www.boswachtersblog.nl/ Oostvaardersplassen

2021, een jaar lang soorten tellen.

6 januari 2022 Boswachter Hans-Erik Kuypers in Oostvaardersplassen

Wielewaal foto: Frank van Groen

De teller stond op 31 december om 23:59 uur op 3205 verschillende soorten. Aan het jaar 2021 is een einde gekomen en daarmee ook aan de uitdaging om afgelopen jaar minimaal 2021 verschillende soorten dieren, planten, mossen en paddenstoelen binnen de grenzen van het Nationaal Park Nieuw Land te registreren via waarneming.nl.

‘2500 soorten zou haalbaar moeten zijn’

Hiervoor was op waarneming.nl een speciale ‘Bioblitzpagina’  gemaakt waarop overzichtelijk de stand van zaken werd gepresenteerd. Wie heeft welke soort, waar aangetroffen. De waarnemingen werden zo mogelijk voorzien van een niet altijd even scherpe foto (waarnemers zijn niet per se goede fotografen). Na de registratie worden de waarnemingen beoordeeld door specialisten en bij hun goedkeuring van een groen vinkje voorzien.

En wat heeft dat jaar lang waarneming en soorten registreren nou opgeleverd? Allereerst een ontzettend leuk jaar met een bijzondere uitdaging. In de tweede plaats (of misschien toch de eerste plaats) verwondering over de aantallen verschillende soorten en betrokkenheid van het enorme aantal waarnemers en actieve natuurliefhebbers, die mee hebben gedaan met het verzamelen van de puzzelstukjes.

Waar we in december 2020 nog een voorzichtige doelstelling hadden geformuleerd van 2021 soorten (2500 moest haalbaar zijn) werd in juni 2021 deze mijlpaal al gehaald. Omroep Flevoland besteedde hier aandacht aan.

De bakens werden verzet. Zou toch gaaf zijn wanneer we aan het einde van het jaar 3000 verschillende soorten zouden halen? Ook dat is dus ruimschoots gelukt.

Voor wat betreft het doel moet ik aantekenen dat de verwachtingen niet zo hoog gespannen waren. In tegenstelling tot extreem soortenrijke duingebieden, natuurlijke rivieruiterwaarden, of schralere natuurgebieden in het Oosten van het land, waar in een jaar wel 5000 soorten kunnen worden geteld, biedt de rijke zeeklei van de Flevopolder weliswaar voedsel in overvloed, maar doorgaans minder variatie in soorten. Dit zien we bijvoorbeeld terug in aantal plantensoorten. Een paar soorten doen het extreem goed, maar laten vaak weinig ruimte voor andere planten. In Flevoland spreken we dan vaak van bio-massaliteit, veel van weinig. Dat betekent overigens niet dat we geen zeldzame soorten hebben en dat er alleen maar brandnetel groeit op de van nature voedselrijke grond. Plantensoorten als rode ogentroost en moerasandijvie zijn elders in Nederland en Europa zeldzaamheden. We komen ze hier juist in grote aantallen tegen.

rode ogentroost foto: Menno Boogaard

De resultaten van de Bioblitz laten vooral zien dat er zo veel meer leven is dan je in eerste instantie zou denken. 2800 waarnemers, waaronder geïnteresseerde bezoekers die met de Obsidentify-app soorten registreerden en soortgroepspecialisten met loepjes en camera’s registreerden ruim 110.000 waarnemingen afgelopen jaar.

Waarneming.nl en dus ook de Bioblitzpagina geeft 20 verschillende soortgroepen weer. Bovenaan staat de soortengroep Nachtvlinders en micro’s  met 492 verschillende soorten, gevolgd door planten (473 soorten), kevers (317 soorten), vliegen en muggen (305 soorten) en vogels (254 soorten).  De lijst wordt afgesloten met reptielen en amfibieën (7 soorten).

Top tien waarnemers

Ik wil hier nu niet elke soortgroep langsgaan om bijvoorbeeld bijzondere waarnemingen te bespreken, dat is afgelopen jaar via deze blog en andere kanalen al eerder gebeurd, maar wil toch aandacht besteden aan een aantal waarnemers die een bijzondere bijdrage hebben geleverd aan het 2021 soortenjaar (Zonder daarmee alle andere 2800 waarnemers te kort te willen doen).

Kijkende naar de top tien van waarnemers staat met stip Ton Eggenhuizen bovenaan. Ton heeft aan het begin van het jaar al geroepen dat we het aantal van 2021 al in mei zouden halen en hij heeft hier persoonlijk, met zijn zoon Victor, een groot aandeel in gehad. Als Stadsecoloog van de gemeente Almere was hij in weekenden en lunchpauzes op pad, vooral in de strook land en water die de Lepelaarplassen en de Oostvaardersplassen verbindt om alles wat hij tegenkwam te registeren. We zien zijn registraties vooral terug in de soortengroep ‘Algen, wieren en eencelligen’ met microscoop foto’s van doorzichtige organismen die hij op naam heeft weten te brengen.

cyphoderia ampulla foto: Ton Eggenhuizen

Het viertal Ico Hoogendoorn, Jan-Paul Jongejans, Frank Böinck en Jack Windig waren vooral in het donker in het Nationaal Park te vinden. In het Hollandse Hout hebben ze zich tal van avonden met stroop en met licht beschenen witte doeken gestort op nachtvlinders. Een extreem soortenrijke groep waar de meesten van ons het bestaan niet van kennen.

groot avondrood foto: Jan-Paul Jongejans

Ook Marion Tieman en Eric Roeland waren regelmatig in verschillende delen van het Nationaal Park te vinden. Eric heeft zich vooral op vogels, vlinders, libellen, wespen en bijen gericht (dus eigenlijk alles wat langs kwam vliegen). Marion is echt een alles-registreerder en toont een enorme brede interesse in alles wat groeit en bloeit. Afhankelijk van het seizoen richtte ze zich op verschillende soortgroepen. In het najaar vooral  gefocust op paddenstoelen, in het voorjaar en zomer op planten. Ook zij kan niet zo maar voorbij gaan aan een sprinkhaan of een mossoort zonder deze even op naam te brengen en te registreren.

Andre van den Berg en collega Tjibbe Hunink zijn beroepshalve veel in het veld te vinden en zijn voor wat betreft kennis van soorten van alle markten thuis. Of het nu vogels zijn of watertorren, vleermuizen of planten. Je ziet ze bij beiden terugkomen in hun dagelijkse waarnemingen.

Eerste en laatste waarnemingen

Dat het Nationaal Park Nieuw Land, bestaande uit de Lepelaarplassen, Oostvaardersplassen, De Marker Wadden en een groot deel van het Markermeer, vooral bekend en geliefd is vanwege de  vogels is komt ook duidelijk naar voren in de eerste registraties. Het is niet een ree of een vos, maar een meerkoet die op 1 januari 2021 in de ochtend wordt genoteerd. Op die eerste dag van het jaar werden meer dan 90 vogelsoorten waargenomen en vastgelegd. Een nieuwjaarsdag waarin veel vogelaars op pad gingen om gewone, maar ook hele bijzonders soorten, zoals de bruine boszanger, roerdomp en de klapekster waar te nemen.

kleine klapekster foto; Hugo Wieleman

De zeearend is en blijft het icoon voor het Nationaal Park. Met 3262 waarnemingen werd deze vogel het vaakst geregistreerd, gevolgd door een veel minder bekende relatief nieuwe vogelsoort: De cetti’s zanger. Deze werd 3240 keer geregistreerd. Op 20 december werd de laatste vogelsoort aan de lijst toegevoegd (nr. 254): De witbuikrotgans. Maar de natuurlijke rijkdom van het gebied bleek nog zoveel groter te zijn!

En als allerlaatste soort voegde Ton Eggenhuizen op 31 december 20:45 uur de cyphoderia ampula aan de reeks van 3204 soorten toe, een eencellige, die in het water ‘zweeft’.   De meeste aaibare soorten waren natuurlijk allang genoteerd, en een eindspurt van soorten met prachtige Latijnse namen, maar minder toegankelijke eencelligen, wieren en algen werd volledig door Ton ingezet.

Heel veel dank ook aan alle soortgroepspecialisten van soortenorganisaties Floron, Eis, Werkgroep paddenstoelen Flevoland, Landschapsbeheer Flevoland, bryologen en molluskenkenners die een dagdeel, dag of zelf meerdere dagen in de Lepelaarplassen, Oostvaardersplassen en de Markerwadden hebben vertoefd om met loepjes en microscopen soorten op naam te kunnen brengen. Dank dus ook aan de terreinbeheerders binnen het nationaal park die deze bezoeken aan soms afgesloten delen van het gebied mogelijk hebben gemaakt.

gewone bosmuis foto: Rob Baars

Met het afsluiten van het 2021 soortenjaar is de lat voor een herhaling in de toekomst hoog gelegd. Ongetwijfeld zijn er meer soorten aanwezig, maar is de tijd van afgelopen jaar op. In de zich nog ontwikkelende Flevopolder met de relatief jonge (50 jaar is echt jong) en zelfs zeer jonge natuurgebieden (De Marker Wadden) zullen nog veel meer soorten hun weg vinden naar het Nationaal Park Nieuw Land. Bij een herhaling van de Bioblitz over enkele jaren durf ik dan ook gemakkelijk de stelling aan dat we 3300 soorten gaan vinden. Dan ga ik er natuurlijk wel van uit dat alle 2800 waarnemers weer even enthousiast mee doen en dat Corona geen roet meer in het eten gooit voor wat betreft publieksactiviteiten om verschillende soortgroepen onder de aandacht te brengen en specialistenexcursies met studenten.

Op een gezond en natuurrijk 2022!

 

 

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog