Bomen van Betekenis #40 De hagelslag van de Achterhoek
Als je de kaart met ‘eigendom en in beheer’ van Staatsbosbeheer in de Achterhoek bekijkt, zie je een gigantisch aantal puntjes en streepjes, die als hagelslag over het gebied lijken uitgestrooid. Het gaat om de landschapselementen, zoals singels, bomenrijen en kleine bosjes. Alles bij elkaar zijn het er zo’n duizend en de ‘lijnvormige elementen’ hebben bij elkaar opgeteld een lengte van 600 kilometer. Al die snippers zijn veel minder bekend dan de grote bossen en landgoederen. Maar denk ze eens weg! Wat zou de Achterhoek dan saai zijn. Ze horen bij het landschappelijk karakter van de streek en hebben eveneens een natuurfunctie. Boswachter Eelco Roelofs, die ook zelf in het beheer van de elementen werkt, toont me hoe groot de variatie is.
Ruilverkavelingen
Onze tocht begint in Wehl, tussen Doetinchem en Didam. Toen hier in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw de ruilverkavelingen plaatsvonden, verdween het traditionele landschap ten gunste van een rationele inrichting, met rechte wegen, ‘goede’ ontwatering en vooral grote percelen. De ruilverkaveling had oorspronkelijk twee doelen: armoede onder kleine boeren bestrijden en Nederland een speler maken op de wereldmarkt.
Om het verlies aan natuur en landschapsschoon bij de grootschalige herinrichting te compenseren, werden tal van singels aangelegd. Op een punt aan de Slagenweg zien we er al drie. Eerst verkennen we een essensingel.Hakhoutbeheer
Eelco: ‘Vanwege de essentaksterfte zijn in de Achterhoek veel bomen verwijderd. Hier gingen de essen gewoon mee in het hakhoutbeheer. Dat is cyclisch: afhankelijk van de soort boom wordt deze een keer in de zoveel jaar vrij laag aan de stam afgezet. Bij essen doe je dat om de tien tot twintig jaar. De boom vormt een stoof van waaruit hij weer uitloopt. De stoof groeit mee na elke hakbeurt en kan er heel ‘oer’ uitzien.’
En wat Eelco ook laat zien is dat zo’n singel niet zomaar bestaat uit op rij geplante bomen van een soort. ‘Wel is het zo dat we hier van een essensingel of een iepensingel spreken omdat dat de hoofdsoort is in dat stuk. Soms zijn er ook andere soorten tussen geplant. En aan de buitenzijde van vrijwel alle singels staan hazelaar en allerlei struikvormers zoals sleedoorn en meidoorn. De singels vormen een fijnmazig netwerk van passages waar allerlei dieren van profiteren zoals muizen en de bunzing. Vleermuizen gebruiken de randen op zoek naar voedsel. En dat allemaal diep in het grootschalige boerenland.’ Maar wat hier het meeste opvalt: de essen die drie jaar geleden zijn afgezet zitten goed in ‘tak en blad’.
Gezond
Aan de andere kant van de weg ligt een iepensingel (tweede foto van boven). Die moet wat vaker worden afgezet. Hij is wel 700 meter lang en dat karwei in een keer klaren toont als kaalslag, dus dat gebeurt in fases. Bewoners zijn er inmiddels aan gewend en Staatsbosbeheer krijgt geen klachten meer binnen. En ook hier blijkt dat het hakhoutbeheer, feitelijk een eeuwenoude methode die dorpelingen brand- en griefhout verschafte, de gezondheid van de bomen ten goede is gekomen. De aanvankelijk wat kwakkelende iepen staan er fraai bij.In de singel
Eelco heeft een verrassing, een heel stuk verderop, maar nog steeds in Wehl. Hier is door regelmatig gebruik een wandelpad ontstaan in een essensingel. Je loopt er zo de herfstkleuren in. Ik schiet wat plaatjes en later zie ik dat het lijkt alsof de boswachter voor een decor met fotobehang staat. Maar het is dus hartstikke echt en wonderschoon.
