www.boswachtersblog.nl/ Groningen

Het hoogste lied van de veldleeuwerik

21 maart 2025 Boswachter Beppie van der Sluis in Groningen
Veldleeuwerik

Veldleeuwerik, fotograaf: Wilco van der Laan

De ontluikende lente is met stip mijn favoriete tijd van het jaar. De natuur ontwaakt: de sleedoorn staat in bloei, dieren worden wakker uit hun winterslaap en de veldleeuwerik zingt hoog in de lucht zijn lied.

De kracht van herhaling, variatie en imitatie
En dat laatste vind ik zo’n heerlijk geluid. In de Westerpolder, deelgebied van ’t Roegwold, hoor je ze nu elke dag zingen. Tijdens mijn ronde door het gebied zie je ze onrustig van hoog naar laag bewegen. Soms zo hoog, wel 150 meter, dat je ze met het blote oog maar moeilijk kan zien. Vooral de mannetjes maken spectaculaire zangvluchten. Uiteraard om op te vallen voor de vrouwtjes. De zang is erg gevarieerd: het bestaat uit een eindeloze aaneenschakeling van rollende, tsjirpende en fluitende noten die je in een snel tempo drie tot vijftien minuten lang kan horen. Sommige noten worden vaker herhaald en gevarieerd, waarbij ze soms ook andere vogelgeluiden imiteren, zoals die van de boerenzwaluw.

Herkenning
Je herkent veldleeuweriken aan hun grijsbruine kleur met een gestreepte bovenzijde en borst. De borst is licht geelbruin en de buik wit. Een opvallend kenmerk van deze vogel is een stompe kuif die ze op kunnen richten. Daarmee lijkt hij op de kuifleeuwerik, maar die heeft dan weer een spitsere kuif en komt nauwelijks tot niet meer voor in Nederland.

Grondbroeders
Als je ze niet in de lucht ziet vliegen, zitten ze op de grond. Daar zijn ze in deze tijd van het jaar op zoek naar insecten om te eten. In de herfst en de winter eten ze granen en zaad. Ook hun nesten maken ze op de grond in verscholen plekken, maar wel in het open veld. De Westerpolder is hier erg geschikt voor. Het gebied wordt extensief begraasd door een kudde Hereford runderen. Hierdoor wordt de begroeiing niet gelijkmatig bijgehouden zoals dat bij maaien gebeurd. Daarom heb je hier en daar polletjes, waar de veldleeuwerik graag nestjes in maakt. Ze broeden vanaf ongeveer eind maart.

Aantallen flink gedaald
Het gaat helaas niet zo goed met de veldleeuwerik. Volgens de vogelbescherming namen de aantallen sinds 1960 met 95 procent af. In de Westerpolder werden er in 2011 nog 41 territoria geteld, in 2022 is dat bijna gehalveerd naar 21 territoria. Deze afname kan aan meerdere oorzaken liggen. Zo verruigen gebieden, waardoor deze niet meer open genoeg is voor de vogel. Daarnaast wordt er gekeken naar de intensieve landbouw.

Er wordt in deze landbouwgebieden zo kort achter elkaar gemaaid, dat de veldleeuwerik geen kans krijgt om nestjes met jongen groot te brengen, normaal gesproken heeft de vogel twee tot drie nestjes per broedseizoen. Daarnaast moeten de jongen het hebben van insecten, die ook veel minder te vinden zijn op intensieve landbouwgrond. In de winter eten de jongen van stoppelvelden, maar die worden vaak snel omgeploegd na het maaien.

Ruimte voor verbetering
Er is dus erg veel ruimte voor verbetering. Er worden in agrarisch gebied bijvoorbeeld faunaranden langs akkers aangelegd als voedsel. Maar dit heeft vooral zin als je eromheen ook geschikt broedgebied creëert. Dit kan je doen door goed over het maaibeheer na te denken.

Het kabinet stelt vanaf 2026, 500 miljoen euro per jaar aan structurele middelen beschikbaar voor agrarisch natuurbeheer. Met dit geld kan veel goed worden gedaan. Hopelijk ook in het voordeel van de veldleeuwerik.

Boswachter Beppie

reageren

geef een reactie

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog