Staatsbosbeheer heeft op Stadslandgoed De Kemphaan vanaf december een speciale ‘dood doet leven-plek’ ingericht. Wij vinden het namelijk belangrijk om aan het publiek ook de rol van dode dieren in de natuur te laten zien. We doden daar natuurlijk geen dieren voor, maar gebruiken dieren die bijvoorbeeld door een aanrijding zijn gedood.

Dode bomen, bladeren op de grond, takken die na een storm op het bospad liggen. Allemaal dingen die je kan tegenkomen in het bos en dat vinden we allemaal best normaal.

Op dode bomen en takken groeien paddenstoelen en zwammen, er leven insecten die weer diverse vogels aantrekken en deze kunnen weer opgegeten worden door bijvoorbeeld een vos. Dood plantaardig materiaal doet dus leven.

Maar doden dieren doen ook leven, al is het wat ongebruikelijk om deze in de natuur hier in Nederland zichtbaar te laten liggen. Wij zijn als mens het niet gewend om een kadaver tegen te kunnen komen tijdens onze wandeling in de natuur.

Dood doet leven-plek

Wanneer je op het natuurpad wandelt op Stadslandgoed de Kemphaan kom je op een gegeven moment bij een kruispunt met een bord. Op dit bord staat aangegeven dat wanneer je het kleine zijpaadje inloopt, je een kadaver kan tegenkomen.

Op deze speciale Dood doet leven-plek laten wij zien dat kadavers onmisbaar zijn in onze natuurgebieden. Er zijn zeldzame diersoorten die het behoorlijk moeilijk hebben omdat ze afhankelijk zijn van de beschikbaarheid van kadavers in de natuur. Denk bijvoorbeeld aan de raaf en de zwarte wouw.

Maar naast zeldzame dieren leven er nog veel meer dieren van kadavers. Overdag kan je bijvoorbeeld een buizerd, ekster en koolmeesjes tegenkomen en dan heb ik nog niks gezegd over de verschillende insecten. Wanneer het donker wordt komen ook verschillende soorten uilen, steenmarters en vossen op het kadaver af.

Valwild

Dode dieren vinden we vaak onaantrekkelijk. We vinden het zielig, vies en willen de ziektes niet krijgen die zo’n kadaver met zich mee kan brengen. Maar de dode dieren die op de Dood Doet Leven-plek langs het natuurpad liggen zijn reeën die dood zijn gegaan door een aanrijding, ook wel valwild genoemd.

Er worden dus voor deze plek niet speciaal dieren gedood. Ondanks het hoge aantal wildaanrijdingen in Almere is er op de Dood Doet Leven-plek niet altijd een kadaver te zien.

Natuurlijke kringloop

Aaseters zoals bijvoorbeeld de vos zijn erg belangrijk in een natuurlijke kringloop van voedingsstoffen in de natuur. Via aaseters worden de voedingsstoffen die liggen opgeslagen in de lichamen van dode dieren, over een groter gebied verspreid. Dit gebeurt bijvoorbeeld via de uitwerpselen van aaseters, maar ook doordat dieren zoals de vos botten en andere kadaverresten verslepen. De voedingsstoffen die in deze kadaverresten liggen opgeslagen, komen zo verspreid over grotere gebieden terug in de kringloop. Niet alles wordt tenslotte opgegeten.

Schimmels en bacteriën zetten de laatste restjes van een kadaver om in de mineralen waaruit het dier was opgebouwd. Denk bijvoorbeeld aan de hoefzwam die de afbraak van beenderen en hoeven op zich neemt. Die mineralen komen uiteindelijk weer beschikbaar voor planten en dieren in het desbetreffende natuurgebied.

Dood doet leven plek bezoeken

De dood doet leven plek is makkelijk te combineren met een mooie wandeling door het bos. De plek ligt aan het Natuurpad. Dit is de groene route op Stadslandgoed de Kemphaan in Almere. De route start bij het Buitencentrum Almeerderhout van Staatsbosbeheer op Kemphaanlaan 4, Almere. Let erop dat de natuurgebieden in Almere alleen toegankelijk zijn tussen zonsopkomst en zonsondergang.

De Dood doet leven-plek in het Almeerderhout is niet de eerste plek waar je een kadaver kan zien. In Flevoland is de Dood doet leven-plek bedacht door de boswachters in het Kuinderbos. Daar is zo’n zelfde plek al sinds 2020 te bezoeken.