Akkerenven Kortenhoeff deel 2: hoe de ene plant ons helpt de andere te bestrijden
In een eerdere blog is er reeds verteld over de aanpak van de invasieve exoot watercrassula in het Akkerenven op de Brabantse wal. Het uitbaggeren van het ven en het verwijderen van de watercrassula is inmiddels uitgevoerd en het ven lijkt klaar te zijn voor de toekomst. Maar we zijn er nog niet! Invasieve soorten als watercrassula verspreiden zich erg gemakkelijk via allerlei wegen en kunnen dus een recentelijk geschoond gebied weer bereiken. Dit kan bijvoorbeeld via vogels. Staatsbosbeheer heeft allerlei aanvullende maatregelen getroffen in het Akkerenven om de hervestiging van watercrassula zo moeilijk mogelijk te maken (zoals bijv. het loskoppelen van een sloot met voedselrijk water) maar het voorkomen dat vogels hier komen uitrusten en/of foerageren hoort daar vanzelfsprekend niet bij. Immers vogels vertegenwoordigen een belangrijk deel van de natuurwaarden in de terreinen op de Brabantse wal.
Hulptroepen
Om toch in enige mate voorbereid te zijn op een nieuwe besmetting schakelt Staatsbosbeheer hulptroepen in. Hierbij moet niet worden gedacht aan een leger van vrijwilligers of boswachters die permanent het terrein gaan bewaken maar aan hulp vanuit de natuur zelf. Die is er namelijk in de vorm van oeverkruid. Deze plant lijkt op het eerste gezicht de laatste kandidaat om tegenwicht te bieden aan watercrassula. Oeverkruid is klein van stuk, blijft laag bij de grond en maakt een fragiele indruk. Maar in een voedselarm en voldoende nat milieu blijkt oeverkruid over onverwachte kwaliteiten te beschikken. Via uitlopers kan deze soort dan grote aaneengesloten vegetaties vormen. Daar is dan ook gelegenheid voor aangezien maar weinig andere soorten in zo een streng milieu aarden. Mocht watercrassula dan alsnog in het Akkerenven terechtkomen, dan is veel van het potentiële leefgebied al ingepalmd. Verder is ook experimenteel aangetoond door Stichting Bargerveen dat watercrassula de strijd om schaars aanwezige voedingstoffen verliest van oeverkruid. Wanneer dus een goed ontwikkelde oeverkruidvegetatie aanwezig is zal het voor watercrassula veel moeilijker zijn om zich tot een massavegetatie te gaan ontwikkelen.
Introductie
Staatsbosbeheer heeft daarom een groot aantal oeverkruidplantjes geplant in het Akkerenven. Introductie van een soort is iets waar niet lichtzinnig mee wordt omgegaan bij Staatsbosbeheer, maar de kans dat oeverkruid spontaan in grote getale zou verschijnen is erg klein. Gezien zijn grote nut bij het in toom houden van watercrassula, is besloten om dit toch te doen. In het herstelde voedselarme ven zal de soort zich hopelijk snel uitbreiden en tegelijkertijd twee doelen dienen. Ten eerste vormt zich dan een karakteristieke venvegetatie, die vroeger veel algemener was in Nederland, en ten tweede zijn er voldoende poortwachters ter plekke die de invasieve exoot vakkundig mee onder de duim zullen houden. De kansen op een langdurige aanwezigheid van een Akkerenven met hoge natuurwaarden wordt hiermee dan ook versterkt. Maar de natuur is weerbarstig en er moet in de gaten worden gehouden hoe de ontwikkelingen zullen lopen. Medewerkers van Staatsbosbeheer en van Stichting Bargerveen zullen dan ook de ontwikkelingen nauwgezet opvolgen de komende jaren.
Hier vindt u het eerdere artikel over het herstellen van het Akkerenven.
geef een reactie