www.boswachtersblog.nl/ Flevoland

Succesvolle publieksdag scheepsarcheologie in Hulkesteinsebos

6 augustus 2024 Staatsbosbeheer in Flevoland
Het blootleggen van het voorschip gaat verder terwijl het publiek uitleg krijgt.

Het blootleggen van het voorschip gaat verder terwijl het publiek uitleg krijgt.

Mooi weer en veel belangstelling. De belangrijkste ingrediënten van de succesvolle publieksdag over scheepsarcheologie die afgelopen zaterdag 3 augustus is gehouden in het Flevolandse Hulkesteinsebos. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) organiseerde de dag in samenwerking met Museum Batavialand en Staatsbosbeheer. Het publiek maakte kennis met het onderzoek dat studenten archeologie uit Nederland en Vlaanderen en vrijwilligers van 8 juli tot en met 9 augustus hebben gedaan naar een in 1972 ontdekt vroeg 16e-eeuws ‘waterschip’. De bezoekers kregen onder anderen uitleg over de geschiedenis en constructie van het schip, over de gebruikte onderzoekstechnieken en over de gedane vondsten.

Weer een opgraving?

Ja, zo gaat het vaak in de archeologie. Ieder onderzoek levert weer nieuwe vragen op, bovendien beperkte de opgraving van vorig jaar zich tot de leefruimte van het schip. Dus als je de kans hebt moet je verder gaan met het ontrafelen van de geheimen van dit bijzondere schip. De precieze leeftijd bijvoorbeeld. Dankzij de dendrochronologie, onderzoek aan de jaarringen in het hout, is het schip nu nauwkeurig gedateerd. Het is gebouwd rond 1518 en daarmee het oudste waterschip ter wereld! Als boswachter ben je natuurlijk blij met zulke verhalen over je gebied. Want naast alles wat er over de natuur is te vertellen, zijn archeologie en cultuurhistorie absolute smaakmakers.

Misschien wel het meest kenmerkende onderdeel van het waterschip: de 'bun' waarin de vis levend vervoerd kon worden. Duidelijk zijn de gaatjes in de scheepswand herkenbaar waardoor water het schip in kon om de vissen in leven te houden.
Misschien wel het meest kenmerkende onderdeel van het waterschip: de ‘bun’ waarin de vis levend vervoerd kon worden. Duidelijk zijn de gaatjes in de scheepswand herkenbaar waardoor water het schip in kon om de vissen in leven te houden.

Spuiten en zeven

Andere vraag: welke vissen hebben in de ‘bun’ gezeten? De bun is het onderdeel waar het waterschip zijn naam aan te danken heeft. Het is een compartiment met gaatjes zodat de gevangen vis in leven, en dus vers, blijft door contact met het omringende water. Vorig jaar vonden onderzoekers in die bun botjes en graten. De vraag was natuurlijk van welke vissoorten. Tot nu toe lijken het alleen zoetwatervissen te zijn, maar de visspecialisten gaan het nog nader uitzoeken. Hoewel de Zuiderzee brak was, lagen de beste visgronden op de plek waar nu het Hulkesteinsebos ligt, aan de monding van de Eem, zoet water dus. En laat het waterschip nou net in die omgeving gevonden te zijn.

De grond met visresten gaat in de vierkante zeefbak.
De grond met visresten gaat in de vierkante zeefbak. Met water onder hoge druk worden de bodemdeeltjes weg gespoten zodat uiteindelijk alleen de botjes en graten in de zeef achterblijven.

Jufferblok en bekerdeksel

De opgraving is in dit geval ‘destructieve archeologie’. Van het wrak blijft uiteindelijk weinig meer over, omdat het vooral de bedoeling is meer over de constructie te weten te komen en de best bewaarde delen met de modernste technieken in 3D te scannen voor een complete reconstructietekening. Maar op een publieksdag is natuurlijk een veel gestelde vraag of er nog bijzondere dingen zijn gevonden. Bedoeld worden dan spectaculaire voorwerpen. Voor de scheepsarcheologen waren die er zeker. Opvallende vondsten die werden getoond waren bijvoorbeeld een nagenoeg gaaf ‘jufferblok’, onderdeel van de tuigage van het zeilschip en het deksel met inscriptie van een houten drinkbeker. Verder ook leerresten van schoeisel en enkele aardewerkscherven.

