Gluren bij de buren
Hoe doen anderen het? Doen ze het vaker, met meer passie en gebruiken zij speciale hulpmiddelen? Kijken – of liever gezegd gluren – bij de buren is spannend, interessant en nog leerzaam ook. Vooral als je speciaal bent uitgenodigd om erbij te zijn.
In het kader van het Lifeproject Laagveengebieden hebben we onlangs een bezoek gebracht aan onze collega’s van Natuurmonumenten in De Wieden. Zij beheren ruim 10.000 hectare moerasgebied in de kop van Overijssel en hebben te maken met dezelfde problematiek als Staatsbosbeheer in de Rottige Meente. Belangrijk thema die dag was verbossing van trilveen en rietlanden: hoe ontbos en herstel je kwetsbaar trilveen en veenmosrietland zonder schade aan het terrein toe te brengen? Hoe doen onze buren van Natuurmonumenten dit en wat kunnen we van elkaar leren?
Verwijderen van bosopslag is een specialistische klus, vooral door de natte, zompige veengrond. Percelen zijn daardoor moeilijk toegankelijk voor zware machines en dat vraagt om speciaal aangepast materieel. Deze middag is benut om ervaringen uit te wisselen, in elkaars terreinen te kijken en van elkaar te leren, bijvoorbeeld welke machines en hulpmiddelen geschikt zijn voor natte terreinen. Conclusie na een middag varen en struinen door riet en moerasbos: beide organisaties doen het met passie en gedrevenheid en uitwisseling van beheerervaringen moeten we zeker vaker doen.
Via het Lifeproject Laagveengebieden hebben we gezamelijk subsidie aangevraagd om in 2014 en 2015 verschillende rietlanden af te plaggen in de Rottige Meente en de Wieden. LIFE+ is een Europees subsidieprogramma voor de ontwikkeling en uitvoering van het Europese natuur- en milieubeleid. Het ondersteunt projecten in Natura-2000 gebieden met het doel om biodiversiteit te behouden en uit te breiden. Voor de Rottige Meente zetten we vooral in op herstel van ongeveer 30 hectare verzuurd veenmosrietladen en uitbreiding van het leefgebied voor de grote vuurvlinder.
geef een reactie
Marjolein Stam
Wat leuk, deze samenwerking!
Mijn jeugd en een groot deel van mijn volwassen leven bezocht ik de Blauwe Hand, zoals o.a. de Beulaker en Belter Wiede destijds genoemd werden. Destijds lag de prioriteit op toerisme; mijn opa had vroeger nog als rietsnijder en turfsteker gewerkt en kon stoelen matten. Ik leerde dus dat het naast leuk ook nuttig was.
Vandaag de dag ben ik blij met de schoonheid van dit gebied en het eendere Rottige Meente-gebied, geniet daar meer van dan van het aloude ‘bootjevaren-en-biertjedrinken-in het riet’ 🙂
Het is geweldig dat de natuur nog zo goed gebleven is dankzij alle inspanningen en dat onderlinge ervaringsuitwisseling alleen maar kwaliteitsverhogend kan werken!