Grootste deel konikpaarden uit Oostvaardersveld weg uit Lauwersmeer
Medio september zijn 52 paarden uit het Oostvaardersveld tijdelijk opgevangen in het Lauwersmeer omdat het Oostvaardersveld vanwege de grote aanwezigheid van de inheemse plant de grote klis momenteel niet geschikt is voor begrazing met konikpaarden. De verhuizing naar het Lauwersmeer gaf ons meer tijd om te zoeken naar ander geschikt natuurgebied. Er is jammer genoeg geen permanente plek voor de hele groep paarden in het Lauwersmeer.
Staatsbosbeheer heeft serieuze pogingen gedaan om op deze termijn voor de paarden een andere plek in binnen- of buitenland te vinden. Dat is helaas niet gelukt. Wel zijn er voor de toekomst (vanaf 2025-2026) nieuwe geschikte gebieden gevonden voor dieren die gewend zijn te leven in een natuurlijke omgeving. Dat er nu in binnen- en buitenland geen plek is gevonden, betekent dat ongeveer de helft van de paarden uit het gebied is gehaald en naar het slachthuis is gebracht. Drachtige merries en merries, die recent veulens hebben gekregen, blijven in Ezumakeeg in het Lauwersmeer, het gebied waar ze nu staan. Deze groep van 24 paarden wordt goed gemonitord en bijgevoerd indien nodig. Als het gebied later in de winter té nat wordt, kijken we naar een andere plek in het Lauwersmeergebied. De merries gaan vanaf volgend jaar onder het regulier kuddebeheer van het Lauwersmeer vallen. In het Lauwersmeer grazen, naast de 24 paarden, al ongeveer 300 Schotse Hooglanders en 200 konikpaarden.
Kuddedieren
We hebben meerdere verzoeken en aanbiedingen van particulieren gekregen om een individueel dier over te nemen of te kopen. Deze dieren zijn daarvoor niet geschikt. De dieren zijn namelijk gewend om in sociaal kuddeverband te leven, en niet individueel. Staatsbosbeheer heeft daarom vanuit welzijnsoogpunt de keuze gemaakt dat de dieren in sociaal verband in een natuurlijk terrein moeten leven.
Grote klis
De meeste bollen van de grote klis zijn inmiddels uit de manen en staarten van de paarden verdwenen. De verwachting is dat de klis zich niet verder in het gebied zal verspreiden omdat het terrein, waar de paarden tijdelijk lopen, in de winter erg nat kan worden en de klis er geen zaad zal zetten. Een speciale werkgroep gaat de komende twee jaar de situatie rond grote klis in het Lauwersmeergebied volgen. Op basis van eventueel aangetroffen planten kunnen maatregelen genomen worden door de planten met wortel en al uit te graven of te maaien. De plant is tweejarig, en kan dus na twee zomers bloeien en zaden produceren. Monitoring wordt daarom minimaal twee jaar uitgevoerd, of langer wanneer er onverhoopt toch planten worden aangetroffen.
geef een reactie