Ganzen in de Oosvaardersplassen
De winter is in aantocht. Een periode waarin trekkende ganzen de Oostvaardersplassen bezoeken en foerageren op de grazige delen van het gebied. Het gaat hierbij dan om grote aantallen grauwe ganzen, brandganzen en kolganzen.
Nog even terug in de tijd: In 1982 werd aan het moerasdeel van de Oostvaardersplassen, dat sinds 1975 omringd werd met een kade, zo’n 2000 hectare grasland en struweel toegevoegd. Met deze uitbreiding ontstond in de randzone een groot opvanggebied voor ganzen die anders verspreid over Flevoland zouden verblijven. Soorten waarvoor de Oostvaardersplassen zijn aangewezen als leefgebied en foerageergebied.
Overwinteraars in de Oostvaardersplassen
In de winter doen grote groepen ganzen, op hun trek naar het zuiden de Oostvaardersplassen aan of verblijven hier de hele winter om in het voorjaar weer terug te gaan naar hun broedgebieden in het hoge noorden. Om welke ganzen gaat het dan?
De kolgans
Volgens gegevens van de Vogelbescherming/SOVON komen er tussen de 800.000 en 1 miljoen vogels naar Nederland om te overwinteren. De dieren broeden op de toendra’s in Noor- Siberië en een groeiend aantal (enkele honderden) broedt tegenwoordig ook in Nederland. In de winter komen ze hier om te foerageren in voedselrijke graslanden, dicht bij open water. Een gebied als de Oostvaardersplassen is voor hen een ideaal gebied. ’s Avonds komen grote aantallen om te overnachten in het gebied.
Op basis van onze maandelijkse telling in (een deel van) het grazige deel van de Oostvaardersplassen krijgen we een indicatie van de start van dit overwinteringsseizoen. Begin september werd er ‘slechts’ 1 kolgans geteld bij de vaste telpunten in het gebied. Eind oktober waren dit er ruim 200.
Kolganzen lijken op grauwe ganzen, maar onderscheiden zich door de kenmerkende zwarte ‘vegen’ op de borst en de witte ‘bles’ rond de snavelbasis. Doorgaans vertrekken de kolganzen weer rond maart richting Noordwest Rusland en Siberië.
De grauwe gans
Nederland is van ouds-her een overwinteringsgebied voor de grauwe gans. Deze gans heeft voor de Oostvaardersplassen een bijzondere betekenis als vogel die het leefgebied voor andere moerasvogels geschikt maakt. Met hun graasgedrag houden ze delen van het moeras open, waarmee ruimte ontstaat voor vogels die hier weer van profiteren (steltlopers, lepelaars en zilverreigers). De wintergasten verlaten de Oostvaardersplassen doorgaans eerder dan de kolganzen en de brandganzen en vliegen dan terug naar hun Scandinavische broedgebieden.
In september van dit jaar werd er bij de monitoring in een deel van het grazige gebied 1 grauwe gans geteld. Vanaf dezelfde telplekken werden er eind oktober bijna 2000 dieren geteld. Dit aantal zegt weinig over de absolute aantallen in het hele Oostvaardersplassengebied, maar geeft wel aan dat het om een veelvoud van de aantallen vogels die in het voorjaar en de zomer in het gebied verblijven.
Deze prachtige zwart-witte gans zoekt in oktober de Oostvaardersplassen op en verlaat het gebied rond half mei om weer terug te vliegen naar het hoge noorden (Nova Zembla en Noord Scandinavië). Het gaat hierbij om grote groepen van duizenden ganzen die overdag op de grazige delen foerageren.
Het zijn vooral de brandganzen die in deze periode opvallen. Delen van de Beemdlanden en de graslanden aan de zijde van Almere kunnen bedekt zijn met duizenden ganzen. Vooral spectaculair is het wanneer ze opvliegen als een vos nadert of een zeearend overvliegt.
geef een reactie