Waar zijn de vogels in het veld gebleven?
In de weilanden van Laag Holland zijn vrijwel altijd veel vogels te zien. Ook in de winter. Tijdens een kwakkelwinter zie je bijvoorbeeld veel groepen kieviten. Maar ook groepen met ganzen, goudplevieren en wulpen vind je dan in de weilanden. In en langs de sloten zie je tijdens de winter ook veel smienten en de witte zilverreiger. Allemaal vogels die hier overwinteren, omdat we een mild klimaat hebben. Dat betekent dat hier de gehele winter gewoon wormen te vinden zijn en het gras groen is. Maar zodra er een strenge vorstperiode aankomt lijken al die vogels opeens verdwenen. Waar zijn ze dan gebleven?
Het draait om eten
Afgelopen week kwam er opeens veel sneeuw en ijs. En vanaf het begin van deze strengere winterperiode zag ik geen vogel meer in het veld. In de tuin zag ik nog wel wat vogeltjes. De mezenbolletjes deden hun werk. Zo zag ik onder andere roodborstjes, ringmussen en spreeuwen voorbij komen en kwamen zelfs de waterhoentjes de tuin in om voedsel te zoeken. Dus eigenlijk is het heel logisch. De vogels gaan waar hun eten is te vinden.
Voedsel is ook de reden dat sommige vogels in de herfst naar het zuiden vertrekken. Weidevogels komen in het voorjaar naar Nederland om zich voort te planten en vanaf dat moment zijn er ook veel wormen beschikbaar. Wanneer er door (extreme) droogte aan het eind van de zomer geen wormen meer te vinden zijn is dat één van de redenen om naar het zuiden te vertrekken.
Voorbij de vorstgrens
Zodra er strenge vorst is dan gaan de wormen steeds dieper in de grond zitten en is de bovenlaag van de grond ook keihard. Het voedselaanbod is meteen heel schaars geworden. Verschillende vogelsoorten kunnen dan niet meer bij de wormen. Daarom moeten bijvoorbeeld de kieviten, goudplevieren en ook wulpen al snel naar het zuiden vliegen om aan eten te komen. Zo reizen deze vogels de vorstgrens achterna en gaan ze naar plekken waar de grond nog niet bevroren is. Bijvoorbeeld in Frankrijk of Engeland.
Op zoek naar een veilig toevluchtsoord
Er zijn naast vogels die wormen eten ook de graseters. Zoals de smienten en vele ganzensoorten. Een smient is een mooie, kleine eendensoort die in grote getale overwintert in Nederland. Ze zoeken plekken met veel gras dat naast slootjes en grotere waterpartijen ligt. Dat is ook handig wanneer er gevaar dreigt, zoals een vos of bunzing, dan kunnen ze snel het water in vluchten. Maar zodra het goed begint te vriezen zijn deze vogels hun toevluchtsoord in de meren en sloten kwijt. Hier gaat het er dus niet zo zeer om dat zij niet bij het gras kunnen komen, maar is hun veilige (overnachtigs)plek weg! De oplossing is daar ook logisch; op zoek naar grotere wateren, die niet dichtvriezen. Vaak trekken de smienten en ganzen dus naar de grotere rivieren in Nederland.
Goed kijken
Toch zag ik nog best wat watervogels bij mij in de omgeving. Bijvoorbeeld in de Beemster waar veel sloten niet bevroren waren door de brongasinstallaties. Deze installaties pompen het gas uit de ondergrond en daar komt dan warmer water naar de oppervlakte. Dat is een mooie plek voor groepjes smienten om te verblijven. Ook in weilanden waar minder sneeuw lag zag ik nog groepjes met ganzen eten.
Laat de lente maar komen
Het was eventjes leuk om weer een echte winterperiode mee te maken, maar deze is nu voorbij en de temperatuur gaat alweer omhoog. Vanzelf wordt alles weer groen. Voor vogels is deze week best zwaar geweest, gelukkig zullen ze snel weer genoeg voedsel en schuilplekken hebben. Maar goed ook, want in maart start het broedseizoen! Ik verwacht dan ook alle verschillende vogels, zoals de kievit en grutto, vrij snel alweer terug in Nederland. En dan kunnen ze hier straks weer beginnen met nestelen en gaan ze hopelijk een succesvol broedseizoen tegemoet!
geef een reactie