Gras uit Fryslân in trek bij olifanten
Olifanten in Artis eten hooi uit Friese natuurgebieden. Dit kruidenrijke hooi past goed in hun dieet. Staatsbosbeheer Súdeast-Fryslân is blij met deze passende bestemming voor het gedroogde maaisel uit de bloem- en kruidenrijke graslanden die het beheert. Om deze belangrijke natuurgraslanden in stand te houden is het jaarlijks maaien en het afvoeren van het maaisel van cruciaal belang. De Aziatische olifantenfamilie in Amsterdam heeft het hooi sinds februari op het menu staan. Meer leveringen volgen; olifanten zijn namelijk grote eters en kunnen ruim 100 kilo per dag eten.
“We zijn blij met het hooi dat we uit Friesland ontvangen”, zegt Peter Bleesing, teamleider dierverzorging in ARTIS. “De Aziatische olifanten in ARTIS eten voornamelijk hooi en wilgentakken, aangevuld met een beetje groente, zomers wat vers gras en speciaal samengestelde olifantenbrokken. Hooi is ongeveer de helft van hun dieet. Kruidig en grof hooi heeft hierbij de voorkeur. We leggen het hooi op verschillende momenten van de dag op verschillende plekken in olifantenverblijf neer. Een deel wordt verstopt in de hooifeeders. Zo zijn de dieren een tijdje bezig om hun eten te verzamelen. We leggen ook wat hooi neer op de grond zodat het olifantenkalf van 10 maanden oud erbij kan. Het jong drinkt nog voornamelijk melk, maar leert nu ook om hooi te eten. Een volwassen olifant eet ongeveer 100 kilogram per dag en poept ongeveer net zoveel. Olifanten verteren inefficiënt, hun mest zit dan ook nog vol voedingsstoffen. De olifantenmest verzamelen we weer en een deel ervan gebruiken we voor het maken van een bodemverbeteraar die we hier in het park in de bloemen- en plantenperken gebruiken. Dus zo houden we een mooie kringloop in stand, mede dankzij het Friese hooi.”
Kruidenrijk gras
Staatsbosbeheer Súdeast-Fryslân beheert verschillende graslanden zoals hooilanden, schraallanden en kruidenrijke- en bloemrijke graslanden. Hier vind je bijzondere planten, zoals dotterbloemen, orchissen en zeggen. Deze trekken weer specifieke vogels en insecten aan. ‘’Vanaf ongeveer half juni tot soms wel oktober worden de verschillende graslanden gemaaid”, vertelt teamleider Dennis Benedictus. “Hier komt trouwens heel wat bij kijken. Wanneer er gemaaid kan worden, de manier van maaien en met welk materiaal hangt onder andere af van de kwetsbaarheid van de vegetatie en de bodem. Zo wordt er voor klein en licht materiaal gekozen om de zeer kwetsbare blauwgraslanden te maaien met natte gronden en weinig draagkracht. Op veel locaties blijven er delen ongemaaid als voedselbron voor insecten zoals de zompsprinkhaan, als schuilplek voor hazen en waar eitjes van zeldzame vlindersoorten als de grote vuurvlinder zijn afgezet. Daarnaast kunnen delen van een grasland later gemaaid worden omdat er een vogelsoort als de kwartelkoning met jongen aanwezig is. Ná het maaien is het belangrijk dat het maaisel volledig wordt afgevoerd. Zo voorkomen we dat overtollige voedingsstoffen niet opnieuw worden verteerd en opgenomen. Jaarlijks voeren we het maaisel van ruim 1000 hectare grasland af.” Het gemaaide en gehooide gras, van de graslanden tussen natuurgebieden Wijnjeterperschar en van Oordt’s Mersken en tegen het beekdal Koningsdiep aan, is nu onderdeel van het dieet van de Aziatische olifanten in ARTIS. Hooi afkomstig van schrale graslanden met de juiste samenstelling aan voedingsstoffen zodat de olifanten gezond en op het gewenste gewicht blijven.
Maaien voor behoud graslanden
De bloem- en kruidenrijke graslanden met hun rijke populatie aan dagvlinders, sprinkhanen en verscheidene vaak kwetsbare vogelsoorten staan onder grote druk door verzuring, verrijking, verbossing en verdroging. Maaien is één van de maatregelen die wordt genomen om deze processen tegen te gaan. Staatsbosbeheer Súdeast-Fryslân maait bijna 700 hectare grasland één, twee of soms zelfs drie keer per jaar om deze in stand te houden.
geef een reactie