Het jufferblok (links) en de deksel met inscriptie van een houten drinkbeker (rechts), die er ongeveer als op de foto uitgezien moet hebben.
Het jufferblok (links) en de deksel met inscriptie van een houten drinkbeker (rechts), die er ongeveer als op de foto uitgezien moet hebben.

Loodzware souvenirs 

Ook zijn veel ballaststenen aangetroffen in allerlei soorten en maten. Een waterschip had zo’n 3 à 4 ton ballast. Heel belangrijk, want als het schip niet diep genoeg lag stond er niet genoeg water in de bun en gingen de vissen dood. De zwaarste exemplaren moesten met een vorkheftruck uit het wrak worden getild. De stenen komen oorspronkelijk uit Noorwegen maar zijn niet eerst door de gletsjers van de laatste ijstijden naar Nederland gebracht. Ze werden opgepikt in de havens die werden aangedaan.

Model van een 19e-eeuws waterschip. De constructie van het onderzochte wrak is iets anders maar het scheepsontwerp is gedurende minimaal vier eeuwen hetzelfde gebleven. <yoastmark class=
Model van een 19e-eeuws waterschip. De constructie van het onderzochte wrak is iets anders maar het scheepsontwerp is gedurende minimaal vier eeuwen hetzelfde gebleven. Van de opbouw is op het wrak niets terug gevonden, waarschijnlijk omdat in het ondiepe water dergelijke onderdelen konden worden geborgen om opnieuw te gebruiken. (Bron: RCE).

Reconstructie ZM22

In Museum Batavialand werkt men aan de reconstructie van een soortgelijk waterschip. De ervaringen en opgedane kennis uit het Hulkesteinsebos geven waardevolle informatie voor dit initiatief waarmee het leven en werken op zo’n schip ook voor het grote publiek aansprekend wordt gemaakt. Daarnaast vertellen de high tech gescande onderdelen van het schip over de kleine veranderingen in het ontwerp die sinds de ‘oerversie’ uit Flevoland zijn doorgevoerd.

Zuiderzee zette Flevoland op de kaart

Wat veel mensen niet weten: Flevoland is uniek als grootste scheepswrakkenkerkhof op land ter wereld. Eén blik op de kaart van de Mass-website (Maritime Stepping Stones) laat de enorme concentratie van scheepswrakken op het grondgebied van Flevoland zien. Niet zo verwonderlijk bij een eeuwenoude binnenzee als de Zuiderzee die heel belangrijk was voor transport en handel. Maar veel van die wrakken zijn door de inpolderingen ondergronds gegaan, wat merken we er boven de grond van?

Boven de grond

Staatsbosbeheer maakt graag ook boven de grond de maritieme historie zichtbaar. Bij de geconserveerde schepen in de bodem van onze gebieden doen we graag iets extra’s. Het meest recente voorbeeld daarvan is de site met een geconserveerd vrachtschip uit het eind van de 18e eeuw in boswachterij Reve-Abbert. Naast het fietspad door de Hanzestrook, de verbinding tussen Dronten en de randmeerbossen, is met provinciale subsidie op bijzondere wijze zichtbaar gemaakt dat daar een scheepswrak ligt. De contouren van het schip zijn op ware grootte met palen en planken aangegeven en een informatiepaneel geeft uitleg.

Beleef een scheepswrak op ware grootte boven de grond in boswachterij Reve-Abbert.
Beleef een scheepswrak op ware grootte boven de grond in boswachterij Reve-Abbert.

Hoe verder?

In 2025 verzamelen onderzoekers voor het laatst informatie over het waterschip. De opgraving begint zijn tol te eisen. Door blootstelling aan de lucht slaan schimmels toe en begint het vochtige hout te vergaan. De onderzoekers dekken de vindplaats binnenkort weer toe. Als boswachters kijken we uit naar de laatste aflevering van dit verhaal. Jullie ook?

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog