www.boswachtersblog.nl/ Groningen

Horror op de heide

16 augustus 2023 Boswachter Beppie van der Sluis in Groningen

De heide van het Adriaan Tripbos is sinds deze week weer het decor van een prachtig paarse gloed met daartussen rustig grazende schapen. Tijdens mijn werkronde in de vroege morgen door het natuurgebied zijn de dauwdruppels nog goed te zien op de spinnenwebben die tussen de struiken van de bloeiende struikheide gesponnen zijn. Opeens valt mijn oog op iets fel gekleurds dat tussen het paars erg opvalt…

Eén van de grootste spinnen van Europa
Het is de wespspin! Ook wel tijgerspin genoemd. Een gave spin om te zien, door haar gevaarlijk ogende kleuren: de vrouwtjes hebben een geel met zwart en wit gestreept achterlijf. Het is één van de grootste Europese spinnen die rondkruipt. Deze wespspin zit rustig in haar web terwijl ik naar haar toe loop. De kleur van de spin helpt haar uit te stralen: ‘eet mij niet, ik ben heel gevaarlijk en giftig!’. Maar in werkelijkheid is dat gewoon bluf. De spin kan wel bijten, maar is niet giftig voor zoogdieren, dus ook niet voor mensen.

Wespspin in web tussen bloeiende struikheide.
Wespspin in web tussen bloeiende struikheide.

Horrorverhaal
Wespspinnen houden van open plekken als graslanden en heidegebieden. De heide van het Adriaan Tripbos is daarom ook een perfecte plek om te vertoeven voor dit beestje. Wat me zo intrigeert aan deze soort, is de manier van voortplanten. Dat leest namelijk als een horrorverhaal.

Allereerst is het goed om te weten dat het vrouwtje een stuk groter is dan het mannetje. Het vrouwtje is van kop tot kont gemeten ongeveer 1,5 centimeter en het mannetje zo’n halve centimeter. Ook zien de mannetjes er minder spectaculair uit dan de vrouwtjes: ze zijn namelijk bruinig zonder die felle strepen op hun achterlijf.

Bloeiende struikheide.
Bloeiende struikheide.

Doodsvonnis
Het mannetje is eerder volwassen dan het vrouwtje. Ze wachten dan ook vaak in twee- of drietallen geduldig aan de rand van het web van het vrouwtje tot zij ook volwassen is, om te paren. Mannetjes hebben de voorkeur voor maagdelijke vrouwtjes. Die zijn minder agressief omdat hun paringsorgaan, huid en kaken nog zacht en soepel zijn. En dat vergroot de overlevingskansen van het mannetje…

Maar door naar het vrouwtje toe te komen, is de kans toch groot dat zijn doodsvonnis getekend is.

Een mannetje wespspin heeft twee genitaliën. Na de daad laat hij één van die geslachtsdelen achter in het vrouwtje, zodat er hopelijk geen ander mannetje is die succesvol met haar kan paren. Het liefst rent het mannetje na de daad zo snel mogelijk weg, om met zijn tweede geslachtsdeel nog een ander vrouwtje te bevruchten. Helaas voor hem gaat die vlieger bijna nooit op. Vrouwtjes zijn mannetjes vaak te slim af. Ze verdooft het mannetje ter plekke (soms zelfs voor zijn sperma is afgegeven) om hem daarna in te spinnen. Hij dient dan als voedsel voor haar en indirect dus voor hun kroost. In mensenogen een treurig tafereel, maar in de wereld van de wespspin (en andere spinsoorten) een normale gang van zaken.

Eicocons
Deze maand, in augustus, worden de eicocons gesponnen. Dit zijn een soort kleine urntjes, waar de vrouwtjesspin honderden eitjes in legt. Ze zijn ongeveer net zo groot als een golfbal en zijn crèmekleurig met bruine strepen. Deze cocon hangt ergens in de vegetatie in de buurt van haar web, die ze met hand en tand verdedigt tot ze zelf dood gaat. De eitjes komen ongeveer een maand nadat ze zijn gelegd uit, maar de spinnetjes wachten tot het voorjaar met uit de cocon kruipen.

De kans is dus aanwezig dat je binnenkort dit soort coconnetjes tegenkomt, met honderden kleine wespspinnetjes die wachten om bovenstaande cyclus weer te herhalen. Hoe wonderlijk is de natuur toch 🙂

 

Boswachter Beppie

 

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog