Kuddebeheer in de Oostvaardersplassen
Meerdere keren per week doen de boswachters die het kuddebeheer onder hun hoede hebben controlerondes langs de grote grazers. In dit blog lees je meer over de controles en de huidige conditie van de dieren.
Tijdens hun controlerondes kijken de boswachters of er dieren zijn die afwijkend verdrag vertonen of zichtbaar een verwonding of blessure hebben. Als dit geconstateerd wordt, dan wordt dit dier extra in de gaten gehouden. We blijven dit dier monitoren en hebben, als dit nodig is, contact met de dierenarts.
Kuddebeheer in de praktijk
De afgelopen week zijn de conditiescores van de grote grazers weer vastgelegd door de dierenarts. In een uitzending van Omroep Flevoland legt hij uit wat er allemaal komt kijken bij het scoren van de condities en wat het soms ingewikkeld maakt. Het is soms lastig om dichtbij de dieren te komen. Met name de herten en runderen trekken vaak weg als je er in de buurt komt. Deze week konden we, ondanks het onstuimige weer op de dag van de controle en de slechte terreinomstandigheden, een aantal kuddes toch goed benaderen.
De winter is tot nu toe heel zacht. Op veel plekken groeit het gras zelfs dankzij de hoge temperaturen. Dit zien we ook terug in de conditie van de dieren. De conditie van de paarden blijft gelijk vergeleken met de vorige check. De gemiddelde Body Condition Score (BCS) van de paarden is nog steeds 4 op de schaal van 5, waarbij 5 heel dik is. Dit geldt ook voor de paarden in de vangweide en in het Oostvaardersveld. De conditie van de runderen is licht gedaald. Waar eind november de gemiddelde BCS ruim 2,9 was, is deze nu gezakt naar 2,8. De edelherten zijn in goede conditie en zeer alert en actief, zoals te verwachten is met deze temperaturen.
Winterkost
Tijdens de rondes met de dierenarts kijken we ook naar de beschikbaarheid van voedsel voor de dieren. Dat is er in alle gebieden waar grazers lopen nog voldoende. Het wintermaal van de grote grazers bestaat uit korte, groene grassprietjes, twijgen en vooral ruigtes van verdorde graspollen en kruiden. Tot de ruigtes behoren bijvoorbeeld wilgenroosjes, dauwbraam, brandnetel, akkerdistel, kruldistel en speerdistel. Deze planten werden in de zomer niet of nauwelijks aangeroerd en zijn nu dus nog volop aanwezig.
In de winter moeten de dieren vaak wel wat meer moeite doen om het beschikbare voedsel te vinden. Ze moeten grotere afstanden af leggen en soms trappen en woelen ze met hun hoeven de bodem om, om zo voedzame plantenwortels te vinden. Ze creëren daarmee een open pioniermilieu in een gesloten grasmat. Hierdoor ontstaan er kiemplekken voor kruiden en plekken waar koudbloedige dieren, zoals amfibieën of insecten in het vroege voorjaar snel kunnen opwarmen.
Bijvoeren
Zoals eerder al genoemd is de winter tot nu toe zeer zacht. Mede hierdoor is er is nog voldoende voedsel beschikbaar voor de dieren. Als het nodig is gaan we bijvoeren. Uitgangspunt hierbij blijft dat gebrek aan voedsel geen aanleiding mag zijn voor uitval bij de dieren.
Hiervoor is de Body Condition Score de belangrijkste ‘meetlat’. Deze BCS wordt algemeen gehanteerd bij de conditiebepaling van paarden en runderen. Het is een vijfpuntschaal waarbij score 1 min of meer gelijk staat aan heel mager, score 3 optimaal is en score 5 heel vet is. De afspraak is dat we bij een gemiddelde BCS van 2 bij de runderen of paarden zullen bijvoeren.
geef een reactie