Bron: Defensie/Harm Mooibroek

Voor het eerst is er een proef gedaan met drones om de grote grazers in de Oostvaardersplassen te tellen.

Jaarlijks vindt er in oktober een zogenaamde ‘helikoptertelling’ plaats om in kaart te kunnen brengen hoeveel grote grazers (herten, runderen en paarden) er in de Oostvaardersplassen grazen.

Door deze tellingen steeds op dezelfde wijze uit te voeren konden trends in de aantallen dieren worden vastgesteld, maar was het moeilijk om de exacte aantallen dieren te tellen. Doordat je in ‘stroken’ over het gebied vliegt bestaat er natuurlijk altijd de kans dat je dubbeltellingen krijgt, doordat de dieren door het gebied bewegen. Daarnaast kan je gemakkelijk herten in het moerasgebied over het hoofd zien wanneer ze in de dichte rietvegetatie verblijven.

In een zoektocht naar alternatieve manieren om het aantal dieren in kaart te kunnen brengen werd al eerder nagedacht over de inzet van drones. Dit jaar zijn de ‘reguliere’ helikoptertellingen voorafgegaan door tellingen met behulp van drones.

Staatsbosbeheer heeft Defensie gevraagd te ondersteunen bij de tellingen van de grote grazers. Voor Defensie (en daarmee voor ook voor Staatsbosbeheer) gaat het om een proef om te kijken of drones beter werken dan het tellen van dieren vanuit de helikopter. Als de proef slaagt kunnen de tellingen met drones serieus worden overwogen voor de toekomstige tellingen.

Defensie beschikt over drones waarmee kan worden gefilmd en waarmee ook warmtebeelden kunnen worden gemaakt. Al eerder dit jaar is onderzocht wat de ideale vlieghoogte zou moeten zijn om de dieren goed te kunnen zien. Er is drie keer geteld, waarbij met twee drones naast elkaar in stroken werd gevlogen om overlappende gebieden op beeld vast te leggen (en waarmee dubbeltellingen kunnen worden voorkomen).

De dronebeelden worden naast de foto’s, die vanuit de helikopter worden gemaakt, gelegd. De komende maanden zullen we gebruiken om de beide beelden te analyseren en we hopen in het jaarverslag voor de Oostvaardersplassen 2024, dat begin 2025 verschijnt, de resultaten te kunnen presenteren.

We willen Defensie bij deze hartelijk danken voor haar inzet en enthousiasme om mee te helpen bij de monitoring.