Uit het veld: even voorstellen
Mijn naam is Henk Hupkes en werk sinds 1968 bij Staatsbosbeheer. Daar heb ik diverse dingen gedaan, maar nu ben ik Gis-medewerker. Gis staat voor Geografisch Informatie Systeem. Dit betekent gegevens verwerken en kaarten vervaardigen (digitaal). Eind dit jaar neem ik afscheid van mijn werkgever en ga dan in 2015 gewoon door als vrijwilliger. Omdat het veldbezoek elke keer weer een hele belevenis is, wil ik u via deze weg in woord en beeld, kort op de hoogte houden van mijn resultaten. Dit betreft niet alleen de vogels, maar ook andere natuurbelevenissen.
Vogels tellen
Om te weten wat de gevolgen van beheer in een gebied zijn, is het nodig om een aantal zaken te ‘monitoren’, regelmatig op dezelfde wijze te inventariseren van flora en fauna. Ik heb het voorrecht om maandelijks op een aantal vaste plekken de vogels te mogen tellen, in soort en aantal. Alle vogels die binding hebben met het betreffende perceel worden geteld, zo ook de vogels die vliegend boven het terrein foerageren. Overtrekkende soorten worden niet genoteerd.
Soort en aantallen
Deze maandelijkse telling bestaat uit 11 afgebakende percelen in het droge deel van de Oostvaardersplassen, waar ik binnen een vastgestelde tijd, meestal 30 min, de soort en de aantallen noteer. De gezamenlijke oppervlakte van de 11 telgebieden bedraagt ongeveer 450 ha, dit is nog geen kwart van de oppervlakte van het droge deel. De gegevens worden digitaal vastgelegd om allerlei analyses uit te voeren.
Seizoenen
De bronst is nu voorbij en sommige herten zijn niet helemaal ongehavend gebleven. In de 11 telgebieden heb ik in oktober 44 verschillende vogelsoorten geteld. Is dat veel of weinig? We gaan het de komende tijd zien. Het hangt sterk af van de seizoenen. Door het relatief zachte weer waren er nog insecteneters aanwezig zoals de tapuit. De distels zijn met hun zaden nog steeds een goede voedselbron voor vinkachtigen en dat leverde maar liefst 441 putters op. Toch is het ook onmiskenbaar dat de winter voor de deur staat.
Smelleken
Minder algemene vogelsoorten zijn er in een groot natuurgebied als de Oostvaardersplassen altijd wel. Deze keer was het een smelleken. Deze kleinste valk broedt in Noord Europa vooral op de toendra’s en is hier veelal in het najaar en de winter te zien. Ze komen dan vooral voor in open gebieden en de kust, het huidige landschap in de Oostvaardersplassen is een uitgelezen terrein voor deze soort. Door zijn geringe grootte, valt hij in boom of struik slecht op, bovendien zitten ze ook vaak op de grond. Meestal zie je hem als hij met zijn snelle vleugelslag voorbij flitst op jacht naar kleine zangvogels zoals vinken en piepers.
Met vriendelijke groet,
Henk Hupkes
Monitoring
geef een reactie
N.Dijkshoorn
Beste Henk en Hans,
Ik juich dit initiatief zeer toe!!
Ik ben al langer van mening dat de vogels van de Oostvaadersplassen te weinig aandacht krijgen. Dat lijkt nu sterk te gaan verbeteren. Ik zie deze berichten met belangstelling tegemoet!!
vr.gr.
Nico