www.boswachtersblog.nl/ Fryslân

Door de ogen van de boswachter; Het kleurt weer oranje

22 april 2024 Boswachter Manon van Wesel in Fryslân

Boswachters van Staatsbosbeheer Manon van Wesel en Paula Swinkels schrijven elke maand beurtelings een column in de Nieuwe Ooststellingwerver en de Stellingwerf. Zij nemen de lezer in korte verhalen mee op ontdekkingstocht door de natuur van Oost- en Weststellingwerf. Deze week is het de beurt aan Manon van Wesel.

Het kleurt weer oranje
Er zijn weinig diersoorten die zo ontzettend veel verschillende namen heeft. Namen als kapel, pannevogel, flikketeer, zomervogel, boterschijter en flieflouter. Veel van deze namen zijn inmiddels verdwenen en gaat deze soort verder door het leven met de naam vlinder. De kleuren, de patronen en het gedrag. Deze kleine kunstwerkjes trotseren allerlei (extreme) weersomstandigheden. Zonder enige opvoeding weten ze precies wat ze binnen het vaak korte leven wat ze hebben moeten doen. Het zit gewoon in hun systeem. Laatst in het veld sluipend door het gras langs een struikenrand zag ik hem weer fladderen. Een vlindersoort waar je in april de eerste exemplaren van kan zien vliegen. Je oog valt meteen op de opvallende oranje vlekken. Om die reden past de naam o zo goed bij deze vlindersoort. Het oranjetipje.

Wit georiënteerd
Vlinders vertonen gedrag wat ze niet is aangeleerd of wat ze van hun ouders hebben kunnen afkijken. Veel soorten, waaronder het oranjetipje, leven tenslotte maar één generatie en ontmoeten daarom nooit hun ouders. Deze zijn in de voorgaande zomerperiode dood gegaan. Al het gedrag en de acties die daaruit voortkomen is puur aangeboren gedrag. De mannetjes verschijnen in april enkele weken eerder dan de vrouwtjes. Naast dat de mannetjes voornamelijk patrouilleren en foerageren zijn ze gebrand op maar één ding. De kleur wit. Of dit nu een wit papiertje met de daarop geschreven wekelijkse boodschappen is, de witte hoge sokken in sandalen van een passerende wandelaar of de witte bidon van een wielrenner die even pauze neemt. Zodra ze de kleur wit zien, stormen ze er op af. Dit met maar één doel, een vrouwtje oranjetipje ontmoeten. De vrouwtjes van het oranjetipje zijn voornamelijk wit gekleurd en hebben geen oranje vlek. Dat ik het woord afstormen gebruik is niet zo gek. Het vrouwtje oranjetip paart slechts eenmaal. Je moet er als mannetje dus als de kippen bij zijn voor je te laat bent. Ben je als mannetje het eerste aangekomen dan mag je het vrouwtje het hof maken door wild om haar heen te fladderen. Heeft het vrouwtje zoiets van ‘’nou, dit is wel wat’’, dan maken ze samen een fladdervlucht om de match te bevestigen en vindt vervolgens de paring plaats. Het kan ook zo zijn dat een mannetje aankomt bij een vrouwtje dat al gepaard heeft. Om dit duidelijk te maken en verder geen tijd te verdoen laat het vrouwtje duidelijke vlindertaal zien. Het vrouwtje blijft zitten, steekt haar achterlijf omhoog en klappert met haar vleugels. Het is een keiharde nee voor dit mannetje. Het mannetje vervolgt zijn zoektocht.

Liever enig kind
Na de bevruchting, het verzamelen van genoeg nectar en nadat de eitjes ontwikkeld zijn gaat ze op zoek naar geschikte planten om haar eitjes op af te zetten. Ze is kieskeurig. Ze kiest vooral pinksterbloemen waar nog geen enkel eitje op zit. Heeft ze een geschikte plant gevonden dan zet ze daar maar één eitje op af. Het is een ontzettend tijdrovend proces, want er volgen nog tientallen eitjes en soms wel honderd. De rupsen die uit de eitjes komen groeien dus niet als broers en zussen met elkaar. Ook hebben de rupsen liever een verre buur en geen vrienden. En dat is maar goed ook want mochten er twee rupsen op één plant aanwezig zijn, dan komt er kannibalistisch gedrag naar boven en eet de grootste de kleinste rups op.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog