Nieuw beheerplan voor het Trekweggebied, konikpaarden verhuizen naar Duitsland
De afgelopen maanden is hard gewerkt aan een nieuw beheerplan voor het Trekweggebied. In het gebied tussen de Lage Vaart en de A6 van ongeveer 100 hectare groot wordt binnenkort een ander beheer gestart. Een belangrijke verandering is, dat de konikpaarden het gebied gaan verlaten en dat er in de toekomst runderen het gebied gaan begrazen.
Er werd al enige tijd gewerkt aan een nieuw beheerplan voor het Trekweggebied. De doelstellingen voor het gebied werden met het huidige beheer en de jaarrondbegrazing met konikpaarden onvoldoende gehaald. Om deze doelen te kunnen bereiken, wordt binnenkort onder meer seizoensbegrazing met runderen ingevoerd.
Doelstellingen van het Trekweggebied
Het gebied van ruim 100 hectare dient in eerste instantie als foerageergebied voor kiekendieven. Het bestaat voornamelijk uit kruiden- en faunarijk grasland, heeft drie plassen en aan de randen bos en struweel. Het gebied is beleefbaar vanaf de Trekweg en vanaf een drietal uitzichtheuvels. Het beheer is er op gericht om deze verschillende soorten begroeiing in stand te houden. Het Trekweggebied is tevens de ‘etalage’ van de Oostvaardersplassen en daarmee voor het Nationaal Park Nieuw Land. Vanaf de A6 hebben automobilisten zicht op een natuurgebied met waterpartijen, gevarieerde vegetatie, een rijk vogelleven en grote grazers.
Hoe werd het gebied beheerd?
Tot 2020 was het beheer van het gebied vooral gericht op het ontwikkelen van vegetatie die aantrekkelijk is voor muizen. Door middel van het maaien in stroken en het inzaaien van verschillende plantensoorten, werd de basis gelegd voor het ideale leefgebied voor muizen, die langs de randen van de hogere vegetatie goed zichtbaar waren voor jagende kiekendieven. In 2020 is jaarrondbegrazing door konikpaarden ingevoerd. In totaal werden er in 2020 46 konikpaarden vanuit het kerngebied van de Oostvaardersplassen naar het Trekweggebied gebracht.
Knelpunten in het beheer
Het beheer met begrazing door konikpaarden heeft niet de gewenste fauna- en kruidenrijke graslandvegetatie opgeleverd. De vegetatie is steeds dichter geworden en wordt gedomineerd door zogenaamde ruigtekruiden zoals distels, zuring en brandnetels. De inzet van paarden heeft vooral geleid tot een mozaïek van kort begraasde delen en plekken met hoge verruigde vegetatie, zonder geleidelijke overgangen tussen deze delen. Voor muizen en kiekendieven is deze vegetatiestructuur minder geschikt.
Hoe nu verder?
Om de doelstellingen voor zowel de kiekendieven als de natuurdoeltypen te kunnen halen geeft het nieuwe beheerplan een aantal opgaven. Om te komen tot goed ontwikkelde kruidenrijke graslanden moeten we dichte, eenvormige vegetaties voorkomen en zorgen voor meer afwisseling tussen kortere en langere vegetatie, ruigere delen en meer open plekken en soms ook nattere en drogere delen.
Voor de jagende kiekendieven is een muizenrijk gebied nodig. Dit bestaat uit een afwisseling van korte en ruigere vegetaties met plantensoorten die veel zaden vormen als voedsel. Daarbij moeten we zorgen voor meer dynamiek in de vegetatieontwikkeling waarbij sterk verruigde delen in natuurlijke ontwikkeling worden teruggezet om vervolgens weer te kunnen verruigen. Met name de pioniersvegetatie zijn interessante leefgebieden voor muizen.
Deze beheeropgaven kunnen worden bereikt door seizoensbegrazing met grote grazers, eventueel aangevuld met maaibeheer om te sterke verruiging tegen te gaan. In plaats van de jaarrondbegrazing met paarden zal er gestart worden met seizoensbegrazing met ingeschaarde runderen. De verwachting is dat met begrazing met runderen de natuurdoelen voor het gebied bereikt kunnen worden. Runderen zorgen met hun graasgedrag voor overgangen in de vegetatiestructuur van kortgrazig tot ruig. De verwachting is dat seizoensbegrazing met ingeschaarde runderen in de komende vijf jaar de gewenste vegetatie oplevert.
Konikpaarden vertrekken naar Duitsland
Sinds een aantal jaren is Staatsbosbeheer in de Oostvaardersplassen bezig om het aantal grote grazers te verminderen. In dat kader wordt er voor de konikpaarden steeds gezocht naar geschikte gebieden binnen en buiten Nederland waar ze hun bestaan als vrijlevende dieren kunnen voortzetten. Dit voorjaar heeft een Duitse organisatie contact met ons gezocht omdat zij in een voor hen nieuw gebied in het Thüringerwald konikpaarden zochten voor natuurlijke begrazing om de biodiversiteit te vergroten.
In mei van dit jaar hebben we een bezoek gebracht aan de gebieden in Duitsland om een oordeel te kunnen vormen over de terreinomstandigheden en het beheer van de konikpaarden. Dit heeft in augustus geleid tot een tegenbezoek aan de Oostvaardersplassen en het tekenen van een overeenkomst.
De Duitse organisatie heeft ruimte voor ongeveer 100 konikpaarden in een drietal aaneengesloten gebieden in het middelgebergte Het Thüringerwald. De Duitse partner heeft jarenlange ervaring met de inzet van paarden en runderen voor natuurbeheer en we hebben met hen kunnen afspreken dat de konikpaarden uit de Oostvaardersplassen als vrij levende dieren in familieverband door kunnen leven in de nieuwe gebieden.
We leveren in totaal op dit moment ongeveer 90 paarden. Het merendeel van de paarden (ruim 60 dieren) uit het Trekweggebied zal binnenkort hun gebied verlaten en naar hun nieuwe leefgebied in Duitsland worden overgebracht. Voor een familiegroep van ruim 30 dieren hebben we moeten beslissen om ze naar de slacht te brengen. Ook de paarden uit het Oostvaardersveld Noord worden uitgevangen en naar Duitsland overgebracht. Hiermee ontstaat in het Oostvaardersveld ruimte om eventueel paarden uit het Kerngebied daar heen te kunnen brengen.
We houden je via deze blog op de hoogte van de ontwikkelingen rond het transport van de paarden. Daarover dus in de komende weken meer.
geef een reactie