Natuurimpuls in Bergerbos en Bleijenbeek
Een stoïcijns om zich heen grijpende kraan, een voort zoevende bosmaaier, een trage zwoegende tractor, allemaal hebben ze hun werk al gedaan in de natuurgebieden van het Bergerbos en Bleijenbeek. In opdracht van de provincie Limburg worden vanuit het Programma Aanpak Stikstof (PAS) op dit moment diverse werkzaamheden door Staatsbosbeheer uitgevoerd in beide natuurgebieden.
Minder stikstof meer diversiteit
Stikstof is een belangrijke voedingsstof voor planten, maar te veel kan schadelijk zijn voor de natuur. Neerslag van stikstof uit de lucht zorgt voor voedselrijkere grond waardoor plantensoorten verdwijnen en de diversiteit van de natuur achteruit gaat. Om soorten, die alleen groeien in voedselarme omstandigheden, te behouden worden de natuurherstelmaatregelen uitgevoerd. Op de droge heides profiteren soorten als stekelbrem, kruipwilg en struikheide hier van. Op de natte heides en de venoevers blijven soorten als bruine snavelbies, moeraswolfsklauw, zonnedauw en dopheide behouden en kunnen zelfs terugkomen.
Cokse Heide
Op de Cokse Heide, de heidestrook die vanaf het Zevensboomsven naar het westen loopt, zijn in de loop der jaren veel berken en grove dennen ontkiemd. Deze opslag varieert van zaailingen, struiken tot dikkere bomen. Inmiddels is veel van deze opslag van de heidestrook verwijderd en krijgt de heide weer kans zich weer verder te ontwikkelen. De kleine bomen en struiken zijn weggemaaid met een klepelbak (een soort maaimachine voor struiken). De grotere struiken zijn met wortel en al uitgetrokken door een kraan met grijparm. De grotere bomen zijn afgezaagd. Het houtige materiaal dat hierbij vrijkomt is op hopen aan de rand van de heide gelegd. Een deel hiervan blijft daar achter en kan mooi dienen als schuilplaats voor reptielen, amfibieën en kleine zoogdieren. Het merendeel wordt echter afgevoerd door een bedrijf uit de buurt. Dit bedrijf verwerk het materiaal vervolgens tot een duurzame brandstof voor de verwarming van het bedrijf.
Duvelskuul
Ook voor de Duvelskuul in het natuurgebied Bleijenbeek geldt dat er veel opslag is van dennen en berken op de heide en op de oevers van de vennen. Deze opslag wordt de komende tijd op dezelfde manier als op de Cokse Heide weggehaald. Één van de vennen van de Duvelskuul zal ook nog worden opgeknapt. Met een kraan zullen stroken van de venoever worden vrijgemaakt van gras en riet. Hierdoor kunnen planten als zonnedauw en dopheide weer massaal terugkeren op deze plekken.
Suikerven
Het aan de Brem gelegen Suikerven met het aangrenzende heideveldje zijn ook toe aan een opknapbeurt. Rondom het ven zullen berken en wilgen worden uitgetrokken met een kraan. Hiermee wordt voorkomen dat het ven helemaal dichtgroeit en langzaam een bos wordt. Net als bij de Duvelskuul zullen delen van de oever van het ven met een kraan worden vrijgemaakt van struiken, gras en riet. Op het aangrenzende perceel waar nog niet zolang geleden het sparrenbos is weggehaald begint zich een mooi heideveldje te ontwikkelen. Tussen de heidepollen zijn echter ook veel dennen gekiemd. Deze zullen met de bosmaaier worden afgemaaid.
Schapen terug op de hei
Om op de heidevelden van ’t Quin, Cokse Heide, Zwarte Heide en Duvelskuul de karakteristieke planten- en diersoorten te behouden en meer grip te krijgen op de steeds weer ontkiemende berken en dennen moet het beheer worden bijgesteld. Samen met een agrariër uit de omgeving is Staatsbosbeheer daarom aan het bekijken of het mogelijk is om in de toekomst de heidevelden te begrazen met een kudde Kempische heideschapen. Dit oude schapenras laat verloren tijden herleven en is zowel voor de natuur als bezoekers een hele mooie aanwinst.
Verplaatsen veeroosters
Omdat alle heidevelden in de toekomst afzonderlijk begraasd worden zijn de veeroosters die in de Bosweg en HengeIand liggen overbodig geworden. In overleg met de gemeente Bergen is besloten deze rooster te verwijderen. Twee rooster worden hergebruikt en geplaatst in de zandweg tussen de Zwarte Heide en het ven aan de Jodenberg. Zo wordt het mogelijk voor de Nederlandse landgeiten en toekomstige schapen om van de Zwarte Heide naar het ven te lopen. Naast dat ze de venoever vrij kunnen houden van struikopslag hebben ze dan ook een natuurlijke drinkplaats.
Broedseizoen
Er wordt gewerkt volgend de gedragscode natuurbeheer hetgeen betekent dat het zaag-, trek- en maaiwerk van bomen en struiken stopt vóór 15 maart, als het broedseizoen in gaat. Het afvoeren van het houtige materiaal kan, als dat nog nodig mocht, zijn nog een maand langer door gaan tot uiterlijk 15 april.
geef een reactie