Door de ogen van de boswachter: Klein, maar van grote betekenis
Boswachters van Staatsbosbeheer Manon van Wesel en Paula Swinkels schrijven elke maand beurtelings een column in de Nieuwe Ooststellingwerver en de Stellingwerf. Zij nemen de lezer in korte verhalen mee op ontdekkingstocht door de natuur van Oost- en Weststellingwerf. Deze week is het de beurt aan Manon van Wesel.
Met mijn wijs- en duimvinger pak ik de punt van het grote groene blad en draai deze om. Gretig gaan mijn ogen van de bovenkant van het blad helemaal naar onderen. Helaas, deze waterzuring heeft niet wat ik zoek. Ik loop verder de waterkant langs, gespitst op het vinden van waterzuring. Al een aantal weken draai ik dag in dag uit de bladeren van deze plant om. Het is een verslaving geworden, omdat mijn hongerige geest bij elke waterzuring denkt, zou ze deze waterzuring uit hebben uitgekozen? Ik ben hier met een doel. Op zoek naar iets wat niet groter is dan een speldenknop. Wederom draai ik een blad om. Dit keer is het raak. Mijn ogen vallen meteen op het crème wit gekleurd bolletje dat op het blad is geplakt. Gelukkig, even weer in lichtpuntje, een eitje van de grote vuurvlinder. Ik markeer de plek zodat deze voor iedereen herkenbaar is en de bescherming krijgt die het nodig heeft.
Goud waard
Elk grote vuurvlinder eitje in de Rottige Meente en Brandemeer is tegenwoordig goud waard. Want de resultaten van het aantal eitjes en rupsen wat de afgelopen jaren geteld is, is alarmerend. De populatie nam de afgelopen jaren dermate af, dat alle alarmbellen zijn gaan rinkelen. Dit heeft ervoor gezorgd dat de provincie Fryslan afgelopen zomer extra geld beschikbaar heeft gesteld. Dit geld was bestemd om een deel van het natuurgebied af te zoeken op eitjes en rupsen en deze te markeren, zodat onder andere de vegetatie er om heen niet gemaaid zou worden. Voor bijna een heel jaar wordt deze plek ontzien, zodat het eitje uit kan komen, de rups in alle rust kan overwinteren en deze vervolgens in het voorjaar kan verpoppen tot prachtige vlinder.
Goede graadmeter
Wij hebben als Nederland een grote verantwoordelijkheid in het beschermen en behouden van de grote vuurvlinder (Lycaena dispar ssp. Batava). Wij zijn bijvoorbeeld het enige land ter wereld waar deze ondersoort nog voorkomt én is het een Habitatrichtlijnsoort. Dit laatste betekent dat de Europese Unie regels heeft opgesteld, die wij als land dienen na te leven en daarmee zorg te dragen voor het behoud van deze soort. En je wordt niet zomaar een Habitatrichtlijnsoort, daarvoor moet je speciaal zijn. Nu moeten we als land als de wiedeweer die verantwoordelijkheid pakken, want het is 2 voor 12. De soort heeft het moeilijk door onder andere verzuring door stikstof, verdroging, slechte waterkwaliteit en verbossing. Er zijn snel extra maatregelen nodig om het leef- en voortplantingsgebied te verbeteren en te beschermen, om deze zwaar bedreigde vlinder te behouden en voor groei van de populatie. Denk bijvoorbeeld aan het verbeteren van de waterkwaliteit- en kwantiteit, realiseren van ecologische verbindingszones zodat individuen kunnen migreren en het verwijderen van barrières zoals bosopslag. De grote vuurvlinder is een goede graadmeter voor de kwaliteit van dit laagveengebied. Gaat het goed met deze vlindersoort, is dat een teken dat het natuursysteem meer in balans is, omdat ze hogere eisen stelt aan haar omgeving.
Afwachten is geen optie. Wij zijn aan zet.
geef een reactie
Jan de Jong
Weer een heel leerzaam en interessant stukje.
Jan de Jong