Boswachter ecologie Claudia Wessel onderzoekt de floraontwikkeling in de Westelijke Langstraat.

Dat de Nederlandse natuur onder druk staat is geen groot geheim. De ontwikkelingen in de huidige landelijke politiek geven de natuurliefhebbende burger (en Staatsbosbeheer collega) weinig moed.

Dit kan het gevoel geven dat beheer en extra maatregelen maar weinig zoden aan de dijk zetten. Dit is ten onrechte. Maatregelen hebben, verspreid over de hele provincie, wel degelijk tot hele mooie resultaten geleid. Voor de flora geven we hieronder enkele voorbeelden.

Voorbeelden buiten Natura 2000

Op de Castelresche heide in het Merkske blijft het aantal gevlekte orchissen zich uitbreiden. Enkele jaren geleden vond de toenmalige boswachter ecologie de eerste exemplaren. Daarna bleven de aantallen zich uitbreiden, tot enkele tientalen exemplaren dit jaar. Ook in andere delen van het Merkske vinden gunstige ontwikkelingen plaats. Met heel wat rode lijstsoorten gaat het goed. Mooie voorbeelden hiervan zijn de uitbreiding van Spaanse ruiter en een nieuwe vestiging van moeraswespenorchis.

Helemaal spectaculair zijn de ontwikkelingen ten noorden van Breda in de vierde Bergboezem. Natuurherstel, en het opvolgende beheer, resulteerden in de terugkeer van heel wat (zeer) zeldzame soorten. Hoogtepunten zijn de grote aantallen draadgentiaan die dit jaar door de boswachter ecologie voor het eerst zijn gevonden. Een vrijwilliger spotte de ronde zegge.

Ook vooruitgang binnen N2000

Binnen de verschillende Natura 2000-gebieden zijn maatregelen getroffen. Dit leidde in het Dal van de Broekloop tot onder andere de terugkeer van kruipend moerasscherm, die zijn kans greep nadat de verrijkte toplaag van de bodem werd verwijderd. Kruipend moerasscherm is een zeer zeldzame soort die zelfs Europese bescherming geniet. De eerste vondst werd gemaakt door een vrijwilliger maar de boswachter ecologie heeft dit jaar nog enkele nieuwe groeiplaatsen erbij gevonden. Dit belooft dus veel goeds.

De maatregelen in de Langstraat beginnen resultaat op te leveren. De eerste vochtige hooilandsoorten hebben zich al laten zien. Ook echte moerassoorten als driekantige bies, bruin cypergras en het zeer zeldzame waterlepeltje hebben zich gemeld. De laatstgenoemde soort lijkt bezig te zijn met een opmars. Ook in de Moerputten is deze soort op enkele plekken vlakdekkend aanwezig en de soort lijkt de kansen die natuurherstel bieden volledig te benutten.

Als laatste voorbeeld mag de ontwikkeling op Soerendonks goor worden genoemd. Hier heeft natuurherstel geleid tot de aanwezigheid van tal van (zeer) zeldzame soorten waaronder de drijvende waterweegbree. Deze soort is, net als kruipend moerasscherm, zo zeldzaam dat hij Europese bescherming geniet.

Natuurherstel werkt

Maatregelen en beheer leiden dus tot successen. Vanzelfsprekend moet er nog heel wat werk verzet worden voor behoud en herstel van een gezonde natuur. Maar bovenstaande positieve resultaten laten zien dat we het niet voor niks doen en dat Staatsbosbeheer in staat is om een belangrijke bijdrage te leveren aan behoud van de Brabantse biodiversiteit.