Eelco legt uit hoe het ‘hakken’ nu gebeurt door de uitlopers machinaal te knippen. Zo kun je flink meters maken. Het nadeel is dat met deze methode de vezels van de takken worden dichtgeknepen, dus alles wordt nagelopen met de zaag. Her en der zie ik ook exemplaren die niet afgezet zijn, maar vol uitgegroeid. ‘Dat zijn de overstaanders. Je wil er daar niet te veel van hebben want ze beschaduwen de lagere bomen en struiken en zetten die ‘in de drup’. Uiteindelijk houd je dan geen singel meer over en heb je ‘gewoon’ een bomenrij. Met de es valt dat trouwens wel mee, die geeft niet zoveel schaduw, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de eik.’Oude eiken
Een totaal ander beeld is er tussen Ruurlo en Groenlo. In dit komvormig gebied was tot in de twintigste eeuw, toen het ontgonnen werd, vooral sprake van moerassen en natte heide. Toch vond er ook al menselijk gebruik plaats, getuige de eeuwenoude eiken die oorspronkelijk weitjes omzoomden. Bij Grevenbroek is dat weitje verdwenen, er is nieuw bos geplant met vooral els en es. Maar die eiken! Heel gevaarlijk om hun leeftijd te schatten, maar 150 jaar minstens durven we wel te zeggen. Waarschijnlijk, maar zeker is dat niet, zijn ze ooit geplant om eigendom te begrenzen. Trouwens, in het nieuwe bos staan ook een paar oude eiken, op het restant van een wal. Die worden gekoesterd en vrijgezet, zoals dat heet wanneer jongere opslag wordt verwijderd om uitverkorenen de ruimte te geven.Rijkdom
Dit micronatuurgebied heeft nog veel meer te bieden. Er is een poel gegraven waar de boomkikker zich nu voortplant. Eelco: ‘En kijk eens tussen de bomen door naar dat grasland. Het ziet er nu gewoon groen uit van een afstandje. Maar in de zomer bloeien hier de moeraswespenorchis en de parnassia. De ecologische vakterm voor dit terrein is veldrusschraalland. Om het te realiseren is de toplaag verwijderd (die was te voedselrijk) gevolgd door een regime van maaien en dat maaisel afvoeren. De bodem verschraalde en nog aanwezige zaden ontkiemden.’ Dus hier geen denigrerende opmerkingen over postzegelnatuur!
Knotlinde
En door gaat het. We zijn op weg naar nog een fraai element: het restant van een eeuwenoude houtsingel vlakbij de Slaapweg tussen Borculo en Geesteren. Ik weet het, bij sommige natuurbeschermers mag je niet aankomen met de Amerikaanse eik, omdat hij zich beter weet te verspreiden dan inheemse soorten en omdat er nauwelijks dieren gebaat zijn bij zijn aanwezigheid. Maar hier in het Achterhoekse is hij veel als laanboom aangeplant en wat is het onderweg mooi met dat rood van zijn herfstblad.De absolute ster van de singel is een linde. ‘Eelco: toen Staatsbosbeheer dit terrein verwierf, had de linde al haar knotvorm. Dat beheer hebben we voortgezet. Zou je dat niet doen, dan is de kans groot dat kruintakken te zwaar worden en bij harde wind afvallen en de boom in stukken scheuren.’ Elke drie jaar vindt het knotten plaats. Dat doet Eelco overigens zelf. Waarbij hij zich weleens zorgen maakt of de linde zijn gewicht houdt. Tot nu toe ging het altijd goed.
Zo’n oude houtsingel is een ecologisch paradijsje, met een ruïne van een eik, essen, walnoot, hazelaar, sleedoorn, kardinaalsmuts en dan al dat dierenleven dat aangetrokken wordt door die bomen en struiken. Ook hier is een poel gegraven voor de boomkikker. En takken die vrijkomen bij het afzetten van bomen worden gebruikt om rillen van te maken waar braam overheen kan groeien. Zo is het landbiotoop voor de boomkikker ook op orde. Tegen de horizon staan essen dik in de klimop. Eelco: ‘Ik probeer nu elke woensdag op pad te gaan met de mensen van Binnenwerk. In de toekomst kunnen ze meer in het beheer doen. En ik hoop dat ze net als ik een binding krijgen met plekken zoals deze.’
geef een reactie