www.boswachtersblog.nl/ Noord-Holland

De navel van Elswout

15 mei 2017 Boswachter Marieke Schatteleijn in Noord-Holland

Wie regelmatig wandelt door Elswout- of er langs fietst- kan het niet zijn ontgaan; de sluis is in de afgelopen maanden gerestaureerd. De sluis is niet zomaar een gebouw, het is de ‘navel’ van Elswout.  Het was weliswaar Molijn die begin 17e eeuw begon met het aanleggen van de buitenplaats, maar met het bouwen van de sluis door de tweede eigenaar begon de ontwikkeling van het huidige Elswout pas echt.  

De sluis is van halverwege de 17e eeuw. In deze periode zwaaide Marselis de scepter over Elswout. Deze commissaris van de koning van Denemarken was werkelijk stéénrijk. Zijn enorme fortuin dankte hij onder meer aan de wapenhandel. Dit zie je terug in zijn familieschild op het poortgebouw. Met trots worden op het witte schild de kanonnen gepresenteerd- kennelijk iets waar je je in die tijd niet voor hoefde te schamen. Marselis gaf de buitenplaats de naam Elswout, en hij liet de koetshuizen, het poortgebouw, de sluis en de sluiswachterswoning bouwen.  

Dankzij deze sluis beschikt Elswout vanaf die tijd over een eigen, gesloten waterhuishouding. Dit was uiteraard bijzonder handig voor de zandwinning. Het zand werd afgevoerd met bootjes en dan is een constante waterhoogte wel zo efficiënt. Molijns zandvaart(nu bekend als de Marcelisvaart) functioneerde als de navelstreng; bouwmaterialen werden aangevoerd en het zand werd via deze route afgevoerd naar Haarlem waar het gebruikt werd voor de stadsuitbreiding. Op Elswout werden de afgegraven locaties omgetoverd tot de formele, geometrische tuinen die toen in de mode waren. 

Het gesloten watersysteem is nu niet meer nodig voor het afvoeren van zand, maar de sluis zorgt er nog steeds voor dat Elswout over zijn ‘eigen’ water beschikt. Het waterpeil is hoger dan dat van sloten uit de omgeving waardoor er nooit (vervuild) water uit de omgeving naar binnen stroomt. De aanvoer bestaat enkel uit schoon, kalkrijk kwelwater via de duinen aangevuld met regenwater.  Dit draagt bij aan de grote rijkdom aan planten op de buitenplaats 

De sluis zélf is ook voedingsbodem van bijzonder leven. De oude, vochtige muren, opgebouwd met poreuze bakstenen en kalkrijke mortel zijn de ideale groeiplaats voor de Tongvaren. Deze zeldzame plant houdt van schaduw, vocht en kalk en vindt in de sluismuren zijn ideale leefomgeving. Een zeldzame plant leidt altijd tot een jubeltje bij de boswachters. Maar zorgde in dit geval ook voor wat hoofdpijn. De oude sluismuren zijn vervallen en moesten nodig gerestaureerd worden. Hoe kon dit worden aangepakt met behoud van de varens? 

Er werd een plan gemaakt; waar de muur het toeliet werd deze niet verwijderd, maar werkten we om de varens heen. Voor het herstel gebruikten we materialen waar de varen goed op gedijt. De nieuwe mortel is kalkrijk en vocht doorlatend heeft de juiste zuurtegraad voor de planten. Mortel volgens oud recept dus, van vooral zand en gebrande schelpen (voor de liefhebber, google op kalkboek en er gaat een wereld voor je open). Op plekken waar de bakstenen ernstig beschadigd waren, zijn de complete ‘brokken’ muur mét varens weggehaald. De bakstenen werden vervangen en de varens verplaatst naar een nieuwe locatie op Elswout. 

Nu de restauratie voltooid is, kan de sluis weer vele jaren mee. En daarmee ook de Tongvaren die met zijn herstelde woning zijn toekomst verzekerd ziet. De verhuisde varens hebben inmiddels een nieuw thuis en zorgen hopelijk voor heel veel nieuwe generaties Tongvarens.

 Het herstel van de sluis werd is mede gefinancierd door de Provincie Noord-Holland.

Deze tekst verscheen eerder als column in het Bloemendaals Nieuwsblad

 

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog