalsexplosie die bekend is uit andere delen van de wereld in ons land op het punt staat te gebeuren. In 2021 en 2022 werd door drie paren gebroed in De Wieden. In 2023 telde onze broedpopulatie vijf paren: in De Wieden (4) en op de Sasseplaat (1). In 2024 gaat het al om 29 tot 31 broedparen verdeeld over maar liefst zes kolonies).
De koereiger heeft zich over alle continenten verspreid en verschuift haar broedlocaties meer naar het Noorden. En nu dus ook meerdere broedparen in de Oostvaardersplassen!
De uitbreiding van de Koereiger wordt toegeschreven aan de wereldwijde uitbreiding van de landbouw, met name het groeiend oppervlak agrarisch grasland en geïrrigeerde gewassen, zoals rijstvelden. Bovendien speelt temperatuur een belangrijke rol in het voorkomen van Koereigers. Opwarming van de aarde blijkt gunstig te zijn voor met name de noordwaartse uitbreiding van het verspreidingsgebied. Tegelijkertijd is op korte termijn een aantalsafname vastgesteld op het Iberisch schiereiland als gevolg van de droogte.
In een bijdrage van Omroep Flevoland is Albert de Jong (Vogelonderzoeker bij Sovon kenniscentrum) aan het woord: “Zachte winters zorgen ervoor dat de soort ook in Nederland kan overwinteren. De koereigers zijn ook nu nog niet vertrokken; in de afgelopen week zijn de vogels nog gespot in de Oostvaardersplassen. We zien dat koereigers ook in Nederland blijven overwinteren en verwachten dat het een blijver is, ook in Flevoland”
‘Shifting baselines’
Wie weet gaat het met de koereiger dezelfde kant op als met de grauwe gans en de grote zilverreiger. Soorten die in de jaren ’70 als broedvogel een zeldzaamheid waren en nu in zomer en winter zo bij het Nederlandse weidelandschap horen. En hoe gaan we ons dan verhouden tot deze prachtige vogel?
In de eerder genoemde bijdrage van Sovon wordt al een voorproefje gegeven in de terloopse zin: Dat de koereiger inmiddels zo algemeen is dat deze in sommige landen als plaagdier wordt beschouwd.
Zelf hoop ik te kunnen blijven refereren aan de periode dat ik de eerste koereigers in Nederland zag en dat er broedparen in de Oostvaardersplassen zijn vastgesteld. En dat mijn hart toen sneller ging kloppen bij het zien van een konikpaard met een witte ridder op zijn rug.
geef een reactie