Geen Schotse hooglanders meer in Ter Borg
Veel bezoekers aan de heide van Ter Borg kennen ze wel; de Schotse hooglanders. Drie, rustige oude dames die er sinds jaar en dag vertoeven. Ze lijken vertrouwd met bezoekers, laten zich niet intimideren of opjagen. Ze oogsten respect door hun rustige karakter en robuuste voorkomen, of misschien wel om hun hoorns, die zeker niet kinderachtig zijn. Sommige bezoekers komen niet voor de heide maar voor de hooglanders. Zo’n vertrouwd beeld of gedachte dat ze wel ergens aanwezig zijn. Maar daar komt helaas verandering in. Want de dames zijn op leeftijd en krijgen steeds meer klachten. We hebben er helaas afscheid van moeten nemen. In dit blog vertel ik daar meer over.
Over de kudde Schotse hooglanders
De groep Schotse hooglanders waarmee gestart is, was groter. In de loop der jaren zijn steeds meer koeien uitgevallen om gezondheidsredenen. De oersterke dieren staan jaarrond buiten en trotseren alle weersomstandigheden en ontberingen. Dierenwelzijn is voor ons heel belangrijk, daarom bekijken we de kudde wekelijks. Jaarlijks wordt de kudde grondiger geïnspecteerd. Bij een ongezonde of afwijkende situatie of bij twijfel kijkt de dierenarts mee. Om ondragelijk lijden te voorkomen, werd zo’n Schotse hooglander dan soms ter plekke geëuthanaseerd.
Moeilijke keuze
Dit najaar stonden we weer voor zo’n moeilijke beslissing. Eén van de drie overgebleven dames op leeftijd liep steeds slechter door hoefvergroeiing en ze werd erg mager. Tijd om hier goed naar te kijken dus. Vooraf hebben we dierenwelzijn en hun functie voor zowel beheer als beleving besproken. Voorop stond; geen ondragelijk lijden, koeien zijn kuddedieren, geen stress door opjagen of verdoven, geen afschot in het terrein, niet een halfjaarlijkse pedicure behandeling onder verdoving en altijd respect voor het dier. Samen zijn we tot de conclusie gekomen dat deze punten niet haalbaar waren. En dus hebben we moeten kiezen voor het afvoeren van de drie laatste koeien. Elk bezoek van de dierenarts zorgt namelijk voor stress in de kudde, en je kan je afvragen of je twee dieren wel een kudde mag noemen. Hun leven was zoals elke koe het zou wensen; altijd in de frisse lucht, op de prachtige heide van Ter Borg, eten wat en hoeveel ze wensten, rustig liggen herkauwen of sjokken naar een drinkplaats, tot de laatste boe.
Een afwisselend heidegebied door begrazing
Samen met de Drentse heideschapen zorgden ze voor begrazing van het grootste heideterrein van Groningen. Runderen grazen grover dan schapen, die sommige delen van de heide millimeteren. Maar samen zorgden ze voor een afwisselende begroeiing. Een goed heidegebied heeft afwisseling van jonge heide, oude heide, stukjes schraal grasland, kale zandplekken, hier en daar wat pijpenstrootje vergrassing en opslag van struweel en bomen. Verder heeft het een brede bosrand, een gevarieerde overgang naar bos. Die variatie proberen we te bereiken met begrazing door heideschapen aangevuld met enkele runderen. Maar ook kleine stukken plaggen en andere ingrepen horen daarbij.
Waarom lopen er eigenlijk grote grazers?
Overmatige vergrassing door pijpenstrootje was een van de redenen om grote grazers in het gebied te zetten. Zij kunnen dat pijpenstrootje flink aanpakken, zodat de heide (en andere planten) meer de ruimte krijgen. Dat de schapen sommige stukken heide sterk begrazen tot zeer lage heidestruikjes zorgt voor een groeiplaats van Klein warkruid (duivelsnaaigaren). De ragdunne stengeltjes verward zich tussen de korte struikheide en boort zich een weg in de stengel om zich tegoed te doen aan suikers uit de heide. Ze hebben geen blad of bladgroen. Het is een parasiet die z’n voedsel uit struikheide haalt. Klein warkruid groeit in Groningen alleen op de heide van Ter Borg. Iets waar we zuinig op moeten zijn. Jonge uitlopende takjes van begraasde struikheide zijn van groot belang voor heideblauwtjes. Hierop zetten de vlinders eitjes af omdat de rupsen het goed doen op de net iets voedselrijkere jonge loten van de weinig voedzame heidestruiken. Begrazing is dus nodig om dit in stand te houden.
Hoe nu verder?
We zijn met elkaar in gesprek over hoe we nu verder moeten met dit heidegebied. De heide mag niet dichtgroeien. Maar we zien ook dat de heide die er is, nu geen kans krijgt om oud te worden. Nu de Schotse hooglanders zijn weggevallen bekijken we het gebied goed. Hoeveel grazers zijn er nodig? Welke dieren en begrazingsvorm is dan het meest geschikt? Kortom, of er nieuwe grote grazers naar dit gebied komen is nog onzeker. We houden de heide goed in de gaten en gaan kijken welke begrazingsvorm er in de toekomst het beste past.
geef een reactie
Marja
Mooi en duidelijk verhaal, dank voor het delen!