Biedt ’t Roegwold in 2017 nog zo´n sensationele zomer?
Met trots stel ik jullie voor aan Wilco van der Laan. Hij heeft zichzelf afgelopen jaar bewezen als PR-man voor ’t Roegwold. Via social media werden we bijna wekelijks verrast door bijzondere waarnemingen met prachtige foto’s uit ’t Roegwold. Deze week dus een gastblog van Wilco.
Veel leesplezier en een fijn weekend!
Annet
Wat vliegt daar in het Dannemeer?
Mijn naam is Wilco van der Laan uit Slochteren, enthousiast vogelaar en vogelfotograaf. Ik ben altijd op zoek naar bijzondere vogelsoorten in de regio en probeer deze zo goed als mogelijk op de gevoelige plaat vast te leggen. Mijn doel hiermee is om zoveel mogelijk mensen te laten meegenieten van de schatten van de natuur wanneer zij niet in staat zijn dit zelf te zien. Ook wil ik mensen verwonderen en laten inzien hoe belangrijk het is om de natuur te behouden voor de volgende generatie.
Vandaag gaat mijn blog over het Dannemeergebied. Een prachtig stukje Roegwold in het Duurswold waar ik veel actief ben. Tijdens de inrichting van het gebied heb ik vele malen door het gebied gereden en gelopen. Langzaam heb ik het gebied zien ontstaan, en heb ik elke ontwikkeling met bijzonder veel interesse gevolgd. Nu wil ik jullie meenemen in mijn avontuur, en aan de hand van foto’s iets vertellen over de diversiteit aan bijzondere vogels in het gebied.
Talloze vogels hebben het gebied afgelopen zomer aangedaan, te veel om in dit blog over uit te wijden. Daarom zal ik nu de meest bijzondere en in het oog springende soorten uitlichten.
Sensationele zomer
De zomer van 2016 was werkelijk sensationeel te noemen. Het begon allemaal met een grote kolonie schreeuwende kokmeeuwen die koortsachtig begonnen met het bouwen van een nest tussen de pitruspollen. Dit grote aantal kokmeeuwen was de voorbode van een grote primeur voor ’t Roegwold.
Eind maart werden de eerste geoorde futen van het gebied waargenomen die naarstig opzoek gingen naar een geschikte plek om hun nest te maken. Er werden alleen al in het Dannemeergebied eind april wel 40 broedparen geteld. Een mooi moment was toen al deze paartjes in juni jongen kregen. De naam geoorde fuut geeft het al aan, deze fuut is goed te herkennen aan zijn sierlijke goudgele oorpluimen. Daarnaast vallen de vuurrode ogen op, wat de soort een beetje doet denken aan een schepsel uit de science fiction. De geoorde fuut is een stuk compacter dan zijn broer, de gewone fuut en sterk gebonden aan bepaalde gebieden. Het lage waterpeil en rijke voedselaanbod maakt ’t Roegwold tot een uitstekend broedgebied voor deze prachtige futensoort.
Sterns
De kokmeeuwen voelden zich intussen zo erg thuis in het Dannemeer dat er in hun kielzog nog andere vogelsoorten volgden. Tussen al dat gekwetter en geschreeuw van de kokmeeuwen, die het erg druk met elkaar en hun omgeving hebben, vlogen in mei voor het eerst sierlijk en laag over het water witwangsterns. In groepjes van vier-vijf, maar ook alleen, fladderen ze bijna al biddend over het water, af en toe met een tussensprong omlaag duikend naar voedsel. Op het hoogtepunt werd er soms wel een groep van 30 stuks in één keer geteld. De plek waar tot nu toe witwangsterns gebroed hadden was o.a. het Zuidlaardermeergebied.
