www.boswachtersblog.nl/ Limburg

Hulp voor bijzondere vlinders in ‘t Schuitwater

16 oktober 2014 staatsbosbeheerlimburg in Limburg

Het natuurgebied ‘het Schuitwater’, gelegen in de gemeente Horst aan de Maas, is voor vlinders een waar paradijs. Twee derde van alle Nederlandse dagvlinder soorten komt hier voor. Om voor een tweetal vlindersoorten de kansen te vergroten gaat Staatsbosbeheer de komende weken op een aantal plaatsen in het Schuitwater aan de slag in de bossen en op de heidevelden.

Bedreigde vlindersoorten
De twee soorten die centraal staan bij de ingrepen in het Schuitwater zijn de kleine ijsvogelvlinder en het heideblauwtje. Van beide soorten zijn de aantallen in de vorige eeuw in Nederland flink afgenomen. Het Schuitwater is één van de weinige plekken in Limburg waar de kleine ijsvogelvlinder voorkomt. Het heideblauwtje is sinds 2006 niet meer gezien in het Schuitwater.

Heideblauwtje (Plebejus argus) Foto: G. Vullings
Heideblauwtje (Plebejus argus) Foto: G. Vullings
Kleine ijsvogelvlinder (Limenitis camilla) Foto: G. Vullings
Kleine ijsvogelvlinder (Limenitis camilla) Foto: G. Vullings

 

 

 

 

 

 

 

 
Zonder kamperfoelie geen vlinder
Beide vlindersoorten stellen heel verschillende en ook hoge eisen aan hun leefgebied. De kleine ijsvogelvlinder is een echter bosvlinder en leeft in vochtige halfopen bossen, waarin kamperfoelie aanwezig moet zijn. Zonder kamperfoelie geen kleine ijsvogelvlinder! De eieren worden namelijk op deze plant afgezet en de rupsen leven van de bladeren van de kamperfoelie. In het Schuitwater is de vlinder dan ook vooral aan te treffen aan de randen van de moerasbossen, daar waar het bos overgaat in struiken en bramen. Het heideblauwtje daarentegen leeft op droge en natte heidevelden. De vlinder houdt van een open heide waarin veel structuur zit, afwisseling van jonge en oude heide met hier en daar zandige plekken. De jonge rupsen kunnen niet zonder de jonge uitlopers van struik- en dopheide. Al deze voorwaarden zijn in het Schuitwater aanwezig maar nog niet optimaal.

Bij niets doen wordt heide bos
Voor de heidevelden in het Schuitwater geldt dat als je er niets aan doet deze binnen 10 tot 20 jaar een dennen-berkenbos, met hier en daar een eik, worden. Een aantal van de heidevelden worden door de VNeL groep van IVN De Maasdorpen met de hak en handzaag opengehouden. Af en toe is het nodig om groter materiaal in te zetten. Zo ook op de heide bij het Groot Ven. Daar staat veel opslag van grove den en berk. Over een grotere oppervlakte (ca. 6 ha) zal daar met de motorzaag de inmiddels 4 tot 6 meter hoge dennen en berkenworden weggezaagd.

Heidevelden verbinden
In het gebied van de Swolgense Heide en de Pastoorswei liggen een aantal kleine heidevelden, die nu door bos van elkaar gescheiden worden. Op een aantal plaatsen worden stroken bos gekapt zodat de heidevelden met elkaar verbonden worden. Vlinders waaronder het heideblauwtje kunnen zo gemakkelijker van heide naar heide vliegen en zo wordt het leefgebied van de vlinders vergroot. Om de heide voor het heideblauwtje nog aantrekkelijker maken wordt op een aantal plaatsen de heide pleksgewijs geplagd zodat er meer structuur in de heide komt en hier en daar open zandige plekken ontstaan. Hopelijk keert hiermee het heideblauwtje weer terug in het Schuitwater. In ieder geval zullen ook andere soorten waaronder nachtzwaluw, levendbarende hagedis, heivlinder, bruine eikenpage en groentje profiteren van de ingrepen.

Rafelige bosranden
In het Schuitwater is de overgang van bos naar grasland vaak abrupt en strak. Om deze overgang vloeiender te maken worden op een aantal plaatsen groepen bomen uit de bosranden weggezaagd. Struiken, bramen en kamperfoelie grijpen in deze openingen hun kans. Naast de vloeiendere overgang ontstaan er ook verschillende micro milieus: van koud naar warm, van vochtig naar droog en winderig naar windstil. Zo’n rafelige bosrand met veel variatie is erg welkom bij de kleine ijsvogelvlinder, maar ook bij soorten als de grote weerschijnvlinder, de bruine eikenpage, de weidebeekjuffer en de veldkrekel.

Alle bovengenoemde werkzaamheden worden in het kader van het programma soortenbescherming van de provincie uitgevoerd en vooral mogelijk gemaakt door financiering van de Provincie Limburg.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog