www.boswachtersblog.nl/ Een boom is meer

Bomen van Betekenis #39 De eerste dunning in het Bentwoud

9 oktober 2024 Kunsthistoricus Marcel van Ool in Een boom is meer

Het Bentwoud, tussen Zoetermeer en Boskoop, is een jong recreatiegebied. Vanaf 2000 werden hier tweeëneenhalf miljoen bomen geplant. Delen van zo’n twintig jaar oud zijn nu aan hun eerste dunning toe, dat wil zeggen dat bepaald wordt welke bomen weggehaald worden en welke blijven staan -dat zijn de toekomstbomen. Maar er zijn tegelijkertijd meer werkzaamheden: lanen van ondergroei ontdoen en bos dat tot in de lanen groeit terugzetten en de laanbomen opsnoeien. Boswachter Beheer Jaap Meere overziet en begeleidt de werkzaamheden.

Laanbeeld
De belangrijkste reden van mijn bezoek is om te zien hoe een dunning in zijn werk gaat. Die bepaalt de toekomst van het bos en er zijn nieuwe inzichten over hoe je dat het beste aanpakt. Maar de dag begint bij het Wilde Veenenpad, een lindenlaan die zijn beeld als laan aan het verliezen was omdat begroeiing vanuit de bosvakken oprukte. Uit het gemengde plantsoen dat was aangeplant, met zomereik, linde, zoete kers, esdoorn, haagbeuk en sleedoorn, is het vooral die eerste die aan een opmars tussen de laanbomen begon. Die opslag is nu verwijderd en ligt langs de kant van de weg om opgehaald te worden. Dat is hier niet problematisch, de weg is immers verhard. Maar hoe doe je dat in een bos?Dunningspaden
Jaap: ‘Dat gebeurt over dunningspaden die door het bos werden aangelegd door een aantal rijen bomen te verwijderen. Soms ging dat wel om drie rijen, dit komt omdat de bomen niet strak in het gelid zijn ingeplant, maar slingerend. Diezelfde paden blijf je ook bij een volgende dunning, of eventuele oogst, gebruiken. De bosbodem verdicht namelijk bij elke belasting en de gevolgen daarvan zijn soms decennia later nog merkbaar. Zou je dus telkens nieuwe dunningspaden aanleggen, dan krijg je op veel meer plekken een verdichte bodem. Lange tijd werden dit soort paden, parallel aan elkaar, om de twintig meter aangelegd. Nu houden we veertig meter aan.’Bodemleven
En hij voegt daaraantoe: ‘De bodem bestaat hier uit klei en was lange tijd als akkerland in gebruik. Daardoor was de bodem al voor een deel verdicht en bij het inplanten heeft geen voorbewerking plaatsgevonden dus het probleem werd niet opgelost.’ Maar waarom is verdichting nou zo ongewenst? Jaap: ‘Nog even los van de waterhuishouding, gaat het om het bodemleven, met name schimmels en bodemdiertjes, die in symbiose met de bomen leven. Voor een goede voedselleverantie zijn bomen van dat bodemleven afhankelijk. De bodem is de basis van een gezond bos’
Slechts op één stuk is wel een dunningspad op twintig meter van een ander pad aangelegd. Daar werd wilg verwijderd die wordt afgevoerd met een ‘trekker uitrijcombinatie’, dat wil zeggen met een kraan met een houtgrijper.Brush cutter
In andere delen toont Jaap mij andere methoden om dat werk uit te voeren. Maar voor het zover is bezoeken we de plek waar de aannemer die het werk uitvoert zijn materieel heeft gestald. Ik moet de brush cutter zien. Daarmee is het hout dat ik langs de dunningspaden zie liggen gezaagd -de wortels en de stamvoet blijven overigens gewoon achter. Die verwijderen zou een te grote verstoring van de bodem betekenen en nu zijn ze als dood hout alleen maar goed voor het bodemleven.
De brush cutter ziet er best vervaarlijk uit, maar is een kleintje in vergelijking met een houtoogstmachine. De brush cutter wordt vooral ingezet om opslag en bomen met dunne stammen te zagen, waarbij het grote voordeel is dat de machine bewegende snijbladen heeft. Je kunt er flink meters mee maken. Het kan ook subtieler en veel gerichter. Dat laat Jaap zien in een elzenlaan met aangrenzend bosvak.

Wat voorafging
Hier wordt gebruik gemaakt van een lier en kettingzagen. Maar daar begin je natuurlijk niet zomaar mee. Er hebben dan al heel wat werkzaamheden plaatsgevonden. Allereerst het blessen, waarbij bepaald wordt welke boom een toekomstboom is en dus vrijgezet moet worden zodat hij mooi kan uitgroeien. Die exemplaren krijgen met een spuitbus met verf een blauwe ring op de stam. Die geeft aan: niet zagen, wel wanneer nodig opsnoeien. Bomen die weg moeten worden met oranje verf geringd. En af en toe is een boom gemerkt met een blauwe stip. Dat zijn de habitatbomen. Daar blijft de aannemer helemaal vanaf, omdat die exemplaren een hoge ecologische waarde hebben of kunnen ontwikkelen, bijvoorbeeld omdat ze holtes of scheuren vertonen.
Tak- en tophout dat van de stammen is gezaagd, blijft achter; het is ‘voeding’ voor het bos. Voor de stammen heeft de oogstmanager van Staatsbosbeheer vastgesteld waaraan ze moeten voldoen om geschikt te zijn voor OSB (plaatmateriaal samengesteld uit verschillende lagen houtschilfers). Het gaat om stammen die op 2,95 meter gezaagd dienen te worden en een minimale topmaat van 8 centimeter moeten hebben en een maximale voetmaat van 45 centimeter mogen hebben.

Pas wanneer dit allemaal vastgesteld is, wordt er gezaagd -wat een echt vak is, omdat je precies moet weten hoe je een valkerf (de driehoekige inkeping die de richting bepaalt waarin de boom valt) en een velsnede maakt. Dat laatste luistert nauw: aan de tegenoverliggende zijde van de boom zaag je recht richting de onderzijde van de valkerf totdat de boom in feite ‘scharniert’ (dan ben je op de breuklijst aangekomen met zagen) en in de juiste richting valt.
De stammen worden met een lier, bevestigd op een werktuigdrager met rupsbanden, uit het bosvak getrokken, dat wil zeggen met een staalkabel die middels een aandrijfmechanisme wordt opgerold. Met deze methode belast je de bosbodem nauwelijks en er vindt dus geen verdichting plaats. Daarnaast heeft de werktuigdrager (naar het merk ‘de Moritz’ genoemd) het voordeel dat hij heel wendbaar is.

Oud maar in
Helemaal terug is een hele oude methode van uitslepen van stammen, namelijk met paarden. Dat is machtig om te zien en de foto spreekt voor zich. Het is voor het bos een weinig belastende methode, maar voor de beheerder wel een dure. (Een paard met voerman kost 500 euro per dag). Wellicht heeft het werken met paarden wel de toekomst. Langjarige monitoring moet uitwijzen wat de effecten zijn van de verschillende methoden. Met drones, uitgerust met lidar, wordt de ontwikkeling van de opstanden bijgehouden. Daarnaast is het uiteraard ook waardevol om te kijken hoe de bosflora zich ontwikkelt. En zal er een effect zijn van het microreliëf dat de paardenhoeven achterlaten?
Ook de stammen die met paarden zijn uitgesleept worden voor OSB gebruikt. Ter plekke worden ze op rijen gelegd en de lengte (die 2,95 meter dus) wordt gemarkeerd. Dat kun je natuurlijk doen met behulp van een meetlint dat je vasthaakt en dan uitrolt. Maar de aannemer gebruikt liever een kaarsrechte tak van een vlier, precies 147,5 centimeter. Twee keer afmeten, en je bent er ook. Dan markeer je dat punt met een spuitbus. En even krijg ik nog een doorkijk naar de oude bosbouw: ‘ Vroeger maakten we een snede met een ritsmes, eigenlijk een guts. Handig want precies zo breed als de zaag.’

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog