Het lege nest-syndroom
Mijn collega’s en ik zitten vandaag met gemengde gevoelens aan de koffietafel. Aan de ene kant zijn we superblij en trots maar aan de andere kant voelen we ons bedroefd en hebben we last van het “lege nest-syndroom”. Het ooievaarsnest op onze werkschuur is leeg….zowel pa als ma én de vier jongen zijn op pad.
De afgelopen weken hebben we mogen genieten van het wel en wee van het paartje ooievaar dat al voor het zesde jaar op onze werkschuur huist. We maakten het volle broedseizoen weer mee: De aankomst van beide oudervogels op 4 maart en hun hernieuwde kennismaking, hun amoureuze onderonsjes, het broeden vanaf 19 maart en het uitkomen van de eieren eind april… Samen met een vaste schare belangstellenden keken we verwachtingsvol uit naar het eerste kopje dat boven de rand zou uitsteken. Wat waren we blij met de eerste glimp van een kopje. Vaste volgster Ellen Rijken wist het vast te leggen op foto…net als het tweede kopje…het derde kopje en wonder boven wonder…zelfs een vierde kopje.
Megatrots waren we maar wel met reserves want vier jongen groot krijgen is nog niet zo gemakkelijk voor ooievaars. Ons paar lukte het! Van kleine donsballetjes veranderden de kuikens in bijna volwaardige ooievaars. De vleugels van de jongen moesten getraind worden maar met zoveel broers en zussen was dat nog niet zo gemakkelijk. Als de een bezig was met oefenen moesten de anderen aan het randje van het nest wachten. De sprongen werden steeds hoger tot afgelopen weekend het eerste kuiken de sprong in het diepe waagde. Twee anderen volgden snel maar nummer vier bleef wat angstig. Uiteindelijk durfde ook dit kuiken het veilige nest te verlaten.
Het leuke van ooievaars is wel dat de jongen nog een tijdje terug blijven keren naar het nest om uit te rusten en de nacht door te brengen. Hoe lang ze dat doen is afhankelijk van een heleboel dingen zoals voedselaanbod en weersomstandigheden. Dat kan twee weken zijn maar net zo gemakkelijk zeven weken. Wilt u de ooievaars nog zien, dan kunt u maar beter snel zijn maar bedenk dat de beesten steeds vaker de hort op zullen zijn. De grootste trefkans heeft u s morgens vroeg of s avonds laat.
Ik ken heel wat mensen die prachtige foto’s maakten van de ooievaars en deze deelden via social media. Ik kies er in dit blog voor om alleen de foto’s van Ellen Rijken (www.ellenrijkenfotografie.nl) te plaatsen. Daarnaast wil ik jullie ook het gedicht niet onthouden dat Staatsbosbeheervrijwilliger Han Messie schreef.
VERTROUWDE WONING
Een reeds lang welbekend ooievaarspaar
zit weer bovenop het welkome huis
aan rivier de Mark vol vredig geruis,
begint een gezond en vruchtbaar voorjaar.
Het hoge eibersnest, al oud, stug en zwaar,
geeft vier kuikens streng maar beschut tehuis
en stamppot van kikvors, kever en muis.
Ze pikken wild smullend fel op elkaar.
Jonge vleugels klappen open en dicht,
trillen heftig, verlangen te stijgen…
Wegzweven naar dat lokkende vergezicht…
De toekomst mag beloven én dreigen:
meevliegen met het voortglijdende zonlicht;
gevaar tarten, nieuwe eigen stee krijgen.
geef een reactie
Marjolijn Eikelenboom
Ik mis ze ook , soms zie ik er eentje en denk dan , zal het er eentje van ons zijn 😉 Ik heb ze steeds gevolgd en er van genoten
Joop van Riet
Gefeliciteerd met de vlucht van de jonge uivers! Loslaten is een kunst ! En om het lege nest syndroom tegen te gaan, kom hier maar langs op de koffie (of zo).
We -en zeker SBB- kunnen trots zijn op dit resultaat, zegt wel heel veel over het voedselaanbod in het Markdal en omgeving. En ook over de sterke (nu vermoeide) ouders.
En het Markdal wordt nog mooier!
groeten Joop.
ps: we missen wel een attractie a.s. zondag bij de IVN Mark&Donge excursie ……. Dat wordt een verhaal over bedroefde boswachters met lege nest syndroom !
Harry Michielsen
ook onze wandelaars van NW BREDA zullen de ooievaars missen als wij een wandeling langs hun nest maakten
Han Messie
Anneke,
Mijn hartelijke dank voor de plaatsing van mijn gedicht en al die mooie foto’s van Ellen Rijken.
Ja, ik kan mij de weemoed wel voorstellen nu het nest er ogenschijnlijk wat verlaten bij ligt. Toch moeten we des te meer trots zijn op de vier jongen, die nu al bijna zelfstandig kunne leven en spoedig als sterke ooievaars door het leven zullen rond trekken en een nieuw eigen nest zullen zoeken, vinden en onderhouden.