Door Henk Hupkes, vrijwilliger bij Staatsbosbeheer.

Zoals al eerder vermeld, wordt er één keer in de maand in het droge deel (het zogenaamde buitenkaadse deel van het gebied) op een aantal vaste percelen de vogels geteld. Dit keer was ik op 1 april in het veld, en enkele belevenissen van die dag wil ik graag met jullie delen.

Het is heel normaal in deze tijd van het jaar, maar toch was ik enigszins verbaasd dat de grauwe ganzen alweer met kleine pullen rond zwommen. Terwijl de ene ganzensoort al jongen heeft,  zit de andere gans, de brandgans,  nog in groten getale te wachten op de terugreis naar het hoge noorden, broedend rond de poolcirkel. De laatste decennia hebben ze trouwens hun verspreidingsgebied aardig uitgebreid, ze broeden nu ook in het Oostzeegebied  en o.a. in ons land. Zij die de kustgebieden van Groenland, Spitsbergen of Nova Zembla opzoeken hebben nog een hele reis voor de boeg en moeten daar zich in korte tijd voortplanten. Eén voordeel is dat ze wel 24 uur licht hebben.

Lekker liggend in de zon, werd deze vos door mij in zijn slaap gestoord.
Mogelijk is dit de rekelvos en ligt de moervos bij haar jongen, die in deze periode geboren worden. De rekelvos is zo’n 15% zwaarder dan de moervos. Er is hier in het Oostvaardersplassengebied genoeg voedsel voor handen voor vossen. Ze eten van alles, zoals kadavers van edelherten maar ook ganzenpullen staan op het menu. Het is soms best lastig als je getuige bent van de vos die de tedere kuikentjes grijpt, je bent geneigd om in te grijpen maar zo gaat het in de natuur, het is eten of gegeten worden. Het is maar net waar je in de voedselpiramide staat, en dat is maar goed ook, want alle ganzenkuikens kunnen nu eenmaal niet allemaal groot worden.

Aan het eind van de winter is de conditie van een aantal hoefdieren  zover terug gelopen dat het in te schatten is of zij het voorjaar wel of niet zullen halen. Dit is afhankelijk van het weer, maar ook van de conditie die zij in de vorige zomer hebben opgebouwd. Als de het groeiseizoen kort is, bijvoorbeeld doordat het een koele droge zomer was, zal de conditie van de dieren aan het begin van de winter niet optimaal zijn. Dat betekent dat een deel van de dieren in de winter niet voldoende reserves hebben opgebouwd om het voor jaar te halen. Deze dieren worden tijdig door de beheerders afgeschoten om mogelijk leed onder de dieren te voorkomen.

De kadavers van runderen en paarden worden zo veel mogelijk afgevoerd, terwijl de kadavers van de edelherten blijven liggen. Deze trekken dan enkele tientallen raven aan, en geven een extra verrijking aan het hele ecosysteem. Het is niet voor niets, dat de raaf sinds enkele jaren broedvogel is in en om het Oostvaardersplassengebied.

Meerdere keren hoorde ik één of enkele regenwulpen over komen, hun roep is een heel kenmerkend trillend biebiebiebie….. Maar omdat ze vrij hoog overvliegen en ze af en toe roepen, is het soms heel lastig om ze in beeld te krijgen. Het is een echte trekvogel die in West Afrika overwintert en op de taiga in het hoge noorden broedt.
De grotere aantallen zie je in de Wadden, maar ze trekken ook over het binnenland door. De regenwulp lijkt veel op de wulp, maar is wat kleiner met een kortere snavel en een donkere oogstreep.

De tellingen
Onderstaande tellingen zijn van de vaste telgebieden.