www.boswachtersblog.nl/ Noord-Holland

Bomen vellen voor een soortenrijker bos

29 januari 2024 Boswachter Mikal in Noord-Holland

Om te bepalen welke bomen ruimte moeten krijgen, kijken we omhoog. Foto: Lotte Sprengers

Een boswachter die door een bos loopt, kijkt bijna nooit recht voor zich uit. Zeker als hij of zij bezig is keuzes te maken voor de toekomst van het bos.

Onze Nederlandse bossen kenmerken zich doordat ze bijna allemaal op enig moment zijn aangeplant. In het Robbenoordbos en Dijkgatbos zijn nagenoeg alle bomen vlak na de Tweede Wereldoorlog aangeplant. Daarmee zijn ze ongeveer even oud en ontbreekt een gezonde opbouw in leeftijd in het bos. Om ook voor de toekomst een divers bos te behouden is het van belang nieuwe bomen meer ruimte te geven. Dat doen we door een aantal bomen in het bos weg te halen, dat heet dunnen.

Kijk omhoog

Om de ontwikkeling in het bos goed te zien kijken wij boswachters vaak omhoog. Hoeveel licht door het bladerdak valt, geeft een beeld van hoeveel ruimte bomen hebben om zich te ontwikkelen. Zodra het bladerdak zich sluit, wordt de concurrentie om licht heviger. Licht dat essentieel is voor de fotosynthese en dus de groei van de boom.

In een natuurlijker bos treft je namelijk bomen aan in allerlei levensfase. Van zaailing tot woudreus, van zaadje tot aftakelende dode boom. Iedere fase kent zijn eigen samenleving van dieren, planten en schimmels. Reden om het bladerdak van de vitalere bomen meer ruimte geven. Zo kunnen zij uitgroeien tot de woudreuzen van de toekomst. Minder concurrentiekrachtige bomen worden geveld om ruimte te brengen in het bos. Ruimte waar liefst zoveel mogelijk bomen van profiteren.

Dus lopen we om de paar jaar door het bos en blessen (voorzien van een kleurstip) bomen. We zoeken naar vitale bomen die lang zullen blijven en kijken in de omgeving waar ruimte kan komen voor nieuwe ondergroei. Daarvoor moeten de gebleste bomen wijken. En door om de paar jaar terug te komen versterken we de diversiteit van het toekomstige bos; in leeftijd, in soorten en in licht en schaduw.

Een stip op een boom heet in bosbouwtermen een ‘bles’.

Inspectie van boven en beneden

Nadat de keuzes voor de te vellen bomen zijn gemaakt worden alle bomen langsgelopen om te kijken of er geen bijzondere natuurwaarden zijn die reden zijn om andere keuzes te maken. We kijken onder andere naar roofvogelnesten, mierenhopen, nestholtes, bijzondere planten in de omgeving en verblijfplaatsen van vleermuizen.

Perspectief voor het hout

Het hout dat vrijkomt wordt langs de weg gelegd en zal als FSC-hout gebruikt worden voor in de woningbouw, bijvoorbeeld als meubelplaat en zaaghout of, afhankelijk van de kwaliteit, voor papier. Delen die hiervoor niet bruikbaar zijn, zoals de kroon en takken, laten we gedeeltelijk liggen als voeding voor het bodemleven en bieden we deels aan als biomassa voor groene energie.

Herplant of natuurlijke verjonging

Op een aantal locaties waar we de dunning uitvoert zullen we jonge bomen van inheemse soorten terug planten. Op andere plekken zorgt natuurlijke verjonging voor nieuwe bomen en meer variatie in het bos.

Na de boswerkzaamheden zullen we op een later moment op verschillende plekken jonge bomen terugplanten. – Foto: Isabella Merkestijn

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog