www.boswachtersblog.nl/ Noord-Brabant

Koninklijke reigerkolonie in het Mastbos

19 maart 2024 staatsbosbeheerwestbrabant in Noord-Brabant
Reigerkolonie Mastbos

Pa en ma reiger op hun nest

Als je op de parkeerplaats van het Mastbos staat en naar boven kijkt, zie je de contouren van nesten in de naaldbomen. Nesten van één van de vroege broeders in ons land: de blauwe reiger. Nu alles nog kaal is, zijn ze goed te zien. Je zou niet denken dat het vroeger een hele schuwe vogel was.

De blauwe reiger is een inheemse soort, hij komt dus van nature in ons land voor. Na de Tweede Wereldoorlog werd de blauwe reiger flink bejaagd. Met als gevolg een dieptepunt van zo’n 3500 broedparen. Niet gek dus, dat je ze vroeger zelden zag. In 1979 werd de Europese Vogelrichtlijn aangenomen en dat betekende bescherming voor de reiger en zijn nest. Ook nu nog is de blauwe reiger een beschermde soort die niet verstoord mag worden. Overheden, terreinbeheerders en waterschappen zijn zelfs verantwoordelijk voor de verbetering van de waterkwaliteit en dat reigers zich thuis voelen in een gebied.

Boswachter ecologie Jarno van Bussel is blij dat de reiger zich in het Mastbos zo thuis voelt. “Het blijft wel gek dat de kolonie zo dicht op een stuk van het bos zit waar veel mensen komen. Blijkbaar valt de verstoring door ons wel mee. In het vroege voorjaar kom ik hier vaak kijken. Deze vogels blijven me fascineren. Zie je hoe de snavel van beide ouderdieren wat roder zijn dan normaal? En de lange zwarte veren achter op de kop? Dat is hun broedkleed. Prachtig.”

De blauwe reiger broedt, anders dan zijn soortgenoten de grote zilverreiger en de purperreiger, in kolonies in bomen. De voorkeur gaat uit naar plekken waar rovers moeilijk bij kunnen komen. “Boven in zo’n hoge naaldboom zit je natuurlijk prima,” legt Jarno uit. “Maar aan de eierschalen op de grond te zien, zijn er toch andere dieren op rooftocht geweest.” Het nest bestaat uit wat slordig samengevlochten takken. Het blijft een gek gezicht, zo’n grote vogel op lange stelten, zijn evenwicht zoekend in een hoge boom. De 4 tot 6 blauwgroene eieren worden tussen de 23 en 28 dagen uitgebroed. “Als je hier over een week of 2/3 terugkomt, heb je kans dat je de jongen hoort krijsen, want helemaal zuiver klinkt het niet,” glundert Jarno.

Elk jaar worden de nesten in de kolonie geteld door Jarno en zijn collega’s. “Vorig jaar zaten we op 40 nesten. We hopen dat het elk jaar zich iets uitbreidt. Als beheerder van het Mastbos zorgen wij ervoor dat het bos en de gebieden eromheen voldoende voedsel bieden voor deze reigers. Vissen, kikkers, maar ook muizen en mollen in grasland eten ze graag. Het is een geweldig gezicht als je een blauwe reiger een muis naar binnen ziet werken. Hap, slik, weg. Ongelofelijk.”

Het heeft wel iets koninklijks, je nest bouwen zo hoog in een boom. Uitkijkend over de brede, statige dreven die er al sinds de 16e eeuw liggen. Rustig je eieren uitbroedend en straks je kroost vertellen over de rijke historie van Breda en haar Mastbos. Zodat die vogels volgend jaar terugkomen om hun jongen op dezelfde plek groot te brengen.

* In de uitzending van BinnensteBuiten op 18 maart zie je Marieke Schatteleijn en boswachter Egbert Eilander die een bezoek brengen aan deze bijzondere kolonie.

Reigerkolonie in Mastbos
Pa en ma reiger zitten op hun nest (foto: Jarno van Bussel)
reageren

geef een reactie

  • Han Messie
    21 maart 2024 om 15:13

    RUIG EN LIEF

    De reiger is vindingrijk
    jaagt op voedsel
    in weilanden
    aan rivieren
    zoekt het desnoods
    bij drukke stadsgrachten
    mijdt kieskeurigheid
    alles wat door zijn keelgat kan
    verdwijnt snel naar binnen
    de wilde schrokop
    ontziet geen enkel klein dier

    desondanks
    verlangt de ruwe rakker
    naar hecht gemeenschapsleven
    grote groepen nesten
    bovenin hoge bomen
    zorgen voor knus samen zijn
    en sterken van nieuw teer leven
    onder rauwe kreten.

  • Han Messie
    19 maart 2024 om 14:59

    Een reiger mag een muis of kikker eten. Gun hem dat hapje maar graag. Maar ja, een reiger eet alles wat door zijn keelgat kan, en maakt dan weinig onderscheid.
    Vorig jaar zag ik hoe bij een vijver in de Hoge Vugt een reiger eendenkuikens opvrat, het ene na het andere, zo een hele reeks. Wat een strop voor moeder eend! Nee, dat was heus gen prettig aangezicht.

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog