Staatsbosbeheer heeft in Nationaal Park De Meinweg een addertunnel in gebruik genomen. Deze door advies- en ingenieursorganisatie ARCADIS ontwikkelde tunnel is uniek voor Nederland vanwege de constructie die daglicht laat doorschijnen. De bouw van de tunnel betekent voor Staatsbosbeheer de afronding van ruim tien jaar werken aan verbindingszones voor adders  in Nationaal Park De Meinweg. Met succes: de adder komt weer op meer plaatsen en in een grotere aantallen voor. De adder is een belangrijke icoonsoort voor de Meinweg. Als het goed gaat met de adder, dan gaat het ook goed met veel andere dieren in de Meinweg die houden van licht en warmte.

De licht doorlatende tunnel bestaat uit een betonnen bak van ongeveer tachtig centimeter breed, net onder het wegdek. De deksel is voorzien van duizenden glasvezelkabeltjes. De kabeltjes transporteren het daglicht vanaf het wegdek naar het plafond van de tunnel. Het daglicht valt zo gespreid in de tunnel waarvan de wanden zijn voorzien van reflecterende witte verf. Adders en andere reptielen hebben moeite een donkere tunnel te passeren en zullen nu sneller gebruik maken van deze oversteekplaats.

De licht doorlatende tunnel is gemaakt in de Boslaan, een tweebaans verkeersweg dichtbij Vlodrop-Station. Het leefgebied ten zuiden van de weg is nu weer verbonden met de overige gebieden van De Meinweg, waarmee de adder-populatie in Nationaal Park De Meinweg nog beter is
beschermd.

Staatsbosbeheer werkt al ruim tien jaar aan de bescherming van  de adderpopulatie in De Meinweg. Het totale leefgebied was begin deze eeuw uiteengevallen tot twaalf geïsoleerde deelgebiedjes. De afzonderlijke deelgebiedjes waren te klein voor een gezonde adderpopulatie.
Staatsbosbeheer heeft de begroeiing aangepast en zo de kwaliteit van de leefgebieden verbeterd. Vervolgens zijn de verschillende geïsoleerde deelgebiedjes weer met elkaar verbonden. Er is een netwerk van verbindingszones door het bos open gekapt waar weer heide ging groeien. Hierlangs kunnen de adders elkaar uiteindelijk weer bereiken en is de nood-zakelijke genetische uitwisseling een feit.