De witwangstern is een van de drie meest zeldzame moerassterns en broedt maar op enkele plaatsen in ons land, voornamelijk in de provincie Drenthe en Groningen. Deze stern lijkt wat uiterlijk betreft meer op een visdiefje dan op de andere twee moerassterns, de zwarte en de witvleugelstern. Maar evenals genoemde sterns moet ook deze het hebben van zoetwatermoerassen, waarin ze op zoek gaan naar insecten en andere kleine waterorganismen zoals kikkers en visjes. Ook jaagt de witwangstern in de lucht naar insecten zoals libellen, waarbij ze hun prooi in de lucht ontdoen van hun vleugels. Maar dat is nog niet alles voor wat betreft de sterns. Tussen de witwangsterns werden ook enkele zwarte en witvleugelsterns waargenomen, waarvan een aantal zwarte sterns elders in ’t Roegwold hebben gebroed.
Blauwborst
Het was geen grap maar op 1 april fotografeerde ik mijn eerste Blauwborst van het seizoen aan de Slochtermeenteweg. Dit prachtige vogeltje waarbij het mannetje een opvallende felblauwe borst heeft spreekt bij veel mensen tot de verbeelding. Vooral omdat deze soort in Nederland lange tijd op de rode lijst heeft gestaan maar nu weer overal opduikt doordat er meer geschikt leefgebied is bijgekomen zoals ‘t Roegwold.
Het mannetje van dit uitbundige zangvogeltje is een echte druktemaker. Wanneer ze eind maart begin april het gebied binnentrekken bakenen ze vanaf een hoog punt, bijvoorbeeld, vanaf een boom, struik of rietpluim fel hun territorium af met hun gevarieerde gezang. In de broedtijd zie je het mannetje minder. S ’avonds echter richting zonsondergang zie je ze weer hun territorium afbakenen in het laatste zonlicht. Zowel het gedrag als het verenkleed van het vrouwtje is veel minder uitbundig. Ze scharrelt schichtig over de grond opzoek naar een geschikte partner. Toch vind ik ook de kleuren van het vrouwtje in zomerkleed erg mooi.
Steltkluut
Eind april was er nog een bijzondere primeur voor het Dannemeergebied: De zeer zeldzame steltkluut maakte zijn entree als broedvogel.
Deze vogel had zich in ’t Roegwold al wel eerder laten zien, maar nog nooit had deze vogel hier zich zo thuis gevoeld als in het broedseizoen van 2016. Er werden eerst twee stuks gesignaleerd in het gebied tussen de Slochtermeenteweg en de Dannemeerweg, maar al gauw kwamen er twee bij. Iedereen was blij verrast toen er vlak bij de Slochtermeenteweg een paring werd waargenomen, een bijzonder moment. Ik was een van de gelukkigen die dit fenomeen mocht aanschouwen en op de foto kon zetten.
De een na de andere zeldzaamheid volgde elkaar op. Het was soms om duizelig van te worden. Er waren dagen dat je bijna niet meer wist waar je naar moest kijken, zoveel verschillende soorten waren er in het gebied. Doordat hoe langer hoe meer zeldzame vogels het gebied wisten te vinden, ook het aantal vogelaars en fotografen die het gebied begonnen te ontdekken toe. Het gebied dat tot nog toe redelijk onder de radar zat was uitgegroeid tot een vogeleldorado.
In juni kwam er nog een opmerkelijke zeldzame dwaalgast ons jonge gebied aandoen, de ralreiger. De ralreiger behoort tot een van de meest zeldzame reigersoorten en is uiterst kwetsbaar, doordat hij afhankelijk is van vooral zoetwatermoerassen met rijke begroeiing van struikgewas en moerasbos. Het is bijna niet voor te stellen dat deze reiger tot de 19e eeuw nog een broedvogel was in Nederland. Door de trend van het ontginnen van elk stukje Nederlands moerasgebied dat er maar te vinden was, verdween deze soort als broedvogel uit ons land.
Deze prachtige reigersoort heeft een aantal dagen in het gebied gelogeerd, totdat hij niet meer waargenomen werd. Zou dit bezoek een voorbode zijn voor wat komen gaat?
Zwarte ibis
En als dat allemaal nog niet genoeg was kwam ook de zwarte ibis om de hoek kijken. De zwarte ibis heeft bijna de hele zomer van juni tot september het Dannemeer vereerd met zijn verblijf. In juli kwam er nog een groep van vier stuks bij, wat het al zo bijzondere bezoek nog spectaculairder maakte.
Deze vogel, die zijn oorsprong heeft in Zuid – Europa, is net als de Witwangstern een opportunistische soort omdat de populaties nogal fluctueren. Dit kenmerk betekent dat ze altijd op zoek gaan naar nieuwe broed- en voedselgebieden, in tegenstelling tot andere soorten die uitsterven wanneer hun biotoop verdwijnt. Wat bij deze vogel meteen in het oog springt en het uitsluit van andere soorten, is zijn lange kromme snavel, een typisch kenmerk van alle ibissoorten. Wat mij ook direct opviel toen ik hem voor het eerst zag was dat hij nogal donker overkomt (vandaar de naam zwarte ibis), terwijl je van dichtbij duidelijk verschillende kleuren kan ontwaren zoals groen, oranje, paars/donkerrood. Eigenlijk is de zwarte ibis niet zwart.
Zomertaling
Ook een echte moerasbewoner is de zomertaling. Persoonlijk vind ik dit een van de mooiste eenden soorten die in Nederland voorkomt. Wat onmiskenbaar is en eerder opvalt dan de vogel zelf, is een soort raspende baltsroep van het mannetje, wat ik een erg leuk en grappig geluid vind. Soms was het nog een hele klus om de vogel naast het geluid ook daadwerkelijk zelf te ontdekken. Ik vroeg mij direct af of een gelijkende soort, de wintertaling, ook zo’n geluid produceert. Dat is bij nader onderzoek niet het geval.
De zomertaling is sterk in aantal, zelfs met 80% gedaald vanaf de jaren 60. Dit betekent dat het soort op de rode lijst met bedreigde vogelsoorten staat. Het is maar goed dat het Dannemeergebied een uitstekend broedgebied is voor deze soort en ik hoop deze nog vele jaren tegen te komen.
Een opmerkelijk groot aantal knobbelzwanen en talloze ganzen hebben gebroed in het gebied. Naast een aantal bondbekplevieren zijn er ook kleine plevieren waargenomen waarvan één broedpoging bekend is.
Ik zou nog een heel verhaal over de lepelaars in ’t Roegwold kunnen vertellen of over de purperreiger die ook heeft gebroed of over de majestueuze zeearend, maar dan zou ik te veel weggeven over een volgend blog. Er moet natuurlijk iets overblijven om naar uit te zien.
Reikhalzend en met veel spanning kijk ik uit naar de ontwikkelingen in het nieuwe seizoen dat voor de deur staat. Welke soorten komen weer terug? Welke nieuwe soorten zullen er bijkomen? Als ik wist dat het komende broedseizoen er in ieder geval net zo uitziet als het vorige zou ik er direct voor tekenen.
Dit wil ik jullie nog meegeven. Houd je ogen open wanneer je door ´t Roegwold fietst en misschien dat je ineens zegt: ‘’wat vliegt daar in het Dannemeer?’’
Disclaimer Nederlands English
geef een reactie
klazien
Mooie foto’s….mooi verhaal…..
hennie landman
geweldige foto s en het verhaal erbij, echt om dit op een zondagmorgen te lezen bij het ontbijt.
John Boerland
Wilco, met recht ambassadeur van ’t Roegwold. Als vrijwilliger staatsbosbeheer heb ik jou het afgelopen jaar al vaak gevolgd met de mooie foto’s. Dit is één van de manieren om andere mensen enthousiast te maken voor de natuur. Veel plezier in de natuur en succes met jouw fotografie.
leon luijten
Mooi verhaal Wilco!