www.boswachtersblog.nl/ Fryslân

Dood hout leeft!

18 maart 2022 Henk-jan in Fryslân

Honderden bomen sneuvelden in februari door het stormgeweld van Corrie en de drielingstormen Dudley, Eunice en Franklin. Is dit erg? Nee. Al dit hout heeft een belangrijke functie voor de biodiversiteit in het bos. Dood hout leeft!

In 1972 richtte een novemberstorm enorme schade aan in de Nederlandse bossen. Miljoenen bomen waaiden om met een gezamenlijk houtvolume van bijna een miljoen kuub. Op mij als 7-jarige maakte het beeld van de vele omgewaaide dennen diepe indruk. Ze lagen als geknakte lucifershoutjes op de grond.

Dit beeld kwam direct in me op toen ik vorige week door een van onze bospercelen bij Oudemirdum liep. Op een paar honderd vierkante lagen zeker twintig naaldbomen. Tijdens de stormen Corrie, Dudley, Eunice en Franklin gingen flink wat bomen om, in de Gaasterlandse bossen ruim 200! Wanneer in een korte tijd zoveel bomen omwaaien, is het bos een waar slagveld. Dikke stammen liggen plat en verspreid over de bodem, sommige bomen zijn over elkaar heen gevallen of hangen half in andere bomen. Ook ligt de grond bezaaid met honderden grote en kleine takken, met ook opvallend veel gezonde delen.

Nieuwe kansen voor planten en dieren

Als natuurbeheerder bekijk ik dit positief. Dood hout doet het bos goed, dood hout leeft! Het betekent nieuwe leef- en overlevingskansen voor allerlei planten en dieren. Terwijl ik me een weg baan tussen de vele takken, passeer ik een omgevallen beuk. Het hout is nat en zacht en zit vol scheuren en gaatjes, een teken dat de boom hier al een aantal jaren ligt. Overal krioelt het van leven. Zodra ik een stuk schors wegtrek, komen er allerlei pissebedden, mijten en kleine kevers tevoorschijn.

De kluit van deze douglas heeft een doorsnede van vijf meter!

De omgevallen naaldbomen zullen hetzelfde rottingsproces ondergaan. Heel langzaam sterven ze af en doordat de beschermende afweerstoffen geleidelijk verdwijnen, kunnen allerlei insecten en schimmels de boom binnendringen. Na verloop van tijd nemen bastkevers, boktorren, prachtkevers en houtwespen bezit van de boom. De larven van deze dieren leven in het oude kernhout en graven zich een weg door het hout. Deze gangen en openingen vormen weer een ideale voedingsbodem voor schimmels, bacteriën en paddenstoelen.
In de verte roffelt een grote bonte specht in een dode, staande boom. Ze zoeken naar insecten en hakken in de stam een hol om in te nestelen. Veel dieren profiteren van het dode hout, zoals de bosuil, kleine bonte specht en boomklever.

Indrukwekkende wortelkluiten

Het indrukwekkendst vind ik de enorme wortelkluiten die omhoog staan. Je krijgt een goed beeld hoe diep een boom wortelt en hoe de wortelomvang zich verhoudt tot de dikte en lengte van de boom. Zo is goed te zien dat naaldbomen vrij oppervlakkig wortelen, ongeveer één tot hooguit anderhalve meter. De kluiten zijn daarentegen opvallend breed. Bij een grote volwassen douglas meet ik een doorsnede van vijf meter.
Eenmaal omgevallen, trekken de bomen een grote hoeveelheid grond mee omhoog en er ontstaan flinke boomkraters. Deze vormen een ecosysteem op zich. Waar water in de kuilen blijft staan, kun je in het voorjaar bruine kikkers vinden en als de wortelkluit in de zon ligt, vormt de grond een ideale nestplek voor wilde bijen. In een oude wortelkluit bij mijn werkplek broedde enkele jaren geleden al eens een ijsvogel.

Biodiversiteit

Omgevallen bomen en dood hout mogen gelukkig weer. Nog niet zo lang geleden ruimden bosbeheerders al het stam- en takhout op. Tot in de jaren 80 beschouwde men dood hout als ongewenst. Tegenwoordig laten we veel hout liggen en dat is weer goed voor de biodiversiteit. Naar schatting veertig procent van de totale bosfauna in Nederland is gebonden aan dood hout. Denk bijvoorbeeld aan diverse amfibieën en reptielen, eekhoorns, marterachtigen, circa 400 soorten paddenstoelen en wel 750 soorten kevers.

Op de terugweg loop ik langs een hoop zand, zo lijkt het van afstand. Dichtbij gekomen zie ik dat er halfverteerde resten wortels en takken uitsteken. Het is een oude wortelkluit, misschien wel omgewaaid in 1972. De grond is volledig bedekt met allerlei mossen, korstmossen en kleine grassen. Onder de oude stam zie ik kleine gaatjes, waarschijnlijk muizenholletjes. Een koninginnenhommel vliegt er met laag brommend geluid omheen, wellicht met het idee om hier haar nageslacht in voort te brengen. Rondom de kluit schieten verschillende jonge lijsterbesboompjes omhoog. Bosverjonging. Het laat goed zien hoe een boom in vijftig jaar tijd grotendeels is gerecycled. Met dank aan de storm.

Boswachter Henk-Jan van der Veen

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog