Pilotproject in de uiterwaarden van Niers

Vanuit het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselkwaliteit en Natuur is enkele jaren geleden geld beschikbaar gesteld om extra maatregelen te treffen om natuurdoelen sneller te realiseren. In 2020 kreeg Staatsbosbeheer de opdracht om de pilot Natuurbank uit te voeren.

Hoe het nu met deze pilot is, vraag ik aan collega en projectleider Anton Heesterbeek. ‘Deze pilot is afgerond en heeft geen vervolg gekregen. Desondanks mochten we de proefprojecten die Staatsbosbeheer gestart was, wel voortzetten en tot afronding brengen onder de naam ‘Pilot Versterking Natuurnetwerk’, vertelt Anton. ‘Dit is nu een uniek project in Nederland. Het draagt bij aan de doelstellingen van het programma Natuur & Nationaal Programma Landelijk gebied. Hiermee kunnen we extra kwaliteit toevoegen aan bestaande natuur.’

Zeldzame soorten terug ontwikkelen
‘Onze pilotprojecten zijn in Limburg gelegen in en nabij de Uiterwaarden van de Niers, Langven, Meinweg, Geuldal en Roerdal’, gaat Anton verder. ‘ We starten met een inrichtingsmaatregel in een gebied en daarna gaan we het gebied langdurig beheren. Het doel is om zeldzame soorten en vegetaties terug te ontwikkelen in de gebieden die onder druk staan. Het gaat dan bijvoorbeeld om stikstof of verdroging. Dit is een kans die onder normaal beheer niet benut zou kunnen worden of over langere tijd haalbaar zou zijn.’

Kwaliteit natuur verbeteren
‘Binnen elk pilotproject is de aanpak en uitvoering verschillend; we gaan bijvoorbeeld op één plek maaien en een andere plek binnen het project te laten begrazen. Zo worden verschillen in ontwikkeling als gevolg van uiteenlopende beheermaatregelen duidelijk. In deze pilot is geld beschikbaar voor aanvullende beheermaatregelen en monitoring, voor een periode van 30 jaar. Met deze extra middelen kunnen we iets doen, dit monitoren én aantonen welk effect het heeft. Er ligt veel natuurpotentie in onze terreinen. Normaal gesproken heeft Staatsbosbeheer wel geld om een bepaalde ingreep toe te passen, maar niet altijd om de ontwikkeling daarna nog zo lang te begeleiden. Nu kunnen we over een langere periode bijsturen waar nodig en ervan leren. Dat bevordert de kennisontwikkeling in onze organisatie. De kwaliteit van de natuur kan flink verbeteren met uitvoering van bepaalde ingrepen. Aan de ene kant moet je de natuur zijn gang kunnen laten gaan, maar door het treffen van gerichte inrichtingsmaatregelen wél een goede uitgangspositie daarvoor bieden. Dat kunnen we nu waarmaken met deze pilot.’