Beheer van reewild in stadsbossen Almere
Reewildbeheer in Flevoland maar ook in de rest van Nederland is niets nieuws. Dit wordt al tientallen jaren gedaan.
Echter valt het misschien nu veel meer op door de toenemende drukte in onze terreinen.
Waar het bos in Almere na de drooglegging eerst nog buiten de stad lag is het nu helemaal omgedraaid. De stad ligt rond het bos en daarmee is de drukte enorm toegenomen, zowel in het bos als eromheen. Dat bezorgt ons als terreinbeheerder een groot dilemma: hoe beheer je het reewild nabij de stad zodanig dat je nog van het wild kunt blijven genieten en er zo min mogelijk verkeers- en verdrinkingsslachtoffers vallen? En hoe krijg je een goede balans tussen het aantal dieren en de kwaliteit van hun leefgebied? De provincie, Staatsbosbeheer en de Faunabeheereenheid hebben hierin allemaal een eigen verantwoordelijkheid. Ik leg dit graag verder uit.
Samen werken aan de wildstand
De provincie heeft een belangrijke rol als beleidsmaker. Waar mag welk wild leven en hoeveel? Wie voert het faunabeheer praktisch uit en hoe voorkom je schade? De Fauna BeheerEenheid (FBE) maakt hiervoor een beheerplan voor reeën waarin o.a. het beheer praktisch is uitgewerkt, de provincie stelt dit vervolgens vast.
Staatsbosbeheer pakt als terreineigenaar vanaf dit jaar meer de regie op de kwaliteit van uitvoering van het beheer. Dat betekent bijvoorbeeld dat er strakke afspraken over worden gemaakt, vrijblijvend een jaartje maar wat minder schieten is er dus niet bij. Samenwerken, ook met de beheerders van wegen, betekent ook dat je kunt werken aan het voorkomen van ongelukken met reeën, want die gebeuren helaas nog te vaak. Met wildspiegels, waarschuwingen, ecoducten en tunnels wordt het probleem van aanrijdingen aangepakt, maar desondanks zijn er nog steeds veel aanrijdingen. Dat is voor de provincie de belangrijkste reden om het aantal reeën niet verder te laten groeien waarvoor ook afschot nodig is. Tenslotte spelen ook de natuurambities van gemeente Almere een grote rol. In de gemeentelijke plannen, Almere Groenblauw 2.0, moeten immers groene gebieden en water natuurgebieden met elkaar verbinden, zodat planten en vooral dieren niet in de knel komen. Reeën zijn bij uitstek dieren die laten zien of dat gaat lukken.
Voor iedereen een plekje in het bos
Van ruiterpaden, wandelroutes, kindereducatie routes, fietspaden, kanos tot hondenscholen, hondenuitlaatservices, excursies, evenementen, trainingen en cursussen …. En zo kan ik nog wel even doorgaan. We trekken met zijn allen maar al te graag de natuur in en daar is het stadsbos natuurlijk voor maar dit doet ook wat met al het wild in onze terreinen.
Elke nieuwe wandelroute, sluippaadje of ontsluiting vanuit een tuin naar ons terrein zorgt voor onrust en verkleint daarmee de kwaliteit van het leefgebied van het wild in onze gebieden. Elke excursie of activiteit zorgt voor nog meer onrust in onze terreinen.
De bouw van nieuwe woonwijken en het aanleggen van wegen door de gemeente of provincie verkleint niet alleen het leefgebied maar zorgt er ook voor dat het wild zich niet makkelijk kan verplaatsen naar een rustiger gebied. Doet het wild dat toch, dan worden de reeën een gemakkelijk slachtoffer van het verkeer of verdrinken ze.
Maandelijks zien mijn collega’s en ik het leefgebied voor de reeënpopulatie in hoog tempo afnemen. Het aantal aangereden reeën rond Almere is hoog en dan moeten er maatregelen worden genomen.
Kan Staatsbosbeheer zonder afschot verkeersslachtoffers voorkomen?
Staatsbosbeheer is sinds dit jaar zelf verantwoordelijk voor het wildbeheer in onze terreinen.
In het Faunabeheerplan van de provincie staat dat de eigenaar ook nog andere maatregelen kan treffen om bijvoorbeeld verkeersslachtoffers te voorkomen. Denk bijvoorbeeld aan rasters, spiegels langs de weg, minder hoge snelheden en als laatste afschot.
Staatsbosbeheer is terreinbeheerder van de natuurgebieden. Wij zijn geen eigenaar van het wild maar ook niet van de wegen.
De wegbeheerder is verantwoordelijk voor het nemen van de juiste maatregelen om verkeersslachtoffers te voorkomen. De provincie en gemeente kunnen kijken voor de juiste verbindingen met vluchtroutes voor het wild.
Staatsbosbeheer is verantwoordelijk voor haar terreinen. Echter, wij zijn niet de eigenaar van de openbare wegen die door het Almeerderhout lopen. In dit geval zijn wij verantwoordelijk voor het in de hand houden van de populatie en dan kom je al snel uit bij het afwegen van afschot en eventuele alternatieven.
In elk geval krijgen wij (gemeentes en terrein beherende organisaties) vanuit de provincie de opdracht om het aantal wildaanrijdingen naar beneden te brengen. Vorig jaar waren het er namelijk zo’n 520 aanrijdingen, waarvan 20% in Almere. Sneu voor de dieren maar ook een grote schrik voor de autobestuurders. En dan te bedenken dat het Almeerderhout omsloten wordt door twee snelwegen. Wanneer daar een dier wordt aangereden is de schade nog groter.
Kan je niet wat anders doen dan afschot?
Mocht men een goed idee hebben, dan staan wij open voor een gesprek! Natuurlijk hebben wij al vele mogelijkheden overwogen. Reeën zijn kleine wilde hertachtigen en zijn erg stressgevoelig. Wanneer wij niks doen zal de populatie groeien want er is voldoende voedsel en er zijn geen natuurlijke vijanden. Tegelijkertijd wordt er nog volop gebouwd in Almere, worden de terreinen drukker en neemt het leefgebied dus drastisch af. Wanneer wij niks doen zullen de reeën zich blijvend in het nauw gedreven voelen, kunnen ze verdrinken, dood gereden worden of opgejaagd.
Castratie of sterilisatie is onmogelijk bij deze stressgevoelige wilde dieren. Je krijgt ze moeilijk te pakken en als je ze al zou kunnen vangen kunnen ze dood gaan van de stress.
Je bent dus eigenlijk verplicht om de aantallen op een andere manier naar beneden te brengen om zo de balans met de hoeveelheid leefgebied weer te herstellen. Wij als mensen met al onze activiteiten, routes, sluiproutes vanuit de achtertuin het bos in en niet in de laatste plaats loslopende honden zorgen er namelijk voor dat de kwaliteit van het leefgebied afneemt. Naast voedsel is rust daarbij een belangrijke factor.
Verkleinen al die ‘hekwerken’ ( rasters) de leefruimte niet?
Zeker! Maar wanneer wij de rasters niet om ons net aangeplante bomen plaatsen, zal er bij deze aantallen reeën geen boom meer groot worden. De aantallen reeën in onze terreinen zijn zo hoog dat ze onze jonge aanplant opeten.
Op veel plekken in onze terreinen staan daarom rasters vanwege herplant na de essentaksterfte. Dit is een schimmel die de es aantast en uiteindelijk doodt. Maar liefst 43% van alle essen in Nederland staat of stond in Flevoland dus je snapt wel hoeveel bos we opnieuw hebben moeten inplanten met jonge bomen. Maar die moeten natuurlijk wel de kans krijgen om volwassen te worden!
Kan het leefgebied van de reeën niet vergroot worden?
Dit is helaas niet aan Staatsbosbeheer. Wij zouden het mooi vinden als de reeën veilige vluchtwegen krijgen of goede verbindingen om zich te kunnen verplaatsen naar rustige gebieden.
Goede verbindingen en vluchtroutes zijn een must voor het duurzaam in standhouden van een gezonde reeën populatie.
Wanneer wordt er beheerd en kan dat wel zo dicht bij de woonwijken?
Er zijn allemaal strenge regels verbonden aan het beheer van wild. Niet iedereen kan en mag dit zomaar doen. Zo mag er nooit geschoten worden richting woonwijken, bebouwing, paardenstallen en dergelijke.
Veelal wordt er beheerd in de vroege ochtend of vanaf de late middag tot in de avond. De meeste reeën zijn dan ook actief en het is dan relatief rustig in de terreinen.
Op veel plekken in Almere kan al niet meer beheerd worden. Een gebied waar beheerd kan worden moet aaneengesloten minimaal 40 ha groot zijn (dus zonder autowegen/snelwegen die het gebied doorkruisen).
Waarom wordt er geschoten in het broedseizoen?
De reeënpopulatie is zo groot en de aantallen verkeersslachtoffers zijn zo hoog dat de provincie wil dat we die aantallen naar beneden brengen. Een normale populatie reeën komt uit op zo’n 10 reeën per 100 ha bos. Hier is dat bijna het dubbele.
Er zijn regels wanneer je mag schieten. Zo mag je van 1 april tot eind mei jonge reeën schieten. Van 1 april tot 1 september mogen de bokken (de mannelijke) reeën worden geschoten en tussen 1 september en 1 april de volwassen reegeiten, de vrouwelijke dieren.
Voorkomen dat er vrouwelijke dieren weer jongen krijgen is heel effectief om het aantal dieren in de hand te houden. Om die reden worden de vrouwelijke dieren vooral beheerd in de periode van 1 december tot 1 maart.
Aan de andere kant vragen wij onze bezoekers ook om zich in het broedseizoen te houden aan de regels. Want behalve reeën worden er in deze periode nog veel andere jonge dieren geboren. Denk bijvoorbeeld ook aan vossen en alle vogels die zowel in de boom als op de grond broeden.
Dat wildbeheer nodig is door de drukte in onze terreinen en de bouw van omliggende wijken wil niet zeggen dat de regels in de natuurgebieden voor natuurbescherming niks meer uitmaken.
Kan het zijn dat er in de toekomst geen wild meer beheerd kan worden in de terreinen?
Dat kan. Na het gesprek met mijn collega’s om tot deze blog te komen hoor ik van hun kant ook de onrust.
De aantallen naar beneden brengen wordt voor de jagers steeds lastiger. De drukte is sterk toegenomen en neemt nog steeds toe. Het leefgebied wordt steeds kleiner, raakt versnipperd en dat maakt het ook moeilijker om wild te beheren.
Maar wanneer beheren niet meer mogelijk is, accepteren we dan de verkeersslachtoffers en de verdronken of dood gebeten reeën?
We moeten de natuur dus met zijn allen beschermen en er moet daarom ook beheerd worden. Om het bos volwassen en nog afwisselender te laten worden zodat we ook in de toekomst van alles in de bossen kunnen blijven doen en dicht bij het bos kunnen wonen. Dus laten we de druk op de terreinen zoveel mogelijk beperken door ons aan de regels te houden, zo kunnen we toch van de natuur blijven genieten!
geef een reactie