200 vogelsoorten geteld in het Nationaal Park Nieuw Land
Het is nu 29 april en tijd voor een korte terugblik op het verloop van het 2021-soorten-jaar in het Nationaal Park Nieuw Land. Inmiddels zijn er in totaal 1230 soorten waargenomen en geregistreerd op de Bioblitz pagina van waarneming.nl en na één kwartaal zijn we al minder dan 40% verwijderd van het doel om dit jaar minimaal 2021 soorten in onze gebieden Lepelaarplassen, Marker Wadden, Oostvaardersplassen en het Markermeer te vinden. In dit blog vooral aandacht voor het passeren van de mijlpaal van de 200 verschillende vogelsoorten die dit jaar op Koningsdag werd bereikt.
Maar liefst 200 soorten! Klinkt best goed toch? Zoals als alles in het leven is dit getal echter ook relatief. Als je kijkt wat er dit jaar aan vogelsoorten in heel Nederland is waargenomen (431 soorten) dan is dit nog minder dan de helft. Voor heel Flevoland geldt dat er sinds 1 januari 2021 222 vogelsoorten zijn geregistreerd en dat er jaarlijks zo’n 300 verschillende soorten worden waargenomen. Het aantal van 250 soorten binnen de begrenzing van het Nationaal Park zou in deze context best haalbaar moeten zijn. We zijn dus een eind op weg.
Wat mij betreft is het vooral leuk om even terug te kijken naar de afgelopen 4 maanden. Wie waren hier in de winter en wie waren de vroege terugkeerders? Hadden we veel vreemde eenden en dwaalgasten?
De afgelopen weken is het weer snel gegaan met de meldingen over terugkerende broedvogels. Waar het in de winter nog lekker overzichtelijk is om geluiden te herkennen; met een handje vol vogelgeluiden kom je al een heel eind. Nu moet je echt je best doen om de ‘tjlip’ van een ‘pwieeet’ te onderscheiden en dan nog eens de-niet alledaagse-vogels een plekje geven. Bijna niet te doen.
Januari
Op 1 januari 2021 barstte het gelijk los. Over de hele dag werden al meer dan 80 soorten gezien en geregistreerd. Wilde zwanen, vuurgoudhaantjes, ijsvogels en natuurlijk kramsvogels en koperwieken. Als hele speciale dwaalgast kwam de bruine boszanger langs. Deze vogel broed in Siberië en overwintert in het oosten van India. Ze heeft hier de status ‘zeer zeldzaam’. Januari leverde in totaal 130 verschillende vogels op met een zwarte ibis, een koereiger en enkele roodhalsganzen als bijzondere waarnemingen.
Februari
Na zo’n vliegende start lijkt februari tegenvallend met 13 nieuwe soorten. Februari had een koude periode met sneeuw en ijs. Misschien dat dit haar effect had op koukleumende vogelaars of verstopte vogelsoorten, maar veel werd er niet genoteerd. Wel werd in de Oostvaardersplassen een velduil waargenomen en kwamen mooie foto’s langs van een bokje en houtsnippen in de sneeuw. Op 25 februari werd de eerste blauwborst waargenomen. Daarna volgden snel veel meer waarnemingen en prachtige foto’s van een van de mooiste vogels van ons Nationaal Park.
Maart
Deze maand stond voor zo’n 25 waarnemingen. Meer en meer broedvogels keren terug. Het riet begint weer lawaai te maken met rietzangers en kleine karekieten die zich een territorium toe-eigenen. Ook de eerste snor en fitis waren te ontdekken en altijd mooi om de eerste boerenzwaluwen over het water te zien scheren. Ja, dan is het echt voorjaar. Nog leuk om te vermelden is dat een aantal kraanvogels en een visarend het gebied bezochten. Het zou zo mooi zijn als die visarend eens een jaartje bleef zitten om hier en nest te gaan bouwen en te broeden. Volgend jaar misschien?
April
Deze april werd gekenmerkt door een ongewoon weerpatroon met hele warme dagen afgewisseld met koude dagen. De bomen en planten wisten niet goed wat ze er mee aan moesten. Bloeien en bladeren laten ontluiken of juist alles nog even gesloten houden in afwachting van enig stabiel en warm voorjaarsweer.
Met 31 nieuwe vogelsoorten lijkt het weer er niet zo veel toe te doen. Je kunt er op je terugtocht vanuit het zuiden dan ook waarschijnlijk geen rekening mee houden dat het op de plaats van bestemming net iets kouder is dan voorgaande jaren. En op je broedplek moet je er maar het beste van maken. De nachtegaal en de gierzwaluw zijn terug en geven direct kleur aan de kakafonie van geluiden in het struweel en hoog in de lucht. Dat geldt ook voor de koekoek die alom overheersend op zoek is naar een mooie gelegenheid om haar ei in het nest van een kleine karekiet te droppen.
De meeste broedvogels zijn nu wel terug en ik ben dan ook heel benieuwd wat we in mei nog aan nieuwe soorten kunnen ontdekken. Misschien hier een daar een dwaalgast of toch nog een laat binnenkomende broedvogel. De overwinterraars trekken weer naar het noorden. Gewoontegetrouw verlaten de brandganzen de Oostvaardersplassen halverwege mei en zoeken hun broedplekken op in Nova Zembla en Noord-Zweden.
Natuurlijk houden we je op de hoogte van het komen en gaan van de vogels in het Nationaal Park. Kijk anders even op de Bioblitzpagina voor alle soorten die er zijn geregistreerd in de afgelopen maanden.
geef een reactie