De das aan de rand van de afgrond
Rond het jaar 1900 was de das in Nederland talrijk aanwezig. Halverwege de 20ste eeuw bereikte de dassenpopulatie een dieptepunt en was de soort op veel plekken verdwenen, ook in Zuidoost-Fryslân. Een groot contrast. De das heeft geen natuurlijke vijanden. Wij als mens hebben in het verleden de das de das omgedaan. Vervolging (jacht en bestrijding), veranderingen in het landschap en het gebruik van pesticiden vormden de grootste bedreigingen voor deze soort.
Das vanzelfsprekend
De das hoort in Nederland en verdient een plek. Dat vond Nederland gelukkig ook. Om de dassenpopulatie een boost te geven zijn in de periode van 1987-2001 ruim
200 dassen uitgezet in zeven provincies. Jaren daarvoor kreeg deze soort meer bescherming binnen de wettelijke kaders. Deze stappen zorgden voor een groot succes. Binnen afzienbare tijd was de populatie in Nederland al verviervoudigd. In 1989 werd de das in Zuidoost Fryslân geherintroduceerd. Nabij Oldeberkoop en Jubbega zijn in totaal 24 dassen op vijf verschillende locaties uitgezet. Om ze wat op weg te helpen konden ze zo intrekken in een voor hun speciaal gemaakte kunstburcht en werden ze voor een tijdje gevoerd. Het waren namelijk dassen afkomstig uit een opvang en de wereld daarbuiten was nog vreemd voor ze.
De omgeving van Oldeberkoop en Jubbega viel erg goed in de smaak bij de uitgezette dassen. Zodra ze de kans kregen om de poten te nemen, trokken ze de wijde wereld in op zoek naar de hogere en drogere delen van het landschap. Er ontstonden meer en meer nieuwe burchten met gangen, kamers, verdiepingen en rotondes. Dat is ook niet zo gek, want het kleinschalig landschap in Zuidoost-Fryslân met akkers, weides, bosjes en houtwallen is bij uitstek geschikt leefgebied. De groei van de dassenpopulatie in Nederland was in Fryslân het grootst. Opvallend is ook de snelle verspreiding van de soort in Zuidoost-Fryslân. Binnen enkele tientallen jaren heeft de soort zich sterk uitgebreid en zijn ze te vinden tot aan Appelscha, Drachten, Heerenveen en Wolvega. Er zijn zelfs dassen die het aandurven een burcht te starten in het lager gelegen en veel natter veenlandschap richting Munnekeburen. Een type gebied dat ze normaal gesproken mijden.
Mijn eerste das
Een das laat zich niet zo makkelijk zien. Ik raakte helemaal in extase toen ik mijn eerste das zag. Het ging niet om één, niet om twee maar om een dassenfamilie van in totaal negen stuks. Ik liep over van enthousiasme en dat uitte zich in ongegeneerd zachtjes vloeken. De avond begon met een speelkwartiertje waarin de dassen dartelden, stoeiden, poetsten en imponeerden. Vervolgens ging elk familielid aan de slag met de dagelijkse gang van zaken. De een ging op zoek naar voedsel, de ander maakte de burcht schoon en een groepje ging op verkenning uit. Ik zag dit groepje dichter en dichterbij komen tot ze me op enkele meters afstand aanstaarden. Pas toen ze door hadden dat ik geen hulststruik was, schoten de wereldvreemde jonge dassen als een speer de vluchtpijp van de burcht in. Even later moest ik stilletjes lachen toen ik tien meter verderop een volwassen das het verzamelde schone droge gras, mos en bladeren met een gekke achterwaartse beweging de burcht in zag trekken. Ik voelde me zo’n geluksvogel dat ik dit bijzondere schouwspel een uur lang mocht bewonderen.
geef een reactie