Zoekt… en gij zult vinden
‘Heb je nog leuke waarnemingen voor onze weblog?’, vraag ik aan Pieter Huisman. Pieter is een duizendpoot binnen ons team wat soortenkennis betreft. Vogels, planten, niets is hem te gek. In de zomer is hij net als veel andere collega’s in het veld te vinden, kent ieder terrein van onder tot boven en is altijd alert op leuke en bijzondere soorten. Die vraag is voor Pieter niet moeilijk te beantwoorden: ‘we vonden deze week het zeggedoorntje, een nieuwe sprinkhanensoort voor het Wijnjeterperschar. En ook moerassprinkhaan bij Noordwolde-Zuid. Vlak naast de kapvlakte ligt een poeltje. Er zitten er tientallen en ze maken een tikkend geluidje. Ook nog niet eerder waargenomen daar. Kun je zo langsrijden als je naar huis gaat’.
Waarom ook niet. Het is prachtig weer; zonnig, weinig wind en 23 graden. Perfect insektenweer. Ik volg Pieter advies op en rijd op de terugweg nog even langs Noordwolde-Zuid. Het gekapte bosperceel is makkelijk te vinden. Het is even zoeken naar het poeltje, maar via het ruiterpad, een droge sloot en een smal graspaadje sta ik ineens in een grasland met pijpenstrootje en heide. Tien meter verder ligt een kleine poel. Nog voordat ik er erg in heb vliegen tientallen kleine insekten verschrikt op, om aantal meters verder weer neer te ploffen in het gras. Om me heen hoor ik subtiele tikjes, alsof ik vlak naast schrikdraad sta. Moerassprinkhaan!
Het valt nog niet mee om de diertjes rustig te bekijken, laat staan voor de camera te krijgen. Bij het minste voetgeritsel springen ze op. Andere strategie! Ik ga zitten en beweeg me niet. Al snel hoor ik vlak naast me zacht getik, nog geen tien seconden later nog eens vijf dieren en na een halve minuut zit ik midden in een koor van wel 30 raspende en tikkende moerassprinkhanen. En dat op enkele tientallen vierkante meters!
Met een lengte van drie tot vier centimeter zijn het flink uit de kluiten gewassen dieren. De mannetjes zijn prachtig felgroen gekleurd met rode achterpoten. De soort komt vooral voor in schrale, natte hooilanden, vochtige heideterreintjes en op oevers van kleine plasjes. Behalve nabij Noorwolde komt de moerassprinkhaan voor in de Batten, het Wijnjeterperschar en enkele natuurterreinen in Noord-Friesland.
Juli en augustus zijn de beste maanden om naar moerassprinkhaan te zoeken. Het leuke is dat de mannetjes reageren op elkaars tikken. Je kunt dit nabootsen door luid aan je nagels te gaan purken, of subtieler, door kort en krachtig je nagelpunten over elkaar heen te laten gaan. Succes verzekerd, want de mannetjes reageren hier razendsnel op door terug te ’tikken’. Eenmaal gehoord en gezien vergeet je deze dieren niet meer.
Terwijl ik rustig zit en geniet van de heerlijk warme septemberzon, komt ineens vlak voor me een moerassprinkhaanmannetje tevoorschijn. De camera heb ik reeds in de aanslag. Wordt mijn geduld toch nog beloond. Een dag later komt Pieter met een prachtige foto van het zeggedoorntje uit het Wijnjeterperschar.
Wij zijn natuurlijk ook benieuwd naar uw waarnemingen. Heeft u ook de moerassprinkhaan of andere sprinkhanensoorten gehoord of gezien in een van de Staatsbosbeheerterreinen? Laat het ons weten!
geef een reactie
Marjolein Stam
Bij een gecombineerde excursie op 24 augustus bij de pingoruïnes en in de buurt van Twijzel met insectenmensen (die wat verder gingen dan wij, leden van de vlinderwerkgroep), zijn er wel wat bijzonderheden langsgekomen. Zo werd een tandem van twee zwervende pantserjuffers gevonden en door de deskundigen uitbundig gefotografeerd.
Ook zagen we 5 exemplaren hoefbladvedermot (Platyptilia gonodactyla). Verder natuurlijk diverse libellen en juffers, wat macro’s en wat dagvlinders en op enkele plekken verschillende rupsensoorten. Ik vond die van de wapendrager erg indrukwekkend, zó mooi!
Natuurlijk nog veel meer moois gezien, ook tijdens andere excursies, maar deze was anders door de insectenmensen die op microscopisch klein spul zochten. Het is altijd weer interessant wat de natuur biedt!